VVD jaaroverzicht 2006
Uit: P. Lucardie, M. Bredewold, G. Voerman en N. van de Walle,'Kroniek 2006. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2006' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2006 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2008), 15-104, aldaar 90-104.
Inleiding
Het jaar 2006 verliep niet gemakkelijk voor de VVD. De interne verdeeldheid nam scherpe vormen aan, de politiek aanvoerder trad af en bij de raads- en Kamerverkiezingen gingen zetels verloren. De strijd om het lijsttrekkerschap leek in het voorjaar juist kiezers te trekken. Die strijd werd beslecht door de leden – ook een blijk van vernieuwing. Vernieuwing uitte zich ook in de huisstijl, de website en in de kleurrijke opmaak van het ledenblad dat bovendien een nieuwe naam kreeg: Liber.
Gemeenteraadsverkiezingen
De VVD had in 2005 de voorbereidingen gestart voor de gemeenteraadsverkiezingen (zie Jaaroverzicht 2005). De campagne werd geleid door staatssecretaris Mark Rutte van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanaf de opening, officieel op 18 februari in Utrecht, kreeg de campagne een meer landelijk dan lokaal karakter. In een televisiespot zetten de liberalen zich af tegen de sociaal-democratie, gesymboliseerd door een rode roos die met alle winden mee lijkt te waaien. Tweede Kamerfractievoorzitter Jozias van Aartsen richtte zijn pijlen eveneens vooral op de PvdA en het gevaar van linkse colleges in grote steden.
Vice-premier Gerrit Zalm (VVD), tevens minister van Financiën, riep in het televisieprogramma Buitenhof op 19 februari de burgers van meer dan zestig gemeenten op om de verhoogde belasting op onroerende zaken (ozb) niet te betalen. Naar zijn mening was de verhoging in deze gemeenten meer dan twee procent en dus in strijd met de nieuwe wet – waarbij vooral door toedoen van zijn partij de ozb fors werd verlaagd. De mening van Zalm werd overigens bestreden door woordvoerders van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Achteraf bleek Zalm bovendien door ambtenaren gewaarschuwd te zijn voor overhaaste conclusies over deze kwestie. De fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, Maxime Verhagen, merkte op dat Zalm ‘in het enthousiasme van het campagne voeren zijn doel voorbijgeschoten’ zou zijn en zijn uitspraak diende te herroepen (NRC Handelsblad, 20 februari 2006). Op een verkiezingsbijeenkomst op 20 februari in Haarlem bood Zalm zijn excuses aan en gaf toe zich vergist te hebben. Hij zou zelfs even overwogen hebben af te treden. Wel hield Zalm vol dat provincies soms te gemakkelijk een gemeente onthieven van het verbod om de ozb te verhogen.
De uitslag stelde de VVD teleur. De partij had gehoopt de verliezen van 2002 goed te maken. Maar ook al boekten de liberalen in 54 gemeenten winst, gemiddeld vielen ze terug van 15,8 naar 13,7 procent van de stemmen (zie tabel 1). In het liberale bolwerk Wassenaar raakte de VVD haar dominante positie kwijt en viel zij terug van elf naar zes zetels, waarvan vooral een nieuwe lokale partij profiteerde. In de grote steden werd licht verlies geleden: in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam één zetel; alleen in Utrecht bleef de VVD dit lot bespaard en handhaafde zij haar zeteltal.
Het verlies van de VVD werd onder meer aan het leiderschap van Van Aartsen toegeschreven (zie hieronder), maar ook aan het optreden van Zalm en oud-partijleider Hans Wiegel, die nogal van leer was getrokken tegen D66 en haar leider Alexander Pechtold. Voorzitter Klaas-Jeroen Terwal van de Jongerenorganisatie voor Vrijheid en Democratie (JOVD), de liberale jongerenorganisatie, weet het verlies vooral aan de campagne, waarbij de VVD het kabinetsbeleid niet goed verdedigde en een te confronterende en polariserende toon gebruikte.
Bij de collegevorming leverde de VVD 84 van haar 286 wethoudersposten in. In steden als Amsterdam, Utrecht, Groningen, Leiden en Maastricht namen de liberalen niet meer aan het college deel.
Vertrek tweede-Kamerfractievoorzitter Van Aartsen
Al in de nacht van 7 op 8 maart besloot Van Aartsen consequenties te trekken uit de uitslag van de raadsverkiezingen. Hij had voor zichzelf besloten af te treden als de VVD minder dan veertien procent van de stemmen zou halen – en dat was immers gebeurd. Ook de vice-voorzitter van de fractie, Bibi de Vries, trad op 8 maart af. Nog dezelfde dag koos de fractie een nieuwe voorzitter, Wilibrord van Beek. Een aantal jonge backbenchers zou deze wisseling van de wacht al informeel voorbereid hebben (aldus NRC Handelsblad, 9 maart 2006). Eén van hen, Edith Schippers, werd nu vice-voorzitter van de fractie. Ook minister Henk Kamp van Defensie had door opmerkingen tegenover de Provinciale Zeeuwse Courant (6 maart 2006) over de positie van Van Aartsen aan de onrust bijgedragen.
Van Aartsen had zich in de herfst van 2004 kandidaat gesteld voor de functie van partijleider, maar de algemene vergadering van de VVD wilde toen niet verder gaan dan hem als ‘politiek aanvoerder’ aan te wijzen. Soms werd niet hij maar Zalm als de politiek leider van de VVD beschouwd (zie Jaaroverzicht 2004 en Jaaroverzicht 2005).
Hirsi Ali
Het Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali riep in 2006 evenals in 2005 ook in haar eigen partij weerstand op (zie ook Jaaroverzicht 2005). Op 9 februari verdedigde ze (naar aanleiding van de Deense spotprenten van de profeet Mohammed) op een druk bezochte persconferentie in Berlijn het recht om te beledigen en het recht op een onbeperkte vrijheid van meningsuiting. Ze werd daarin gesteund door Van Aartsen, die haar optreden in de Duitse hoofdstad ‘woest goed’ noemde (Trouw, 15 februari 2006). Haar fractiegenoot Arno Visser was het daar niet mee eens. Volgens hem miskende Hirsi Ali de grenzen die liberalen vanouds aan vrijheidsrechten stelden (Trouw, 18 februari 2006).
Op 29 september presenteerde Hirsi Ali haar autobiografie Mijn Vrijheid, een geautoriseerde vertaling uit het Engels.
Verdonk versus Hirsi Ali
Op 11 mei verklaarde Hirsi Ali in het televisieprogramma ‘Zembla’ dat zij bij haar komst naar Nederland in 1992 niet de waarheid had gesproken over onder meer haar geboortejaar en haar familienaam – wat ze overigens bij eerdere gelegenheden ook al toegegeven had (zie ook in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’). Ze had zich Hirsi Magan en niet Hirsi Ali moeten noemen – al lag dat in haar geboorteland Somalië niet zo eenvoudig als in Nederland. Hilbrand Nawijn, oud-minister van Vreemdelingenzaken en Integratie voor de LPF en sinds 2005 onafhankelijk lid van de Tweede Kamer, vroeg zijn opvolger als minister Rita Verdonk om Hirsi Ali het Nederlanderschap te ontnemen indien zij destijds gelogen had. (Om verwarring te voorkomen wordt in de Kroniek ook na deze onthulling de naam ‘Hirsi Ali’ gebruikt, mede gelet op de ontwikkelingen die volgden.) De minister liet een onderzoek instellen. Oud-VVD-leider Hans Dijkstal raadde in het televisieprogramma Buitenhof op 14 mei zijn partijgenote aan, de eer aan zichzelf te houden en haar Kamerlidmaatschap neer te leggen.
Op 15 mei liet Verdonk in een brief aan de Tweede Kamer weten dat Hirsi Ali de Nederlandse nationaliteit ten onrechte verkregen had. Juristen bleken hier (desgevraagd) overigens van mening over te verschillen. Evenmin was duidelijk in hoeverre de partijtop van de VVD bekend was met de achtergrond van Hirsi Ali toen zij in 2002 kandidaat werd gesteld voor het Kamerlidmaatschap. Aanvankelijk konden de toenmalige politiek leider, Zalm, en de partijvoorzitter uit die tijd, Bas Eenhoorn, zich dit niet herinneren, maar later gaven beiden toe wel op de hoogte te zijn gesteld door de AIVD. ‘De politieke risico’s hebben we bewust genomen’, verklaarde Zalm op 27 juni (de Volkskrant, 28 juni 2006).
Op 16 mei maakte Hirsi Ali op een persconferentie in het bijzijn van partijvoorzitter Jan van Zanen en Zalm bekend onmiddellijk de Tweede Kamer te zullen verlaten en per 1 september te gaan werken voor het American Enterprise Institute, een conservatieve denktank in Washington DC. Aanvankelijk had ze daar pas na de in mei 2007 verwachte Tweede Kamerverkiezingen willen beginnen, maar zij besloot nu eerder te gaan. Daarbij speelde ook mee dat de rechter op 27 april de bezwaren van haar buren in Den Haag tegen haar aanwezigheid (uit veiligheidsoverwegingen) in hoger beroep gegrond had verklaard. Hirsi Ali ging niet in op vragen over haar Nederlanderschap, maar zei Verdonk niets te verwijten: ‘Ik ben gek op Rita’ (NRC Handelsblad, 17 mei 2006). Ze zou wel in beroep gaan tegen het besluit van de minister. Hirsi Ali werd als Kamerlid opgevolgd door Laetitia Griffith, die van 2003 tot 2005 al lid van de Kamer was geweest en vervolgens wethouder in Amsterdam was geworden.
Binnen de VVD werd zeer verdeeld gereageerd op het vertrek van het Kamerlid. Directeur Patrick van Schie van de Prof.mr. B.M. Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, vond dat het ‘grootste politieke talent van Nederland’ op schandelijke wijze het land uitgejaagd werd; oud-partijleider Wiegel daarentegen noemde het vertrek ‘geen verlies’ (NRC Handelsblad, 16 mei 2006). Zalm zou zijn collega-minister Verdonk ‘een takkewijf’ hebben genoemd – en bood daar in augustus excuses voor aan (NRC Handelsblad, 28 augustus 2006). De voormalige vice-voorzitter van de fractie, De Vries, waarschuwde dat haar partijgenoten bloed aan hun handen zouden hebben als Hirsi Ali nu iets zou overkomen. Ook van de coalitiegenoten van de VVD kwam kritiek op de gang van zaken. Verhagen, de fractievoorzitter van het CDA, vond het snelle besluit van de minister onzorgvuldig.
De Tweede Kamer vroeg (in de nacht van 16 op 17 mei) in een motie minister Verdonk om haar conclusie te heroverwegen, dan wel een nieuw naturalisatieverzoek van Hirsi Ali met de grootste spoed in behandeling te nemen. Na enige aarzeling beloofde Verdonk de motie uit te voeren. Minister-president Jan Peter Balkenende zou daar ook sterk op hebben aangedrongen. Op het partijcongres van de VVD op 19 en 20 mei in Noordwijkerhout (dat voornamelijk gewijd was aan huishoudelijke zaken en aan veiligheid) zei Verdonk dat Hirsi Ali haar Nederlanderschap alsnog zou kunnen behouden.
Op 27 juni bevestigde minister Verdonk deze mededeling in een brief aan de Tweede Kamer. Ze had zich laten overtuigen dat Hirsi Ali zich volgens Somalisch familierecht zo mocht noemen, omdat haar grootvader niet alleen de naam Magan maar ook de naam Ali had gevoerd. Ze bleek echter van haar partijgenote een verklaring verlangd te hebben waarin deze betreurde dat ze de minister op het verkeerde been had gezet. In het televisieprogramma ‘NOVA’ verklaarde Hirsi Ali op 27 juni dat ze deze verklaring wel moest ondertekenen omdat ze onder tijdsdruk stond. Ze had duidelijkheid nodig voor haar visumaanvraag in de Verenigde Staten. Op 28 juni kwam de Tweede Kamer op instigatie van de fractie GroenLinks bijeen voor een spoeddebat over deze kwestie. Dit leidde tot de val van het kabinet (zie in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’).
Wiegel als lijsttrekker of kandidaat-premier?
Terwijl de Tweede Kamerverkiezingen nog ver weg leken, zette in Alphen aan den Rijn de voorzitter van de gemeenteraadsfractie, Robert Blom, in januari een actie op touw om Wiegel opnieuw lijsttrekker te maken. Vanuit bijna 180 afdelingen zou hij steunbetuigingen ontvangen. Wiegel had in 1972, 1977 en 1981 de lijst van de VVD met succes aangevoerd en ook daarna regelmatig van zijn betrokkenheid bij de partij blijk gegeven. Op 19 januari verklaarde hij echter ‘vierkant achter Jozias van Aartsen en zijn candidatuur [sic] voor het lijsttrekkerschap te staan’ (NRC Handelsblad, 19 januari 2006). Partijvoorzitter Van Zanen noemde het intiatief van Blom een ‘buitengewoon stomme actie’ (Trouw, 19 januari 2006). Van Aartsen ambieerde op dat moment zelf het lijstaanvoerderschap, maar zou Wiegel wel als kandidaat-premier in de verkiezingsstrijd in willen zetten, zoals hij al in 2005 had gezegd (zie ook Jaaroverzicht 2005). Niet iedereen juichte een dergelijk tandem toe. Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas (VVD) vond de constructie te vrijblijvend en niet goed voor het ambt van Kamerlid, zo verklaarde hij in het radioprogramma TROS Kamerbreed op 21 januari.
Wiegel en Van Aartsen trokken niet altijd één lijn. In 2005 bleken ze verschillend te denken over de vrijheid van (bijzonder) onderwijs (zie ook Jaaroverzicht 2005), in februari 2006 reageerden ze verschillend op de onrust die Deense spotprenten van de profeet Mohammed hadden veroorzaakt onder moslims. Terwijl Van Aartsen het recht op belediging verdedigde, waarschuwde Wiegel tegen het ongebreidelde gebruik van de vrijheid van meningsuiting en de alles-moet-kunnen-mentaliteit. Volgens een peiling van TNS NIPO in opdracht van de Volkskrant begin maart zouden meer liberale kiezers Wiegel als premier willen (veertig procent) dan Van Aartsen (zeventien procent), Verdonk (dertig procent) of Kamp (25 procent). Juist in die tijd kwam Wiegel in opspraak, omdat hij als president-commissaris van een computerbedrijf belastingfraude niet gemeld zou hebben. Wiegel kondigde overigens na het vertrek van Van Aartsen als fractievoorzitter en potentieel lijsttrekker op 9 maart aan, zich nu ook niet meer beschikbaar te zullen stellen als kandidaat-premier – laat staan als lijsttrekker. Laatstgenoemde functie had hij niet geambieerd, maar het minister-presidentschap in een tandem met Van Aartsen als lijsttrekker wel.
Kandidaten lijsttrekkerverkiezingen
Vanaf 9 maart konden zich kandidaten voor het lijsttrekkerschap aanmelden. De gedoodverfde kandidaat Van Aartsen had zich na zijn aftreden als fractievoorzitter ook teruggetrokken als kandidaat-lijsttrekker (zie hierboven). Reeds op 9 maart stelde Rutte zich kandidaat en lichtte dat op een persconferentie toe. Hij hoopte de VVD een ander imago te geven en er een echte volkspartij van te maken waar zowel mannen met dassen en vrouwen met parelkettingen als jongeren met een oorbel of ‘een raar kapsel’ welkom waren (de Volkskrant, 10 maart 2006). Tegelijkertijd opende hij de aanval op de PvdA: ‘Bos wil alleen maar de bestaande koek verdelen. Ik wil meer koek verdienen’ (de Volkskrant, 10 maart 2006). Aanvankelijk dienden zich geen tegenkandidaten aan, maar op 22 maart meldde zich het Tweede Kamerlid Jelleke Veenendaal. Ze was pas eind 2003 in de Kamer gekomen en nog weinig bekend, maar hoopte meer openheid en debat in de partij te brengen.
Na enige aarzeling besloot echter ook minister Verdonk zich kandidaat te stellen. Ze was populair, maar niet onomstreden – ook binnen haar eigen partij. Zo pleitte ze op een partijbijeenkomst over integratie op 21 januari in Rotterdam voor een gedragscode naar het voorbeeld van de Maasstad. Op straat zou Nederlands moeten worden gesproken en geen buitenlandse taal. Haar partijgenote Griffith, toen nog wethouder in Amsterdam, vond dit te ver gaan. Een paar dagen later zou de minister haar uitspraak nuanceren. Verdonk presenteerde zich op 5 april op de Bouw-Rai in Amsterdam. ‘Ik ben niet links en ik ben niet rechts, ik ben recht door zee’, verklaarde ze (NRC Handelsblad, 6 april 2006). Ze liet zich kritisch uit over het fiscaal beleid, politiebeleid, onderwijs en zorg – wat haar twee dagen later in de ministerraad niet in dank werd afgenomen. Verdonk onderscheidde zich naar eigen zeggen van Rutte niet zozeer door andere of rechtsere ideeën, maar door ‘daadkracht en duidelijkheid’ (NRC Handelsblad, 5 april 2006). Rutte vond die uitlating ‘beledigend voor de leden’, ‘onzin’ en ‘schadelijk voor de VVD’ (de Volkskrant, 6 april 2006). Daarmee was de toon gezet, ook al zouden de twee kandidaten hun eerste ruzie spoedig hebben ‘afgezoend’(NRC Handelsblad, 7 april 2006).
De strijd tussen Rutte en Verdonk verdeelde de VVD, en drong Veenendaal naar de achtergrond. Rutte was officieel door het hoofdbestuur kandidaat gesteld en kreeg steun van de JOVD, vice-premier Zalm, minister Hans Hoogervorst en oud-minister Frank de Grave, terwijl Verdonk de voorkeur genoot van oud-partijleider Frits Bolkestein, Kamervoorzitter Weisglas, het Tweede Kamerlid Charlie Aptroot en aanvankelijk ook van Eurocommissaris Neelie Kroes. Laatstgenoemde trok haar steun echter in naar aanleiding van het besluit van de minister om Hirsi Ali haar Nederlanderschap te ontnemen.
Campagne lijsttrekkerverkiezingen
Verdonk ging een professionele campagne voeren, onder leiding van Ed Sinke, oud-voorzitter van de Kamercentrale Amsterdam, en Kay van de Linde, die in 2001 en 2002 voor Leefbaar Nederland gewerkt had. Rutte liet zijn campagne leiden door de Amsterdamse oud-wethouder Frits Huffnagel – die overigens in april wethouder van Den Haag zou worden. Volgens peilingen van Maurice de Hond en van TNS NIPO zou Verdonk meer kiezers kunnen trekken dan Rutte.
Op de partijraad die zich op 8 april in Ermelo bezig hield met de toekomst van Europa, kregen Verdonk en Rutte gelegenheid hun opvattingen uiteen te zetten – Veenendaal bleek te laat op de hoogte van de gelegenheid om te kunnen komen. Terwijl Rutte de nadruk legde op de voordelen van Europese integratie, pleitte Verdonk voor een beperkt Europa, met minder regels en minder invloed van Brussel.
De strijd om het leiderschap leverde de VVD aanvankelijk groeiende aanhang op: in peilingen steeg ze in de loop van de maanden april en mei van 25 naar 35 zetels (volgens Interview/NSS). De campagne verliep echter niet zonder strubbelingen. Het campagneteam van Verdonk verzocht om een eigen waarnemer bij de verkiezingen, wat op wantrouwen jegens het partijbestuur leek te duiden. Het partijbestuur had zich immers uitgesproken voor Rutte. De kandidaten kwamen voorts moeizaam tot overeenstemming over het aantal debatten dat ze met elkaar zouden voeren.
Verdonk opende haar campagne op 20 april in Utrecht en kondigde aan de VVD tot grootste partij in Nederland te zullen maken. Een belangrijk strijdpunt was voor haar belastingverlaging voor werknemers. Ze sloot desgevraagd uit dat ze een eigen partij zou oprichten ingeval ze geen lijsttrekker van de VVD zou worden: ‘ik ben loyaal aan de VVD’ (de Volkskrant, 22 april 2006). Ed Nijpels, oud-partijleider en commissaris van de koningin in Friesland, vreesde echter dat zij de partij niet bij elkaar zou weten te houden en noemde haar in een radioprogramma op 21 april een ‘brokkenpiloot’ (de Volkskrant, 22 april 2006). Op 24 april gingen de drie kandidaten in Heerhugowaard voor het eerst met elkaar in debat; in mei volgden – druk bezochte – debatten in Rotterdam, Assen, Oudenbosch, Weert, Arnhem en op het partijcongres in Noordwijkerhout. Hoewel de toon soms wat vinnig werd, leken er weinig inhoudelijke verschillen te zijn. Rutte verweet Verdonk gebrek aan helderheid en consistentie in haar uitspraken over belangrijke onderwerpen als de hypotheekrenteaftrek en het bijzonder onderwijs. In mei kondigde Verdonk aan, ‘met alle liefde’ premier te worden indien ze er in zou slagen de VVD tot grootste partij te maken (Trouw, 4 mei 2006).
Tussen 10 en 24 mei konden de leden hun stem uitbrengen. Ze mochten bovendien een eenmaal uitgebrachte schriftelijke stem elektronisch of telefonisch ongedaan maken. Toen het partijbestuur daar op 18 mei nog eens op wees, vreesden Verdonk-aanhangers dat het zodoende de verkiezing wilde beïnvloeden. Weisglas noemde deze herstemmingsmogelijkheid ‘ondemocratisch’ (NRC Handelsblad, 19 mei 2006). Intussen had de kwestie van het Nederlanderschap van Hirsi Ali (zie hierboven) het aanzien van Verdonk waarschijnlijk schade toegebracht, volgens een peiling onder ruim driehonderd VVD-leden van TNS NIPO voor ‘RTL Nieuws’. Niettemin werd ze vaker dan Rutte door de leden als sterke leider en stemmentrekker beschouwd. Sommige critici legden verband tussen haar optreden in de kwestie-Hirsi Ali en haar strijd om het lijsttrekkerschap. In het debat tussen de drie kandidaten op het partijcongres in Noordwijkerhout, dat live op 19 mei werd uitgezonden via het actualiteitenprogramma ‘Netwerk’, kwam de kwestie niet ter sprake. De toon was hier dan ook gematigd. Rutte-aanhangers, zichtbaar aan affiches, kaarten, koeken en folders, leken op het congres in de meerderheid. Verschillende vooraanstaande partijleden riepen op tot eenheid. Zalm noemde sommige opmerkingen van partijprominenten over Verdonk ‘weinig verheffend’ (de Volkskrant, 22 mei 2006). Fractievoorzitter Van Beek verzocht zijn fractiegenoten dringend om niet meer anoniem kritiek op een kandidaat te uiten. Het wantrouwen tussen de kandidaten en hun aanhangers bleef echter groot; toen het campagneteam van Rutte adresgegevens van leden bij enkele afdelingen opvroeg, diende het team van Verdonk prompt op 22 mei een klacht in bij Jan Kees Wiebenga, onder meer oud-lid van de Eerste en de Tweede Kamer, die door het partijbestuur was aangesteld om toe te zien op een eerlijk verloop van de verkiezing. Wiebenga gaf de afdeling Den Haag hiervoor (op 26 mei) een berisping.
Uitslag lijsttrekkerverkiezingen
Op 31 mei werd de uitslag in Amsterdam bekend gemaakt, die vele waarnemers verraste. Peilingen hadden veelal Verdonk als winnaar aangewezen, maar van de ruim 28.000 VVD-ers (74 procent van de 39.000 stemgerechtigde leden) die aan de verkiezing hadden deelgenomen gaf 51 procent (14.777) de voorkeur aan Rutte, 46 procent (13.131) aan Verdonk en drie procent (803 stemmen) aan Veenendaal. Volgens een peiling van De Hond zou Rutte minder kiezers trekken dan Verdonk. Er werd dan ook even gespeculeerd over een duo-lijsttrekkerschap, maar de partijtop voelde daar weinig voor.
Op 27 juni trad Rutte af als staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, om de volgende dag beëdigd te worden als lid van de Tweede Kamer. Vervolgens loste hij op 29 juni Van Beek als fractievoorzitter af. Als staatssecretaris werd hij opgevolgd door de Haagse oud-wethouder Bruno Bruins (ook VVD).
Programma Tweede-Kamerverkiezingen
In november 2005 was een commissie ingesteld die onder leiding van Ben Verwaayen, topman van British Telecom, een programma zou ontwerpen voor de Tweede Kamerverkiezingen die toen nog voor 2007 verwacht werden (zie Jaaroverzicht 2005). Penvoerder was de politiek filosoof Luuk van Middelaar. De commissie zou een aantal reeds vastgestelde ‘visiedocumenten’ bij haar werk betrekken.
Op 28 augustus presenteerde de commissie in Rotterdam haar ontwerpprogram, getiteld Voor een samenleving met ambitie. Het was opgemaakt en gedrukt als een tabloid krant, met korte teksten en kleurrijke foto’s. Belangrijke eisen waren: verlaging van de inkomstenbelasting met drie procent voor alle tariefschijven; handhaving van de hypotheekrenteaftrek en de AOW; gratis kinderopvang voor werkende en ondernemende ouders; zwaardere straffen voor geweld en andere overtredingen tegen gezagsdragers; voorrang voor artikel 1 van de Grondwet, dat discriminatie verbiedt. De commissie pleitte ook voor een ‘heldere en rechtvaardige asielprocedure: snel en zorgvuldig’.
Waardering voor het program kwam vooral van de werkgeversorganisatie VNO-NCW, kritiek van de vakbeweging en van andere partijen. Niet alleen de linkse partijen maar ook de christen-democratische coalitiepartner vond dat de liberalen de ‘onderkant van de samenleving’ teveel de rekening lieten betalen (de Volkskrant, 29 augustus 2006). Rutte uitte op zijn beurt tijdens de presentatie van het program kritiek op het CDA (‘duf en weinig ambitieus’), maar zou toch de coalitie na de verkiezingen willen voortzetten (Trouw, 29 augustus 2006).
Op 30 september stelde het congres in Den Haag het programma definitief vast, met geringe wijzigingen – slechts zeven amendementen werden aangenomen. In oktober zou de VVD op aandrang van het Centraal Planbureau (CPB) haar plan voor verlaging van de inkomstenbelasting temperen (van drie procent tot 2,5 procent).
Kandidaatstelling Tweede Kamerverkiezingen
In 2004 was een ‘scoutingcommissie’ ingesteld die onder leiding van de Arnhemse burgemeester Pauline Krikke permanent geschikte kandidaten zocht voor de Eerste en Tweede Kamer. Op de algemene vergadering van 19 en 20 mei in Noordwijkerhout werd een technisch advies vastgesteld voor de kandidatenlijst. Arthur Docters van Leeuwen, voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten en één van de auteurs van het in 2005 vastgestelde Liberaal Manifest , maakte in mei bekend dat hij de uitnodiging aannam om zich kandidaat te stellen. In juli en augustus meldden zich meer kandidaten: onder anderen oud-journalist en communicatie-adviseur Ton Elias, de aan de Utrechtse universiteit verbonden historicus Arend Jan Boekestijn en officier van justitie Fred Teeven – die in 2002 de lijst van Leefbaar Nederland aanvoerde. Een deel van de zittende Kamerleden stelde zich opnieuw verkiesbaar. Na enige aarzeling besloot Kamervoorzitter Weisglas in augustus om geen nieuwe termijn na te streven. De bewindslieden Sybilla Dekker, Henk van Hoof, Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, Hoogervorst en Zalm zagen eveneens af van een plaats op de kandidatenlijst. Hoogervorst zou wel de campagne leiden. Op 21 augustus liet Van Aartsen weten evenmin terug te willen keren naar de Kamer, ondanks aandrang van Rutte.
Het hoofdbestuur stelde na overleg met de voorzitters van de Kamercentrales – de kieskringorganisaties van de VVD – op 25 augustus de ontwerplijst vast. Het concept, dat vroegtijdig bekend werd, leidde tot enige onrust in de partij. Docters van Leeuwen, die voorgedragen zou worden voor de tiende plaats, trok zich daarop terug, waarbij een rol speelde dat Teeven de vijfde plaats zou krijgen. De officier van justitie stond voor een hardere aanpak van criminaliteit, waarmee zijn voormalige superieur – Docters van Leeuwen was voorzitter van het college van procureurs-generaal geweest – niet in kon stemmen. De oud-Kamerleden Visser en Eske van Egerschot bedankten voor de plaatsen 24 respectievelijk 38.
Op 30 augustus presenteerde het hoofdbestuur de inmiddels aangepaste lijst. Op de eerste drie plaatsen stonden Rutte, Verdonk en Kamp. De vierde en vijfde plaats waren voor nieuwkomers: de econoom en ondernemer Brigitte van der Burg en Teeven. Het Kamerlid Schippers kreeg de zesde plaats, de bewindslieden Atzo Nicolaï en Johan Remkes de zevende respectievelijk achtste plaats, het oud-Kamerlid Griffith kwam op de negende plaats. Daarna volgden zittende Kamerleden, tot de veertiende plaats voor nieuwkomer Boekestijn. Elias kwam op 23. Ex-lijsttrekkerskandidaat Veenendaal kreeg een onverkiesbaar geachte plaats (nr. 33), wat aanleiding vormde voor de voorzitter van de Kamercentrale Noord-Holland Noord, H. ter Heegde, om zijn functie neer te leggen.
De kandidaten konden zich op 2 en 9 september in Bussum presenteren aan de leden, die van 8 tot en met 18 september via internet, telefonisch of per post konden stemmen. Ruim een vijfde (8.422) van de 41.996 stemgerechtigde leden bracht een stem uit. De volgorde op de lijst veranderde daardoor enigszins. Zo rukte Griffith op naar de vijfde plaats en zakte Teeven naar plaats zes. Ook Schippers, Nicolaï en Remkes schoven een plaats op, verder bleef de lijst vrijwel ongewijzigd. De definitieve lijst werd gepresenteerd op 29 september op het congres in Den Haag.
Van Schijndel
De advocaat Anton van Schijndel had sinds zijn toetreden tot de Tweede Kamer in augustus 2005 een kritische rol vervuld. Op 6 september 2006 schreef hij in de Volkskrant dat het ontwerpprogram van zijn partij slechts lippendienst bewees aan grote maatschappelijke vraagstukken als immigratie, integratie en de Europese integratie. Hiermee werd naar zijn mening ‘de erfenis van Frits Bolkestein verkwanseld’. Zijn onverkiesbare 35-ste plaats op de ontwerpkandidatenlijst beschouwde hij als een signaal dat zijn opvattingen in de partij niet meer welkom waren en hij overwoog daarom zich bij een nieuwe partij aan te sluiten. Rutte eiste hierop dat Van Schijndel ofwel zijn eisen zou intrekken, ofwel zijn Kamerzetel ter beschikking zou stellen. Toen het Kamerlid daar niet op inging, werd hij onmiddellijk uit de fractie gezet. Hij vormde kort daarop een nieuwe fractie samen met het uit de LPF getreden Kamerlid Joost Eerdmans, die betrokken was bij de oprichting van EénNL. Bij de Kamerverkiezingen stond Van Schijndel zevende op de kandidatenlijst van EénNL, wat ook een onverkiesbare plaats bleek te zijn: de nieuwe partij haalde geen zetels.
Campagne Tweede Kamerverkiezingen
Rutte had in een toespraak voor de bestuurdersvereniging van de VVD op 1 april in Utrecht aangekondigd zich in de campagne te richten op kiezers van de rechtervleugels van CDA en PvdA, maar niet met de sociaal-democraten te willen regeren. Hij verwachtte zo meer zetels te kunnen winnen dan met een rechtsere campagne die Geert Wilders (PVV) en Marco Pastors (EénNL) wind uit de zeilen zou nemen. Op het partijcongres op 30 september sloot Rutte ook de ChristenUnie als partner uit, vanwege haar linkse koers. Ook vice-premier Zalm sprak voorkeur uit voor een coalitie met het CDA om het liberale beleid van het tweede en derde kabinet-Balkenende voort te zetten.
Op 30 oktober hield de VVD een bijeenkomst in Den Haag over economisch beleid, waaraan ondernemers als Antony Burgmans (Unilever), Rein Willems (Shell) en Verwaayen (British Telecom) deelnamen. Rutte stelde voor de WW-premie voor oudere werknemers af te schaffen om te voorkomen dat zij vervroegd werkloos of gepensioneerd zouden worden.
Nog voor de officiële start van de campagne (op 4 november) bleken binnen de partij ongerustheid en verdeeldheid te bestaan over de wijze van campagnevoeren. Sommige Kamerleden vonden (in een fractievergadering op 31 oktober) de campagne niet hard genoeg en te weinig op de lijsttrekker gericht: andere prominente liberalen als Zalm, Kamp en Verdonk zouden teveel aandacht trekken. Verdonk voerde campagne via de website die ze als kandidaat-lijsttrekker in gebruik had genomen (www.stemrita.nl). Ze trad onder meer in debat met GroenLinks-lijsttrekker Halsema in een door muziekzender MTV en Coolpolitics georganiseerde serie korte debatten. Volgens een peiling van De Hond zou de VVD met Verdonk als lijsttrekker drie zetels meer winnen dan nu met Rutte. Ze zou graag vice-premier worden als de VVD weer mee zou regeren, verklaarde ze op 14 november op een partijbijeenkomst in Leiden, Rutte zou dan voorzitter van de Tweede-Kamerfractie blijven.
Rutte zei graag te willen profiteren van de populariteit die Verdonk genoot. De VVD-lijsttrekker moest moeite doen om te voorkomen dat de media alle aandacht richtten op de tweestrijd tussen CDA en PvdA, en hij ging daarbij vragen over zijn persoonlijk leven niet uit de weg. Zo bekeek hij in het bijzijn van een verslaggeefster van het televisieprogramma ‘Lijst 0’ een video met potentiële huwelijkskandidaten – Rutte was vrijgezel – en liet hij zich door een journaliste van het blad Viva (dat op 13 november verscheen) liggend op een hotelbed interviewen. Rutte wilde het activeren van mensen in WW of bijstand tot centraal thema verheffen, onder het motto ‘het karwei begint nu pas’ – zo kondigde hij aan bij de formele opening van de campagne op 4 november in Lunteren, waar ook het jaarlijks congres van de VVD-Bestuurdersvereniging plaatsvond. CDA en PvdA zouden van Nederland een ‘rusthuis aan de Noordzee’ willen maken (de Volkskrant, 6 november 2006).
Ook Zalm nam afstand van het CDA en verweet Balkenende gebrek aan leiderschap en angst voor verdere hervormingen: ‘Balkenende zegt nu: laat mij m’n karwei maar stoppen’ (de Volkskrant, 15 november 2006). Op 14 november presenteerde de VVD een plan voor twee miljard extra investeringen om de knelpunten in het wegennet op te lossen, onder meer door snelwegen boven elkaar aan te leggen. Minister van Defensie Kamp, die eveneens een actieve rol in de campagne speelde, reageerde scherp op een publicatie in de Volkskrant op 17 november over marteling van Irakezen door Nederlandse militairen. De krant had zich volgens hem in de slotfase van de verkiezingsstrijd voor een politiek karretje laten spannen (de Volkskrant 22 november 2006).
Uitslag Tweede-Kamerverkiezingen
De VVD leed vrijwel overal verlies. Ze bleef niettemin de grootste partij in enkele gemeenten in Noord- en Zuid-Holland zoals Amstelveen, Blaricum, Laren en Wassenaar. Ze verloor vooral kiezers aan het CDA (bijna een kwart van haar aanhang uit 2003) en aan de PVV (vijf procent). De nieuwe partijen EénNL en de Liberaal-Democratische Partij – in augustus opgericht door oud-VVD-er Sammy baron van Tuyll van Serooskerken – bleken weinig kiezers te hebben weggehaald bij de VVD. Hoewel de opiniepeilingen sinds oktober op verlies duidden, viel de uitslag toch nog tegen. Directeur van de Teldersstichting Van Schie weet het verlies vooral aan een te bleek programma, dat wel een ‘socialistisch’ voorstel voor kinderopvang bevatte maar weinig aandacht schonk aan de integratie van immigranten. Rutte had echter volgens Van Schie ook in de campagne te weinig gedaan om de VVD een ‘duidelijk herkenbaar gezicht’ te geven (NRC Handelsblad, 23 november 2006). Ook andere partijleden uitten kritiek, maar Kamp en Zalm namen Rutte hiertegen in bescherming.
De partijraad boog zich op 9 december in Zoetermeer over de verkiezingsuitslag. De deelnemers leverden veel kritiek op het campagneteam, dat amateuristisch te werk zou zijn gegaan. Sommige sprekers pleitten voor een rechtsere koers, andere voor juist een linksere. Rutte zag zichzelf als slachtoffer van de tweestrijd tussen Balkenende en Wouter Bos. Voorts beschouwde hij de uitslag vooral als nederlaag voor de gevestigde ‘centrumpartijen’ tegen de ‘outsiders’ (NRC Handelsblad, 11 december 2006).
Rutte versus Verdonk
De Tweede Kamerfractie koos Rutte op 23 november meteen weer tot voorzitter. Hij kreeg hierbij de steun van Verdonk. Toen echter bleek dat zij bij de Kamerverkiezingen 620.555 voorkeursstemmen had gekregen, ruim 67.000 meer dan lijsttrekker Rutte, riep ze op 28 november in een toespraak in een Haags café de partij op om de oud-partijleiders Bolkestein en Wiegel ‘de betekenis van deze unieke situatie voor de partij’ te laten onderzoeken (NRC Handelsblad, 29 november 2006). Ze wilde zich hard maken voor ‘de koers-Verdonk’ die in haar ogen werd gesteund door de kiezers maar tegengewerkt door ‘veertig partijbonzen’. De partijtop toonde zich weinig gecharmeerd van dit idee. In de wandelgangen klonken kwalificaties als ‘schandalig’ en ‘egocentrisch’, en werd de vrees geuit voor ‘LPF-achtige toestanden’ (de Volkskrant, 29 november 2006). Rutte verklaarde na een intensieve fractievergadering – waarin hij zou hebben gedreigd af te treden indien de fractie in zou stemmen met het voorstel van Verdonk – dat hij ‘de baas’ bleef en Verdonk beaamde dat. Wel zou een commissie onder leiding van oud-minister Dekker de verkiezingsnederlaag gaan onderzoeken – en daarbij ook de gemeenteraadsverkiezingen en de strijd om het lijsttrekkerschap betrekken. Wiegel sprak de verwachting uit dat de discussie over het leiderschap in zijn partij hiermee nog niet beëindigd zou zijn. Het niet herkozen Kamerlid Gert-Jan Oplaat deelde die mening en vreesde dat Rutte als partijleider niet de ‘centrum-rechtse basis’ van de VVD terug zou winnen (Trouw, 30 november 2006).
Provinciale Statenverkiezingen 2007
In het voorjaar van 2006 startte de VVD de voorbereidingen voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2007. In mei konden in alle provincies lijsttrekkers door de leden van de provinciale afdelingen gekozen worden. In negen provincies werd slechts één kandidaat gesteld, die vervolgens automatisch lijsttrekker werd. Alleen in Limburg, Noord-Brabant en Noord-Holland vonden ledenraadplegingen plaats. De kandidatenlijsten werden in november vastgesteld.
In Drenthe vond in augustus een scheuring plaats in de Statenfractie. Naar aanleiding van persoonlijk getinte meningsverschillen over de werkwijze van de fractie vormden twee leden een eigen fractie, ‘Actief Liberaal Drenthe’; zij overwogen deel te nemen aan de Statenverkiezingen.
Eerste-Kamerverkiezingen 2007
Op 31 mei werd de fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Uri Rosenthal, tot lijstaanvoerder benoemd – bij gebrek aan tegenkandidaten was een ledenraadpleging overbodig. Op 13 oktober presenteerde het hoofdbestuur de groslijst van overige kandidaten, waarover de leden in maart 2007 zouden stemmen. De Eerste-Kamerverkiezingen zouden plaatsvinden op 29 mei 2007.
Personalia
Bolkestein, oud-minister en politiek leider van de VVD van 1990 tot 1998, volgde in januari Harrie Langman op als voorzitter van het curatorium van de Prof.mr.B.M. Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD.
Het Tweede Kamerlid Ruud Luchtenveld werd in juni wethouder in Amersfoort en vertrok daarom uit de Kamer.
Oud-partijleider Zalm kondigde op 26 november zijn vertrek uit de politiek aan. Als minister kreeg hij van vele kanten lof toegezwaaid, zelfs van zijn GroenLinks-opponent Kees Vendrik . Zalm was minister van Financiën geweest van 1994 tot 2002 en van 2003-2007; in 2002 was hij in de Tweede Kamer gekozen en bij de vervroegde Kamerverkiezingen van 2003 had hij de lijst van de VVD aangevoerd.
Laatst gewijzigd: | 11 april 2023 16:51 |