Deze Bijbel is al in 1478 deels in ons dialect gedrukt
Het boek voor de vrouwen van Yesse was de Bijbel. De Bijbel bestaat uit twee delen, het Oude en Nieuwe Testament. Het Oude Testament is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws. De allereerste vertaling ervan was in het Grieks. Deze vertaling heet de Septuagint, wat letterlijk Zeventig betekent. Het verhaal wil namelijk dat zeventig vertalers onafhankelijk van elkaar aan het vertalen werden gezet en zeventig letterlijk identieke vertalingen maakten, omdat ze allemaal door God waren geïnspireerd. De Septuagint ontstond tussen 250 en 50 voor Christus.
Het Nieuwe Testament is van oorsprong Grieks.
In de eeuw van Christus was dit namelijk de standaard-schrijftaal in het oostelijke gebied aan de Middellandse Zee, waar deze teksten ontstonden. Toen het christendom zich naar het westen van het Romeinse Rijk verspreidde, waar Latijn de schrijftaal was, kwam de behoefte aan een Latijnse vertaling. Eerst werden alleen delen van de Bijbel vertaald, maar rond 400 was er eindelijk een volledige Latijnse vertaling: de Vulgaat. Deze naam betekent letterlijk: de wijdverspreide (vertaling). Wijdverspreid is ze gebleven tot op de dag van vandaag, want deze vertaling is nog altijd de officiële versie van de katholieke kerk.
Met de verspreiding van het christendom over Europa namen de vertalingen toe.
Rond het jaar 700 ontstond de eerste vertaling in het Saksisch: de Heliant. Deze is eerder een hertaling dan een vertaling en daarmee een nieuwe tekst, in dichtvorm. De bard Bernlef, die destijds langs de kust van Groningen en Friesland trok, wordt genoemd als mogelijke vervaardiger van dit werk. Zeker is dat echter allerminst.
Een opvolger in het Saksische taalgebied is deze Keulse Bijbel uit 1478.
Het is onduidelijk wie deze middelnederduitse ofwel nedersaksische vertaling van de volledige Bijbel heeft gemaakt. Het lijkt erop dat we de vertaler(s) moeten zoeken binnen de invloedssfeer van de Moderne Devotie. Deze religieuze stroming ontstond rond 1380 in Deventer en werd al snel populair in de IJsselstreek en het Rijngebied. De vertegenwoordigers predikten een terugkeer naar de eenvoud van de oude christelijke kerk en vonden gehoor bij veel mensen, ook al omdat ze vaak gebruikmaakten van de volkstaal. In Keulen bevond zich een klooster van kartuizers, die ook sympathiseerden met de hervormingsideeën van de Moderne Devoten.
De kerkelijke overheid was niet blij met het gebruik van de Bijbel in de volkstaal.
Zo werd de Engelse priester en Bijbelvertaler William Tyndall (1494-1536) door de Inquisitie in Antwerpen gearresteerd en in Vilvoorde op de brandstapel gezet. Het uitgeven van de Keulse Bijbel was dus zeker een gedurfde onderneming—in het hol van de leeuw, want in Keulen zetelden een machtige aartsbisschop en een conservatieve universiteit. Een jaar nadat deze Bijbel op de markt was gekomen, prees Paus Sixtus IV de Keulse universiteit voor haar inspanningen om te voorkomen dat “vrouwtjes zich kennis van de Heilige Schrift aanmatigen.” Voor het laatste leende zich deze nedersaksische Bijbel bij uitstek. Vrouwen gingen namelijk niet naar school of universiteit en kenden daarom in de regel geen Latijn. Ze waren dus aangewezen op vertalingen van de Bijbel in de volkstaal, zoals deze Keulse uitgave.
Slechts een voorbeeld, maar wel een sprekend voorbeeld in dit verband is een andere incunabel in de UB Groningen: een uitgave van in het Nederlands vertaalde preken van de cisterciënzer Bernard van Clairvaux, gedrukt in Zwolle in 1495. Ons exemplaar was ooit in bezit van het vrouwenklooster Sint Agnes in Amersfoort. In de gedrukte tekst zijn alle verwijzingen naar “broeders” en alle passages in het Latijn met pen doorgestreept! Ook het klooster Yesse kan zulke boeken in bezit hebben gehad. Op het kloosterterrein zijn resten van boekbeslag gevonden, maar die zeggen helaas niets over de inhoud van de boeken. Tot nu toe is welgeteld één boek uit Yesse opgespoord: een handschrift met een deel van het Oude Testament—in het Latijn, maar het boek is dan ook geschreven door een man, die zichzelf aan het eind bekend maakt: “broeder Hendrik Elverick, monnik, 44 jaar, op 26 mei 1474 in het nonnenklooster Yesse bij Groningen.”
De Keulse uitgave wordt ook wel de Bijbel-in-beeld genoemd.
Ze bevat namelijk uitzonderlijk veel houtsneden die het verhaal illustreren. Deze houtsneden hebben decennia lang grote invloed gehad op de manier waarop het verhaal van de Bijbel in druk werd geïllustreerd. Opvallend genoeg zijn veel ‘tweede- en derderangs’ gebeurtenissen afgebeeld, terwijl de gebruikelijke hoogtepunten in de beeldende kunst door de eeuwen heen—zoals Christus’ geboorte, kruisiging en hemelvaart—in deze Bijbel juist niet zijn geïllustreerd.
Had het klooster Yesse een exemplaar van deze Bijbel?
Misschien zelfs wel dit exemplaar? Gezien het voorafgaande, waarschijnlijk niet. Het Bijbelbezit van het klooster Yesse zal zich beperkt hebben tot een geschreven of gedrukte Vulgaat. Misschien zelfs beperkt tot niet meer dan enkele onderdelen van de Bijbel. Gedrukte boeken werden destijds namelijk ongebonden verkocht. De koper liet losse katernen zelf binden. Je hoefde dus niet het hele boek te kopen. Deze Keulse Bijbel is ook niet in één keer van A tot Z (Genesis-Openbaring) gedrukt. De populairste delen, zoals de Psalmen en de Evangeliën, kwamen als eerste van de drukpers.
Over vorige eigenaren van dit Bijbelexemplaar weten we bijna niets.
Bijna niets, want op blad 269v staat met de hand geschreven dat op 8 augustus 1531 bij elkaar zijn geweest in Oudewater “ten huse van Marritjen Gerrit dochter, heer Jan van Brochusen doe dertijt cappelaen van Scoenhoven ende heer Gerrit van Brochusen doe dertijt pastoer van Yngen ende Daniel Fransz. van Brochusen Rentmeester particulier int quartier vander Goude, alle drie gebroeders. Godt wilse sparen in gesondheijt ende lanck leven ende welvaren.” Over de reden van de bijeenkomst wordt niets gezegd. Evenmin is duidelijk waarom deze woorden juist hier staan geschreven. Ze vormen slechts een momentopname uit de geschiedenis van Nederland, net als bijvoorbeeld De aardappeleters van Vincent van Gogh.
Bronnen
- A.M.W. As-Vijvers, “Middeleeuwse handschriften uit Groningse kloosters—een kwart eeuw later/Medieval manuscripts from Groningen convents—twenty-five years afterwards” in: Illuminatie, Illustratie, Boekband & Bibliotheek in de Noordelijke Nederlanden. Belgian-Dutch Binding Society. Special edition of De Gulden Passer (Blue Series), ed. M. De Schepper (Antwerpen 2012), pp. 13-33
- C.C. de Bruin en F.G.M. Broeyer, De Statenbijbel en zijn voorgangers. Nederlandse Bijbelvertalingen vanaf de Reformatie tot 1637 (Haarlem 1993)
- S. Corsten, ‘Die Kölner Bilderbibeln von 1478. Neue Studien zu ihrer Entstehungsgeschichte’ in Gutenberg-Jahrbuch, 1957, pp. 72-93
- S. Corsten, ‘The Illustrated Cologne Bibles of c. 1478: Corrections and Additions’ in Incunabula. Studies in Fifteenth-Century Printed Books Presented to Lotte Hellinga (Londen 1999), pp. 79–88
- Jos.M.M. Hermans, “Cisterciënzer handschriften uit Groningen, waaronder een handschrift uit het Zuid-Groningse klooster Essen/Jesse (1474)” in: Het Noorden in het midden: opstellen over de geschiedenis van de Noord-Nederlandse gewesten in Middeleeuwen en Nieuwe Tijd (Assen 1998), pp. 256-268
- S. de Jong, Sermones Bernardi in Duytssche. De plaats van de preken van Bernardus van Clairvaux in de spirituele opvoeding van de tertiarissen van St Agnes te Amersfoort (Groningen 2017, BA-scriptie)
- J. Stevenson, “Women’s Education” in: Brill’s Encyclopaedia of the Neo-Latin World (Leiden 2014), dl. 1, pp. 87-99
Laatst gewijzigd: | 28 juni 2021 17:25 |