Een standvastige, strenge vrouw
Honderd jaar geleden werd Anne Zernike de eerste vrouwelijke predikant van Nederland. "Ze verbeeldde zich niets en ze had het niet graag over haar vrouw-zijn."
Het is 1911. Overal waar Anne Zernike komt, loopt een menigte uit om met eigen ogen de vrouw te zien die voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis op een preekstoel staat. In Utrecht moet er zelfs politie aan te pas komen om de mensenmassa in het gareel te houden.
In de snikhete zomermaanden reist de 24-jarige Anne, net afgestudeerd als theologe, langs verschillende dorpen en steden in Nederland waar ze is uitgenodigd om te preken. Elke week verschijnen er berichten in de krant over het optreden van de vrouwelijke dominee.
De eerste predikante van Nederland, dat was een eeuw geleden niets minder dan een bezienswaardigheid. Anne Zernike was de vrouw die de lange lijn van uitsluitend mannelijke voorgangers op de kansel voorgoed doorbrak. In de doopsgezinde broederschap, een vrijzinnig kerkgenootschap, ging ze aan de slag. Later preekte ze in de nog vrijzinniger Nederlandse Protestantenbond (NPB).
"Het moet écht een fenomeen geweest zijn, dat eerste jaar dat Zernike preekte", zegt Froukje Pitstra (33). De promovenda aan de Rijksuniversiteit Groningen is bezig met een biografie over Zernike, die in 1972 op 84-jarige leeftijd overleed.
"Zelf had ze het liever niet over haar vrouw- zijn. 'Je hoeft er absoluut geen aandacht aan te besteden', zei Zernike tegen de dominee die haar in de eerste gemeente in het ambt bevestigde. Het ging Zernike om de inhoud van haar verhaal. Daar was ze fel op, hoor. Maar ze wist heel goed dat er in die beginjaren velen kwamen om haar te zien, niet per se om haar te horen."
Het is nu bijna niet meer voor te stellen, vertelt Pitstra, maar er werd in de jaren voordat Zernike predikant werd volop gediscussieerd over de vraag of vrouwen het beroep van dominee wel aankonden. "De discussie spitste zich bij de vrijzinnigen vooral toe op de vraag of vrouwen fysiek wel in staat waren om een gemeente te leiden. De mannen vroegen zich ook af of vrouwen wel voldoende stemvolume hadden." Bij Zernike uitte men aanvankelijk ook dergelijke twijfels. Pitstra: "Maar toen ze de jonge predikante hoorden, vielen alle bezwaren weg. Zernike had een luide, krachtige stem en een goede inhoud."
Bep Muijzer (99) weet nog precies hoe die luide, krachtige stem klonk. Ook al is ze bijna honderd, de Rotterdamse heeft nog heel levendige herinneringen aan 'mevrouw Mankes', zoals ze Anne Zernike noemt. Toen Bep Muijzer haar eind jaren twintig leerde kennen, was Zernike al weduwe van kunstenaar Jan Mankes. Anne Mankes-Zernike was toen voorganger in het pas gebouwde Rotterdam-Tuindorp, bij de Nederlandse Protestantenbond (zie inzet).
Bep Muijzer heeft foto's en vergeelde krantenartikelen van en over de eerste vrouwelijke predikant voor zich op het tafelkleed uitgestald. Met glimmende ogen vertelt ze over 'haar' mevrouw Mankes. "Toen mijn vader was overleden, zocht ik een kerk. Ik vond eigenlijk niets meer aan de hervormde kerk, met die ouderlingen met hun uitgestreken gezichten."
Via via kwam Muijzer onder het gehoor bij Mankes-Zernike. "Nou, dat was wat. Prachtig vond ik dat, een vrouw in het ambt." Glimlachend legt ze uit waarom. "Ze was zo bescheiden. En daar houd ik van. Nee, ze was zeker geen lawaaidominee, ze verbeeldde zich niets. Heel rustig kwam ze dan binnen, door de achterdeur van de kerk."
Maar bescheidenheid, vult haar vriendin Martine Pothuis (75) aan, betekende niet gebrek aan daadkracht. "Wat ze in haar kop had, dat had ze niet in haar kont - om het maar op z'n Rotterdams te zeggen." Pothuis leerde de predikante kennen toen deze al bijna bejaard was.
Muijzer: "Zeker, ze had de wind er wel onder."
Pothuis: "Bep, jij hebt haar het beste gekend van ons tweeën. Wat is nu écht jouw indruk van haar?"
Muijzer: "Ze luisterde zo goed, dat herinner ik me nog. Wat ze precies preekte, dat ben ik vergeten. Ze was altijd heel ernstig, ik heb haar nooit zien lachen. Ze had, net als ik, haar vader vroeg verloren. Dat zal er ook wel mee te maken hebben. Daardoor kon je goed met haar praten. Ze straalde stabiliteit uit."
Inderdaad, vertelt biografe Froukje Pitstra, Mankes-Zernike werd in Rotterdam op handen gedragen. "Het beeld dat van haar is blijven hangen, is dat ze standvastig was, maar ook streng. Dat is ze natuurlijk niet altijd geweest. Toen ze begon als dominee, in 1911, was ze nog een jonge, soms onzekere vrouw. Ze voelde zich toen wel een buitenstaander in de doopsgezinde broederschap, waarin ze niet was opgegroeid. De herinnering die is blijven hangen, is die van de latere Mankes- Zernike."
Pitstra verdiept zich voor haar biografie ook in Mankes-Zernike's theologie. Wie het werk, de boeken, maar vooral de artikelen van Anne Mankes-Zernike kent, legt ze uit, zal haar vooral begrijpen als een zeer uitgesproken, radicaal-vrijzinnige theologe. "Het ging haar erom dat mensen hun eigen geestelijke weg moeten vinden. Dat kon wat haar betreft ook prima buiten de kerk, in de kunst en in de literatuur." Met deze opvatting was Anne Mankes-Zernike te vrijzinnig voor veel doopsgezinden en soms zelfs te modern voor de leden van de nog vrijzinniger Nederlandse Protestantenbond.
Anne Mankes-Zernike raakt zoetjesaan in de vergetelheid, zegt Pitstra. "Dat is jammer. Ze was volgens mij een heel inspirerende persoonlijkheid die ergens echt voor durfde te gaan." Wat de invloed van Mankes-Zernike is geweest, is volgens Pitstra moeilijk te zeggen. "Ze roerde zich tot op hoge leeftijd in het maatschappelijke debat. Ze schreef stukken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant en De Groene Amsterdammer. Ik heb de indruk dat ze hierdoor vooral in de links-progressieve hoek wel enige invloed heeft gehad."
Het feit dat ze een zelfbewuste vrouw was, heeft ze echter nooit uitgebuit, zegt Pitstra. "Ze heeft zich nooit voor het feministische karretje laten spannen. Maar dat is waarschijnlijk vooral een slimme tactische zet geweest, die we bijvoorbeeld ook bij de eerste vrouwelijke hoogleraren terug zien. Door vooral niet te veel aandacht te schenken aan het vrouw-zijn of de aandacht op zichzelf te vestigen, trachtten deze pioniers hun plek veilig te stellen voor een volgende generatie."
In Rotterdam denken Bep Muijzer en Martine Pothuis nog regelmatig terug aan Mankes-Zernike.
Pothuis: "Door haar zijn we geworden wie we zijn. Ze wees ons op het belang van goede, gelijkwaardige gesprekken met elkaar."
Muijzer: "Luisteren, leerde ze ons, dat is belangrijk."
Pothuis: "Dat zijn we niet meer kwijtgeraakt."
Muijzer: "En die vrijzinnigheid, natuurlijk." Ze slaat met haar hand op het tafelkleed: "Zélf nadenken, je niets laten voorschrijven door ouderlingen met uitgestreken gezichten. Je moet het allemaal zélf doen."
(c) 2011 Trouw
Laatst gewijzigd: | 12 juni 2023 20:17 |