‘Als vrouwelijke wetenschapper vecht ik tegen vooroordelen’
Tekst: Aafke Eppinga
Op zeventienjarige leeftijd verhuist Hinke Maria Osinga (1969) naar Groningen om aan haar bachelor Wiskunde aan de RUG te beginnen. “Veel te moeilijk” volgens haar vader, die zelf wiskundeleraar is. Ze bewijst hem het tegendeel; inmiddels werkt ze als Hoogleraar Toegepaste Wiskunde aan The University of Auckland. Hinkes loopbaan is succesvol, maar ze heeft veel obstakels moeten overwinnen om te komen waar ze nu is.
Uw vader dacht dat wiskunde te moeilijk zou zijn, maar dat heeft u niet tegengehouden, in tegendeel.
‘Klopt, maar ik kreeg wel steun van mijn wiskundeleraar van de middelbare school. Ondanks het feit dat mijn schoolonderzoek voor wiskunde niet zo goed ging als ik hoopte, vertelde hij me dat ik een studie wiskunde “best zou kunnen.” Die opmerking was een houvast en heeft veel invloed gehad op mijn studiekeuze. Ik heb hem dan ook uitgenodigd voor mijn promotie. Na afloop kwam hij naar me toe en zei: “Ik heb het je gezegd!” Hij wist het dus ook nog.’
Hoe kijkt u terug op uw studententijd in Groningen?
‘Het was een geweldige periode. Ik woonde samen met mijn zus en twee andere huisgenoten aan de Friesestraatweg. Met mijn middelbare schoolvriendinnen ging ik eens per twee weken op maandag voor vijf gulden naar de bioscoop of het Groninger Symfonie Orkest. De rest van de avonden was ik vaak op de turnvloer te vinden, ik heb tot kort voor het einde van mijn promotie nog op hoog niveau geturnd. Het turnen was qua gezelschap een goede tegenhanger van mijn studie, waar nagenoeg alleen maar jongens rondliepen. Met vier van hen vormde ik een studie- en vriendengroep en heb ik vaak tot diep in de nacht, vergezeld door de nodige alcoholische versnaperingen, wiskundesommen gemaakt.’
U bent in uw studie- en loopbaan vaak de enige of eerste vrouw geweest: u was het eerste vrouwelijke lid van de wis- en natuurkunde studieclub
<<W^4?>>
, tijdens uw promotieonderzoek was u de enige vrouw in uw vakgroep, u was de eerste vrouwelijke wiskundehoogleraar in Auckland. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Welke invloed heeft dat op uw carrière gehad?
‘Ik heb vaak moeten vechten – en vecht nog steeds – tegen aannames van mensen. Zo vond mijn promotor dat ik met mijn carrièreplannen de loopbaan van mijn vriendje (en toekomstige man) niet in de weg moest staan. Bovendien ben ik bijna altijd niet, of niet als eerste, uitverkozen voor de banen waar ik op solliciteerde. Veel van mijn publicaties zijn in samenwerking met Bernd [Krauskopf, red.] en tijdens sollicitatiegesprekken is me meerdere keren gevraagd wat nou precies mijn inbreng is geweest. Aan Bernd worden die vragen nooit gesteld. Mensen gaan er automatisch vanuit dat de grootste ingevingen of belangrijkste resultaten van hem komen, terwijl ik juist ook vaak de kar trek.’
‘Ik denk dat ik kan zeggen dat ik me altijd meer heb moeten bewijzen dan mijn mannelijke collega’s, maar uiteindelijk heeft dat me ook beter en sterker gemaakt, als wiskundige én als mens. Ik ben blij met waar ik nu ben en met wat ik heb bereikt. En, voor mijn huidige functie in Nieuw-Zeeland heb ik niet hoeven solliciteren; die baan hebben ze gecreëerd voor mij. Dat is ook wel eens fijn, haha.’
Uw succes ligt binnen het bereik van veel vrouwelijke wetenschappers. Is dat iets waar u mee bezig bent?
‘Ik ben me er steeds vaker bewust van. Op een conferentie in Snowbird (Utah, Verenigde Staten) in 2009 was er een vrouw die naar me toe kwam en vroeg of ze me een hand mocht geven. Het was de eerste keer dat ik me realiseerde dat ik voor andere vrouwen een voorbeeldfunctie kan hebben. Al vind ik mezelf niet het typische rolmodel dat laat zien dat het allemaal kan, want ik heb bijvoorbeeld geen kinderen.’
Heeft u zelf een vrouwelijk rolmodel gehad?
‘In de tijd dat ik studeerde aan de RUG liep er één vrouwelijke professor rond bij de vakgroep wiskunde: Ruth Curtain. Ik vond haar ontzettend imponerend: ze straalde een en al autoriteit uit. Nu weet ik dat ze zich wel zo moest gedragen om serieus genomen te worden als vrouw. Achteraf realiseer ik me pas hoe belangrijk ze voor me is geweest. Ik pleit daarom ook voor meer vrouwelijke hoogleraren, zeker in Nederland. Ik zit al jaren in verschillende sollicitatiecomités en het valt me tegen hoe vaak vrouwelijke kandidaten sneller worden weggestreept dan mannelijke. De argumenten zijn áltijd gebaseerd op feiten die duidelijk anders geïnterpreteerd worden. Reken maar dat ik dan van me laat horen.’
Als u jonge studenten aan de RUG iets mee kan geven, wat zou dat dan zijn?
‘Doe het rustig aan! Je studententijd is bij uitstek de tijd om uit te zoeken wat je wilt leren. Ik ben zelf ontzettend snel afgestudeerd, maar achteraf had ik meer willen ontdekken. En: denk eens na over wiskunde. Bij alle grote vraagstukken waar de wereld op dit moment voor staat, speelt de wiskunde een significante rol. Dit wordt vaak onderschat en als student zie je dat misschien niet zo goed, maar het is echt een breed inzetbare studie waar je alle kanten mee op kunt.’
Hinke Osinga
Hinke Osinga (Dokkum, 1969) groeit op in Dokkum. Aan de Rijksuniversiteit Groningen behaalt ze in 1991 haar master Wiskunde en promoveert ze in 1996 in de Wiskunde en Natuurwetenschappen met een specialisatie in numerieke methoden voor dynamische systemen.
In 1996 begint Osinga met een postdoc aan The Geometry Center in Minneapolis, hier leert ze hoe ze visualisatie en animatie kan inzetten voor haar onderzoek. Een tweede postdoc volgt ze aan het California Institute of Technology. Vervolgens werkt ze als universitair docent voor de University of Exeter en de University of Bristol waar ze doorstroomt naar universitair hoofddocent en uiteindelijk hoogleraar.
Sinds 2011 bekleedt ze de functie van hoogleraar in de Toegepaste Wiskunde aan de University of Auckland. Ze is in Auckland de eerste vrouw - en in Nieuw-Zeeland de tweede – die als hoogleraar in de wiskunde werkt.
In 2004 maakt Osinga een haakwerk waarmee ze de beroemde Lorenz-vergelijking – die de aard van chaotische systemen beschrijft – visueel inzichtelijk maakt. Ze doet dit samen met haar huidige echtgenoot (het stel trouwt in 2007) Bernd Krauskopf, tevens hoogleraar in de wiskunde. Het werk krijgt in 2005 internationale erkenning en maakt hen bekend bij het grote publiek.
Osinga's publicaties zijn bekroond met een lijst aan onderscheidingen, zo wordt ze onder andere uitgenodigd als spreker op hét congres van de wiskunde: het vierjaarlijkse International Congress of Mathematicians (Seoul, 2014). Ook is ze in 2016 de eerste vrouwelijke wiskundige die toetreedt tot de Royal Society Te Apārangi of New Zealand.
Laatst gewijzigd: | 05 november 2021 16:15 |