'Zonder de rechtenstudie erbij was ik geen Kinderombudsvrouw geworden.'
Tekst: Ellis Ellenbroek
Behalve orthopedagogiek ook rechten studeren. Kinderombudsvrouw en RUG-hoogleraar Margrite Kalverboer (1961) noemt het een van de beste stappen in haar leven. Gesprek over doen wat van je verwacht wordt, zelf kiezen en dealen met wat op je pad komt.
Wat heb je van huis uit meegekregen over studeren en carrière maken?
'Het accent lag bij ons op kennis en interesse. Niet op wat je met een studie kon, of kon verdienen. Mijn zus en ik, en onze broer kregen mee dat je je altijd door moet blijven ontwikkelen. De nadruk op het academische was enorm. Mijn moeder had willen studeren. Zij kon behoorlijk goed leren, maar de omstandigheden waren er niet naar. Zij komt uit een arm boerengezin met acht kinderen. Dat ze naar de hbs ging was heel wat. Haar boeken waren twee of drie drukken te oud. Als de meester op pagina vier zat, zat zij op pagina twee of drie. Meekomen lukte niet. Later heeft ze de moedermavo gedaan. Mijn vader kwam uit een onderwijzersgezin, mijn opa was hoofd van de school, hij overleed toen mijn vader zestien was. Mijn vader zat op de hbs en was daar toen de leerling met de hoogste cijfers ooit. Door het jonge overlijden van zijn vader was er geen geld voor een universitaire studie. Hij ging naar de kweekschool en werd ook schoolhoofd. Maar dat was niet zijn droom. Hij wilde dat academische.'
Je vader Alex (1931-2017) ging alsnog studeren en werd in 1974 hoogleraar psychologie aan de RUG-faculteit sociale wetenschappen. Zes jaar later vervoegde jij je daar als student.
'Voor sommige mensen was ik de dochter van. Ik had met opzet geen psychologie gekozen, om hem niet tegen te komen. Maar dat gebeurde natuurlijk toch. Op een keer hoorde ik een medewerker zeggen: Ik zag Kalverboer lopen met zijn dochter. Het kwam erop neer dat mijn vader, in zijn optiek, de weg vrijmaakte voor mij. Zo'n opmerking onthoud je. Zo krenkend. Nee, ik vond het niet erg leuk dat mijn vader hoogleraar was. Ik werd niet als zelfstandig iemand gezien. In ons gezin was voelbaar dat mijn vader het grote intellect was. Mijn moeder benadrukte het. Mijn zus en ik hadden het gevoel dat we eigenlijk nooit aan hem konden tippen. Voor mijn broer gold dat minder, die was heel technisch, mijn vader kon nog geen hamer vasthouden. Als ik iets goed gedaan had, dacht ik: Het is toeval. Of: Ik heb met multiple choice goed gegokt. Die onzekerheid zal ook met mijn vrouw-zijn te maken hebben.'
Je haalde je bul orthopedagogiek, promoveerde en besloot een paar jaar later tot een rechtenstudie.
'Rechten leek mij altijd al interessant. Maar ik durfde het als jong meisje niet voor te stellen. Rechten werd geassocieerd met Vindicat, wij waren rood. Ik ben geopereerd aan kanker in 1998. Het was de vraag of wat ze in mijn lijf zouden vinden nog te behandelen was. De chirurg zei: Misschien maken we je open, en meteen weer dicht. Mijn jongste was twee, mijn oudste zes. Het moeilijkst wat ik in mijn leven gedaan heb, was revalideren na de operatie. Je begint totaal op nul. Ik dacht: Ik word nooit meer wie ik ben. Maar ik kwam eruit en besloot: Ik ga vanaf nu doen wat ik belangrijk vind. De rechtenstudie bijvoorbeeld. Ik was hoofd pedagogisch beleid en behandeling in justitiële jeugdinrichting Het Poortje. Ik had meer kennis nodig om erachter te komen hoe je vanuit pedagogisch perspectief invulling kunt geven aan kinderrechten. Wat hebben kinderen nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen? En hoe kun je die voorwaarden koppelen aan de bepalingen uit het Kinderrechtenverdrag? Dat resulteerde in het BIC-model (Best Interest of the Child, red.) dat ik in 2006 met mijn orthopedagogiek-collega Elianne Zijlstra gelanceerd heb. Doordat ik én pedagoog én jurist was, werd mijn maatschappelijke invloed steeds groter. Zonder die combinatie was ik nooit Kinderombudsvrouw geworden.'
Ben je een rolmodel?
'Studentes hebben mij wel gevraagd: Hoe kan ik worden wat u doet? Ik wil worden zoals u. Ik wil ook invloed. Mijn antwoord was: Ontwikkel je breed. Zoek een niche.'
Heb je wel eens het idee gehad dat jij als vrouw nét een stapje meer moest zetten dan een man?
'Ja. Op verschillende momenten. Bijvoorbeeld in Het Poortje. We groeiden en groeiden. Ik had een plan geschreven voor verdere uitbreiding. Ik kreeg een mannelijke collega met veel bravoure. Hij deed alles en hij kon alles, dat straalde hij uit. Hij was helemaal niet beter dan ik. Maar hij had voor zijn team wel steeds de eerste keus. Hij zocht de allerbeste psychologen uit, ik bleef ik achter met de mensen die hij niet wilde. Het grappige was: Mijn team draaide perfect, bij hem liep het veel minder. Toen realiseerde ik me dat mannen zich heel anders presenteren dan vrouwen.'
In 2014 verloor je je man Ate Wiersma. Hij was beeldend kunstenaar. Zelf deed je, ergens tussen de bedrijven door, ook nog kunstacademie, net als je vader trouwens die ook bekendheid genoot als schilder. Welke rol speelt je kunstenaarschap in jouw leven?
'Na het overlijden van mijn man vroeg mijn jongste zoon: Wat heb jij eigenlijk allemaal gemaakt op de kunstacademie? Ik haalde mijn werk tevoorschijn. Ik schrok ervan. Ik zag mezelf nooit als echte kunstenaar. Ik beschouwde wat ik deed als een beetje fröbelen in de zijlijn. Maar wat ik zag was gewoon mooi! Het was eigenlijk goed! Ate was enorm getalenteerd, maar worstelde daar ook mee. Hij stond niet makkelijk in het leven. Hij zei wel tegen mij: Jij hebt orthopedagogiek gedaan én de kunstacademie én je bent jurist en je tekent ook nog meer dan ik. Jaloers was hij niet, hij was trots op mij. Maar hij voelde zich in mijn schaduw staan. Hij vond dat hij al die dingen gedaan had moeten hebben, denk ik. Ik ben altijd blijven tekenen. Sinds een paar jaar maak ik zelfportretjes. Honderden al. Soms lijken ze, soms helemaal niet. Maar ik ben het wel! Ik houd ze voor mijzelf. Niemand mag ze zien. In elk geval nu nog niet. Alleen mijn kinderen.'
Margrite Kalverboer
Margrite Kalverboer (Groningen, 1960) is sinds april 2016 Kinderombudsman. Margrite studeerde orthopedagogiek (1980-1986) en rechten (2002-2007) aan de RUG en volgde tussendoor een opleiding tekenen, schilderen en grafiek aan kunstacademie Minerva te Groningen. Ze promoveerde in 1996 op rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming. Na haar promotie was ze hoofd pedagogisch beleid en behandeling in justitiële jeugdinrichting Het Poortje in Groningen en docent aan de RUG. Sinds 2012 is Margrite bijzonder hoogleraar kind, (ortho)pedagogiek, kinderrechten en vreemdelingenrecht. Ze heeft een huis in Groningen - haar zoons (28 en 24) bewonen het huis ernaast - en samen met haar zus een woonboot in Amsterdam. Dit jaar werd Margrite Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Laatst gewijzigd: | 11 november 2021 16:20 |