Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Het klooster Yesse

Niet alleen de kloosters zijn verdwenen uit Groningen

GPS N 53°13’12.5” E 6°34’08.5”

Het klooster Yesse behoorde tot de orde van de cisterciënzers. Deze kloosterorde werd in 1098 gesticht. Dat jaar verliet Robert van Molesme met een aantal volgelingen z’n benedictijner abdij en stichtte een nieuwe kloostergemeenschap op een open plek in het bos van het Franse Citeaux (in het Latijn: Cistercium). Robert vond dat de Regel van Benedictus in de benedictijner kloosters steeds slechter werd nageleefd. Met name de in de Regel genoemde ‘gehoorzaamheid, armoede en nederigheid’ waren naar de achtergrond geschoven. Ook de ondeugd van de ‘gulzigheid’ was, als we de bronnen mogen geloven, de kloosters ingeslopen.

Bernardus vertrapt de duivel. Gehistoriseerde initiaal in een gebedenboek uit ca. 1500.
Bernardus vertrapt de duivel. Gehistoriseerde initiaal in een gebedenboek uit ca. 1500.

Naar de Latijnse naam van Citeaux heetten de nieuwe kloosterlingen cisterciënzers.

Al snel breidde de orde zich uit. In 1115 werd in Clairvaux een dochterklooster gesticht. De eerste abt daarvan was Bernard de Fontaines, een jonge Bourgondische edelman die drie jaar eerder in de orde was ingetreden. Onder deze Bernardus van Clairvaux kwam de orde tot grote bloei. Er kwamen steeds meer dochterkloosters bij, ook buiten Frankrijk. In 1160 werd bij Rinsumageest in Friesland het klooster Klaarkamp (de vertaling van Clairvaux) gesticht. Op het hoogtepunt van z’n bestaan woonden daar 700 monniken en besloeg het terrein maar liefst 60 hectare. Van daaruit kwamen er nieuwe stichtingen, zoals in 1192 in Aduard.

Bernardus bleek een bezielende leider.

Hij kreeg al snel de reputatie van heilige die in woord en daad mensen inspireerde tot aloude oprecht christelijke waarden. Zijn woorden vonden dan ook een groot publiek in heel Europa—in de vorm van preken, brieven en vele boeken over allerlei aspecten van het christelijke geloof. Een teken van zijn populariteit is ook, dat er veel teksten in omloop kwamen die zogenaamd door Bernardus waren geschreven, wat uiteraard hun verspreiding bevorderde.

Het begin van pseudo-Bernardus’ overpeinzingen. UBG HS 10, fol. 223r
Het begin van pseudo-Bernardus’ overpeinzingen. UBG HS 10, fol. 223r

Z’n woorden zijn over heel Europa verspreid.

Ook stadjers en ommelanders lazen, of luisterden naar, Bernardus’ teksten. De UB Groningen bezit diverse handschriften en oude drukken met teksten van Bernardus. Daaronder een handschrift uit 1455, waarin iemand allerlei christelijke teksten heeft verzameld van auteurs zoals Bonaventura, Hugo van St. Victor en de kerkvader Augustinus. Inbegrepen zijn Meditationes piissimae ad humanae conditionis cognitionem oftewel “zeer vrome overwegingen over het kennen van de menselijke conditie” door “de heilige Bernard de abt”. Indertijd schreef men ook deze populaire overpeinzing van het menselijk lot toe aan Bernardus, maar inmiddels weten we dat hij niet de auteur is.

De slotwoorden van Johannes Wolteri d.d. dinsdag 18-12-1455. UBG HS 10, fol. 251r
De slotwoorden van Johannes Wolteri d.d. dinsdag 18-12-1455. UBG HS 10, fol. 251r

Als geschoolde man van de kerk schreef Bernardus in het Latijn.

Dit was namelijk de gemeenschappelijke taal die iedere geschoolde man in Europa had geleerd. Kerk en universiteit gebruikten Latijn als voertaal tot in de 18e eeuw, in sommige landen zelfs tot in de 20e eeuw. Op scholen werd in de meeste Europese landen het Latijn als voertaal pas in de 19e eeuw verdreven. Vrouwen kenden in de regel geen Latijn, want alleen jongens gingen naar school en universiteit. In de brontaal zullen de cisterciënzer nonnen van Yesse de woorden van Bernardus waarschijnlijk dus niet hebben gelezen. Hun broeders echter wel en niet alleen die in het klooster van Aduard, zo blijkt ook uit dit ene handschrift. Op de laatste bladzij heeft de kopiist van dit manuscript namelijk zijn naam en locatie gezet.

Detail van een stadskaart van Groningen uit 1575 met de Walburgkerk rechtsachter de Martini. UBG uklu 01-13-06
Detail van een stadskaart van Groningen uit 1575 met de Walburgkerk rechtsachter de Martini. UBG uklu 01-13-06

De kopiist schrijft aan het eind: Finiti sunt ... per me Iohannem Wolteri presbyterum ecclesie beate Walburgis oftewel “Voltooid ... door mij Johannes Woltersz, priester van de Sint Walburgkerk.” Hij noteert zelfs de datum, namelijk dinsdag 18 december 1455. Blijkbaar bevond dit boek zich dus ooit in de bibliotheek van de Walburgkerk op het Martinikerkhof in Groningen. Tussen 1619 en 1669 is het beland in de UB Groningen, zo blijkt uit onze oude catalogi.

Detail van een kopergravure uit ca. 1630 over het beleg van Groningen in 1594. Linksonder apart afgebeeld is de Walburgkerk. UBG uklu 01-04-27
Detail van een kopergravure uit ca. 1630 over het beleg van Groningen in 1594. Linksonder apart afgebeeld is de Walburgkerk. UBG uklu 01-04-27

Net als het klooster Yesse bestaat ook de Walburgkerk allang niet meer.

Ze verdwenen rond dezelfde tijd: Yesse werd opgeheven in 1594, de Walburgkerk afgebroken in 1627. Nu spoorloos verdwenen, maar eeuwenlang een indrukwekkend gebouw op het Martinikerkhof. Het was een van de oudste stenen bouwwerken van de stad. Gebouwd als kapel voor bisschop Burchard aan het begin van de 12e eeuw viel deze kerk op door haar "ronde" (achthoekige) middendeel met een rechthoekig koor aan de oostkant en een vierkante toren aan de westzijde. Een vergelijkbare vorm heeft de Dom in Aken.

De Walburgkerk in L. Smids, Schatkamer der Nederlandsse oudheden (Amsterdam 1711), p. 374/375. Inderdaad was deze kerk toen al bijna een eeuw “niet meer in weesen”. UBG UF 13
De Walburgkerk in L. Smids, Schatkamer der Nederlandsse oudheden (Amsterdam 1711), p. 374/375. Inderdaad was deze kerk toen al bijna een eeuw “niet meer in weesen”. UBG UF 13

Ubbo Emmius noemt de Walburgkerk nog prominent.

In zijn Rerum Frisicarum historia (Geschiedenis van Frisia), die hij tussen 1594 en 1616 schreef, geeft Ubbo een uitgebreide beschrijving van de stad Groningen. Natuurlijk noemt hij ook de kerken: “In totaal zijn er twaalf kerken, maar slechts drie parochiekerken. Hiervan is de oudste, met een ronde vorm en stevige muren zoals een kasteel, gewijd aan de jonge Walburga, met een bron van onophoudelijk en helemaal tot aan de rand continu opborre-lend water.” (ed. 1616, p. 19)

De aftakeling van de Walburgkerk begon in 1594.

Men had lood nodig om kogels te maken ter verdediging van de stad tegen Maurits van Oranje, die dit laatste katholieke bolwerk wilde inlijven bij de protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden. Hiervoor gebruikte men het loden dak van de kerk. In 1611 stortte het gebouw deels in, wat leidde tot het besluit om de toch al in onbruik geraakte kerk maar helemaal te slopen. In 1627 zijn de laatste resten verwijderd.

Bronnen

  • D.E.H. de Boer, Emo’s reis. Een historisch culturele ontdekkingstocht door Europa in 1212 (Leeuwarden 2011)
  • M. Hillenga en H. Kroeze (red.), De middeleeuwse kloostergeschiedenis van de Nederlanden, III: Kloosters in Gro-ningen (Zwolle 2012)
  • T. Janson, Latijn. Cultuur, geschiedenis en taal. Vertaling door A. en H. Pinkster (Amsterdam 2004)
  • M. van Kruining, “De Sint Walburgkerk: de verdwenen ronde buur“ in: Miniatuur/Vereniging Vrienden Martini-kerk, 22.3 (2018), pp. 3-6
  • J-F. Leroux-Dhuys, Cisterciënzer abdijen. Geschiedenis en architectuur (Keulen 1999)
  • J. Loer, H.J. Kooi en K. Nitsch, Kloosterland. Land der Klöster: Fryslân, Groningen, Ostfriesland (Assen 2008)
  • J. Stevenson, “Women’s Education” in: Brill’s Encyclopaedia of the Neo-Latin World (Leiden 2014), dl. 1, pp. 87-99
Laatst gewijzigd:28 juni 2021 17:14
View this page in: English