'Ik put uit mijn topsportverleden voor de rest van mijn leven. Het is een rode draad.'
Tekst: Ellis Ellenbroek
Het moederschap kreeg Karin Kienhuis (1971) bepaald niet cadeau, een traject van vijf jaar ging er aan vooraf. Ze voedt haar zoon alleen op en heeft een fulltime baan als regiodirecteur bij het Alfa-college. Pittige uitdagingen die ze aankan dankzij een topsportcarrière als judoka.
Hoe kwam je bij judo?
'Mijn buurjongens gingen er op. Mijn buurmeisje en ik hadden geen speelkameraadjes meer op vrijdagmiddag. Wij gingen bij de jongens kijken, en ook meedoen. Op mijn vijftiende werd ik uitgenodigd voor een trainingsweekend, daar waren meiden die wedstrijden deden. Ze zeiden: Waarom kom je niet bij ons trainen? Van de ene op de andere dag trainde ik vijf keer in de week. Ik werd een echt trainingsbeest. Als ik geblesseerd was, ging ik nog.
Ik was een meisje dat heel dik was en daarmee werd gepest. Bolle, dikzak, je krijgt het allemaal naar je hoofd geslingerd. Door judo viel ik twintig kilo af. Een van die meiden zei: Ik wil afvallen tot 66. Dat wilde ik ook wel. We deden het samen. Hardlopen in regenjassen, dan gingen we meer zweten. Een hele slechte manier, als ik het nu zou moeten doen, deed ik het anders. Maar het hielp. Ik voelde me beter en kon ook beter judoën, ik hoefde minder kilo's mee te slepen.'
In 2001 zette je een punt achter je topsportcarrière. Hoe kijk je twintig jaar later terug op die tijd?
'De Spelen zullen altijd een ding blijven. Ik had daar een medaille willen winnen en dat heb ik niet gedaan. De Olympische gedachte is: Meedoen is belangrijker dan winnen. Maar als je een medaille kunt winnen en je pakt die niet, is dat heel zuur.Maar als ik naar het totaal kijk, heb ik fantastische jaren gehad. De prestaties die ik heb geleverd, de prijzen die ik wel heb gewonnen, de vrienden die ik heb gemaakt, het plezier dat ik heb gehad en hoe ik me ontwikkeld heb. Mijn topsportcarrière is bepalend geweest voor wie ik nu ben.'
Judo heeft je veranderd als mens bedoel je?
'Zeker. Ik put uit mijn topsportverleden voor de rest van mijn leven. Het is een rode draad. Een topsporter is toch een bepaald type mens. Doelgericht, resultaatgericht, gedisciplineerd. Een topsporter kan hard werken, lang doorgaan, gaat ergens voor.
Ik ben heel jong directeur geworden, op mijn vijfendertigste. Dat komt op een ROC niet zo vaak voor. Dat dank ik aan mijn topsport. Ik had bijna geen managementervaring. Ik had nog amper tijd gehad om doelen te stellen voor mijn beroepsleven, ik had geen lijn uitgestippeld. Het liep zo en toen ik de kans kreeg me te ontwikkelen in het management, ben ik op die trein gestapt.'
De keerzijde van de medaille is dat de gemiddelde topsporter eenzijdig en monomaan is.
'Je hebt topsporters die echt maar met één ding bezig zijn. Zelf heb ik ernaast gestudeerd. Ik had een heel sociaal leven ernaast. Dat houdt je echt wel met je benen op de grond.'
Je combineert een fulltime baan met het in je eentje opvoeden van een zoon. Je was zesenveertig toen hij werd geboren.
'Het moederschap is de mooiste droom die is uitgekomen. Beter dan een Olympische medaille. Ik wilde heel graag een kind, maar het is moeilijk gegaan. Een traject van jaren, een aantal miskramen. Ik heb het hele proces vol kunnen houden door mijn topsportmentaliteit.'
Heeft het moederschap je veranderd?
'Hoe het is een eigen kind te hebben, weet je niet zolang je er geen hebt. Op nummer 1 staat hij. Als ik nu aan het werk ben, en ik word gebeld omdat er iets met hem is, dan moet ik hem gaan halen. Ik zeg altijd: Ik heb niet meer honderd procent hersens voor mijn werk of voor andere dingen. Mijn gevoel zegt dat ik op de een of andere manier toch minder presteer, omdat een deeltje van mij nu bij mijn kind is. Iemand zei een keer: Ja, maar Karin, voordat hij er was, gaf je driehonderd procent. Als topsporter zit je zo in elkaar dat je tweehonder procent voor iets gaat. Nu moet ik schipperen. Ik vind het ingewikkeld. Ik werk fulltime, maar de vrijdag probeer ik vrij te houden voor mijn zoon. Het komt regelmatig voor dat ik dan toch werk, omdat ik me anders schuldig voel.
Door corona is thuiswerken heel normaal geworden. En flexibel werken ook, bijvoorbeeld 's avonds in plaats van overdag. Maar medewerkers laten voelen dat het okay is, en ze er de ruimte voor geven, daar kunnen we in de maatschappij nog een hele stap in zetten.'
Heb je je ooit achtergesteld gevoeld omdat je een vrouw bent?
'Ik heb borstvoeding gegeven. In vergaderingen heb ik te horen gekregen: Wanneer stop je daarmee? Ik verliet de vergadering om te kolven. Toen ik over mijn ervaring vertelde kwam ik erachter dat vrouwelijke docenten gestopt waren met borstvoeding omdat ze hun klas niet alleen wilden laten, als ze moesten kolven. In de CAO staat dat je het recht hebt om negen maanden borstvoeding te geven. Het is de plicht van werkgevers om dat goed te regelen, hoe ingewikkeld dat ook soms is.'
Beschouw je jezelf als een voorbeeld voor andere vrouwen?
'Zelf zie ik het niet zo. Maar er zijn mensen die vinden dat ik een voorbeeld ben omdat ik een hoge functie heb en een kind alleen opvoed. En vanwege mijn topsportcarrière. Mensen die een netwerkgesprek met mij willen omdat ze vastlopen in hun loopbaan vragen mij: Hoe heb jij het gedaan?'
Wie is jouw eigen voorbeeld?
'Nelson Mandela. Dat is voor mij echt een inspirator, in leiderschap, in omgang met mensen, in hoe hij tegen apartheid is opgestaan. Hoe hij op Robbeneiland gevangen zat, hij had zoveel mensen kunnen haten, maar heeft ze allemaal vergeven. Dan heb je een heel groot hart.'
Tot slot: Sta je nog wel eens op de mat?
'Ik judo niet meer, teveel last van mijn rug. Ik loop nu hard, heb personal training en doe yoga. Ik heb een keer een yogaweek gedaan. Wat dat deed met mijn blessures die ik over heb gehouden uit de sport! Hoeveel soepeler ik werd en hoe mindful! Ik denk dat yoga heel goed was geweest in mijn judotijd. Destijds was het niet gangbaar, zeker niet bij topsporters. Maar ik kan het ze allemaal aanraden.'
Karin Kienhuis
Karin Kienhuis (Almelo, 1971) deed de ALO (1989-1993) en studeerde daarna Bewegingswetenschappen aan de RUG (1993-1998). Ze werkte als docent sport en bewegen en sportconsulent en zit sinds sinds 2006 in het management van het Alfa-college, ROC voor Noord- en Oost-Nederland. Sinds februari 2021 is Karin regiodirecteur Zorg, Welzijn en Dienstverlening op de locatie Groningen.
Kienhuis is vooral bekend als judoka. Ze was zes keer Nederlands Kampioen, won bij Europese Kampioenschappen twee keer zilver, twee keer brons en een keer goud met het landenteam. Ze kwam uit op de Olympische Spelen van Atlanta (1996) en Sydney (2000). Met haar zoon (3) woont Kienhuis in Groningen.
Laatst gewijzigd: | 26 november 2021 11:06 |