VVD jaaroverzicht 2005
Uit: J. Hippe, R. Kroeze, P. Lucardie, N. van de Walle en G. Voerman, 'Kroniek 2005. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2005' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2005 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2006), 14-98, aldaar 89-98.
Inleiding
‘Niemand kan ontkennen dat 2005 zeer levendig is verlopen in onze liberale volkspartij’, aldus partijvoorzitter Jan van Zanen in zijn terugblik (Jaarverslag 2005 VVD-Hoofdbestuur). De VVD nam een nieuw beginselmanifest aan, voerde campagne in de aanloop naar het referendum over de Europese grondwet, en trof voorbereidingen voor de Tweede Kamerverkiezingen die in 2007 waren geagendeerd. Bij dit alles traden ook tegenstellingen binnen de partij aan het licht.
Hirsi Ali
Op 18 januari keerde het Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali onder grote belangstelling van de media terug in de Tweede Kamer. Sinds de moord op de filmregisseur Theo van Gogh op 2 november 2004 was zij – overwegend in het buitenland – ondergedoken vanwege bedreigingen door moslimextremisten (zie Jaaroverzicht 2004 ). Op de naar aanleiding van haar terugkeer gehouden persconferentie maakte Hirsi Ali een zelfbewuste indruk; ze zei door te gaan met haar strijd tegen ‘beginselen van de islam die onverenigbaar zijn met de liberale democratie’ (de Volkskrant, 19 januari 2005). Hirsi Ali kondigde daarbij een tweede deel van de film Submission aan, die zij samen met Van Gogh had gemaakt. In november deelde zij mee dat het script af was; in 2006 zouden de opnamen voor de film worden gemaakt.
Op 18 februari protesteerde Hirsi Ali publiekelijk tegen de wijze waarop zij en het eveneens bedreigde Tweede Kamerlid Geert Wilders beschermd werden tegen terroristische dreigingen door hun geheime verblijfplaatsen bekend te maken. Hirsi Ali wilde een algemeen bekend maar goed beveiligd adres hebben waar ze kon gaan wonen, zodat ze volledig kon deelnemen aan het maatschappelijke en politieke leven. Ook Tweede-Kamervoorzitter Frans Weisglas drong aan op vaste woonruimte voor bedreigde Kamerleden. Hoewel minister Piet Hein Donner van Justitie kritiek uitte op de handelwijze van Hirsi Ali, vond zijn departement al snel een nieuwe woning voor haar.
Begin maart werd Hirsi Ali voor de rechter gedaagd door vier moslims, die haar uitspraken in woord en geschrift en in de film Submission Part I over de islam en de profeet Mohammed ‘grievend en beledigend voor de islamitische bevolkingsgroep’ achtten (NRC Handelsblad, 15 maart 2005). Op 15 maart sprak de rechter uit dat Hirsi Ali niet de wet had overtreden, maar wel de grenzen ervan had opgezocht. De rechter maande het Kamerlid voorzichtiger te zijn met haar uitspraken.
Op 10 april maakte Time Magazine bekend dat het blad Hirsi Ali op de lijst van de ‘invloedrijkste personen ter wereld’ had gezet, omdat zij iemand was die op zou komen voor haar overtuiging. Hirsi Ali zelf vond de uitverkiezing ‘een hele grote eer’ (Trouw, 11 april 2005).
Gekozen burgemeester
In maart behandelde de Eerste Kamer het voorstel van minister Thom de Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties om de grondwet zodanig te wijzigen dat burgemeesters niet langer door de Kroon benoemd, maar eventueel door de burgers gekozen zouden worden (zie in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’). In 2003 had een partijcommissie van de VVD de rechtstreeks door de bevolking gekozen burgemeester aanbevolen (zie Jaaroverzicht 2003 ). Binnen de partij was dit standpunt omstreden – ook al zou het in mei 2005 in het Liberaal Manifest worden opgenomen (zie hieronder). Op 14 januari 2005 stelde een extra algemene ledenvergadering van de VVD-Bestuurdersvereniging vast dat het nut en de noodzaak van de invoering van een direct gekozen burgemeester niet was aangetoond. De vergadering drong er bij de Eerste Kamerfractie op aan dat dit eerst zou gebeuren, voordat er over de zogeheten ‘deconstitutionalisering’ zou worden besloten. Op 5 maart riep oud-partijleider Hans Wiegel de liberale senatoren op om tegen de plannen te stemmen en zo nodig het kabinet te laten vallen. Ondanks deze druk ging de liberale Eerste Kamerfractie akkoord met het voorstel.
Liberaal Manifest
In 2003 had de algemene vergadering van de VVD besloten het in 1981 vastgestelde Liberaal Manifest te actualiseren (zie Jaaroverzicht 2003 ). In 2004 werd daartoe een commissie ingesteld onder leiding van Geert Dales, burgemeester van Leeuwarden (zie Jaaroverzicht 2004 ). Deze commissie presenteerde op 25 februari 2005 de conceptversie, getiteld Om de vrijheid. Liberaal Manifest. Hierin werden onder meer een aantal ingrijpende bestuurlijke hervormingen voorgesteld, zoals de directe verkiezing van de formateur (en daarmee hoogstwaarschijnlijk de minister-president) en de burgemeester. Deze staatkundige vernieuwingsvoorstellen waren binnen de partij omstreden. Oud-partijleider Hans Dijkstal zag net als minister Henk Kamp van Defensie niets in een gekozen formateur/premier. Op een partijbijeenkomst op 12 maart, waar partijleden over het manifest in discussie konden gaan met de commissie-Dales, was evenmin veel enthousiasme te bespeuren over deze voornemens.
Op 27 en 28 mei boog de algemene vergadering zich over het Liberaal Manifest. Met 346 tegen 241 stemmen wees het ledencongres de gekozen formateur af, nadat het erelid Henk Vonhoff en de Kamervoorzitter Weisglas zich hiertegen hadden gekeerd. Vervolgens diende oud-voorzitter Ciska Scheidel van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) met steun van partijvoorzitter Van Zanen een voorstel in voor een rechtstreeks gekozen minister-president, dat met een nipte meerderheid werd aangenomen (287 tegen 273 stemmen). Verder stemden de leden ook in met de invoering van de gekozen burgemeester en het referendum (in bepaalde gevallen). Tweede Kamerfractievoorzitter Jozias van Aartsen toonde zich hierover zeer tevreden; ‘dit is een geweldige doorbraak’, zo meende hij (Trouw, 30 mei 2005). Oud-partijleider Wiegel reageerde afwijzend, omdat voor de invoering van de gekozen premier een veel tijd kostende grondwetswijziging noodzakelijk was. Dijkstal reageerde uiterst negatief. Hij meende dat de VVD onder leiding van Van Aartsen ‘te veel populistische trekjes’ had gekregen en overwoog zijn partijlidmaatschap op te zeggen (Dagblad van het Noorden, 3 juni 2005). Ook in 2004 leverde Dijkstal scherpe kritiek op de koers van de VVD (zie Jaaroverzicht 2004 ).
De uitkomsten van het debat op de algemene vergadering over het Liberaal Manifest werden door de commissie-Dales verwerkt in een definitieve versie. Op 26 november werd die aangeboden aan het hoofdbestuur. Het document fungeerde binnen de partij als paraplu voor discussies over andere onderwerpen. In dit verband stonden op de algemene ledenvergadering van 17 december de zogeheten ‘visiedocumenten samenleving’ centraal. De leden bespraken toen thema’s als vergrijzing, arbeidsmigratie en gezondheidszorg. De uitkomsten van de discussies zouden door de programcommissie worden betrokken bij de opstelling van het VVD-programma voor de komende Kamerverkiezingen.
Vrijheid van onderwijs
De onenigheid binnen de VVD over de vrijheid van onderwijs in 2004 (zie Jaaroverzicht 2004 ) duurde in 2005 voort. Om het oprichten van moslimscholen tegen te gaan, pleitten onder meer Hirsi Ali, Van Aartsen en minister Rita Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie voor de afschaffing van artikel 23 van de grondwet, dat de onderwijsvrijheid regelt. Hun partijgenoot Mark Rutte, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, was echter tegenstander van de afschaffing van het recht op subsidiëring van bijzonder onderwijs. Volgens hem verwoordde artikel 23 ‘een fundamenteel liberaal recht’ (Trouw, 10 februari 2005).
In de conceptversie van het Liberaal Manifest had de commissie-Dales voorgesteld artikel 23 van de grondwet over de vrijheid van onderwijs dusdanig aan te passen, dat de staat het recht zou krijgen in te grijpen wanneer het onderwijs niet ‘vrij is van discriminatie op levensbeschouwelijke gronden (cf. artikel 1 van de Grondwet)’, of ‘de bestaande Nederlandse rechtsorde’ niet zou aanvaarden (Om de vrijheid. Liberaal Manifest, blz. 65). De rangorde in de grondrechten die de commissie zo aanbracht (het anti-discriminatiebeginsel dat boven de vrijheid van onderwijs en van godsdienst gaat), was binnen de VVD omstreden. Het Tweede Kamerlid Clemens Cornielje vond deze ‘niet wenselijk’ (Nederlands Dagblad, 26 februari 2005). Ook Wiegel kantte zich op 5 maart in de reeds aangehaalde toespraak tegen beperkingen van de onderwijsvrijheid. De algemene vergadering van 27 en 28 mei nam de betreffende passage uit het manifest echter ongewijzigd over.
In oktober publiceerde een in 2003 ingestelde werkgroep van de Prof.mr. B.M. Teldersstichting – het wetenschappelijk bureau van de VVD – het geschrift De grenzen van de open samenleving. Migratie- en integratiebeleid in liberaal perspectief . De door Jan Kees Wiebenga voorgezeten werkgroep week in dit rapport af van het partijstandpunt, door afschaffing te bepleiten van ‘de publieke financiering van het godsdienstig bijzonder onderwijs’.
Conflict Hirsi Ali en Wiegel
In de herfst van 2005 leidde het debat binnen de VVD over de vrijheid van onderwijs tot een harde botsing tussen Wiegel en Hirsi Ali. Begin januari waren beiden al met elkaar in aanvaring gekomen, toen Wiegel in een televisieprogramma Hirsi Ali ‘geen goede liberaal’ noemde, omdat zij moslims voor de keuze zou stellen te kiezen tussen hun geloof en de grondwet (de Volkskrant, 3 januari 2005).
Na de presentatie van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005 op 21 november kwamen de twee weer met elkaar in conflict. In een interview in het Jaarboek noemde Hirsi Ali Wiegel een ‘reactionair conservatief’ die in het ‘land van Ooit’ zou leven (NRC Handelsblad, 22 november 2005). Met name keerde zij zich tegen Wiegels opvatting dat het bijzonder onderwijs moest blijven bestaan: zij wilde het juist afschaffen omdat het zou bijdragen aan maatschappelijke segregatie. Wiegel adviseerde Hirsi Ali per brief: ‘niet op de persoon spelen, geen wiggen drijven, niet zo fanatiek, respect voor andersdenkenden en verdraagzaamheid: zo kunnen wij onze Nederlandse samenleving versterken en een toekomst bieden’ (Trouw, 23 november 2005). Onder druk van de Tweede Kamerfractie nam Hirsi Ali het woord ‘reactionair’ terug, zonder dat ze haar standpunt over het bijzonder onderwijs wijzigde.
In de daarop volgende (door kranten gepubliceerde) correspondentie raakte het tweetal nog verder van elkaar verwijderd. Wiegel meende dat Hirsi Ali de maatschappelijke tegenstellingen verscherpte; Hirsi Ali kondigde aan uit de VVD te stappen wanneer Wiegel partijleider zou worden (zie hieronder). Tweede Kamerfractievoorzitter Van Aartsen riep de beide kemphanen op hun toon wat te matigen.
Het debat bracht binnen de VVD verdeeldheid aan het licht: de gewezen partijleider Frits Bolkestein en directeur Patrick van Schie van de Teldersstichting steunden Hirsi Ali, terwijl Wiegel werd bijgevallen door JOVD-voorzitter Klaas-Jeroen Terwal en Nell Ginjaar-Maas, staatssecretaris voor Onderwijs in de periode 1982-1989.
Op de partijraad van 26 november maande Van Aartsen zijn beide partijgenoten opnieuw tot terughoudendheid. Hij meende dat Hirsi Ali niet op deze wijze met Wiegel had mogen omgaan, maar verklaarde tegelijkertijd dat Hirsi Ali alle ruimte had om op persoonlijke titel tegen artikel 23 van de grondwet te ageren.
Voortzetting regeringscoalitie
In april stelde Van Aartsen in het blad Forum van de werkgeversorganisatie VNO-NCW, dat na de volgende Tweede Kamerverkiezingen ‘de coalitie gewoon door moet’. De voorzitter van de liberale Tweede Kamerfractie zag weinig in samenwerking met de PvdA, omdat de sociaal-democraten ‘nog steeds een behoudende partij’ waren (de Volkskrant, 21 april 2005). Op 2 mei riep Van Aartsen in Trouw de coalitiepartijen CDA, D66 en VVD op om gezamenlijk met één kandidaat-premier de komende Kamerverkiezingen in te gaan. CDA en D66 wezen het voorstel direct af. Van Aartsens partijgenoot Wiegel steunde het plan en bleek een groot voorstander van stembusakkoorden. Vlak voor de algemene vergadering in mei verklaarde Van Aartsen in het televisieprogramma Barend & Van Dorp dat Wiegel ‘een uitstekende kandidaat’ zou zijn als gezamenlijke lijsttrekker en kandidaat-premier namens de drie regeringspartijen (NRC Handelsblad, 26 mei 2005).
Tweede Kamerverkiezingen 2007: lijsttrekkerschap
Op 24 februari sprak Wiegel in het televisieprogramma Felderhof ontmoet zich openlijk uit over een terugkeer in de landelijke politiek. Sinds zijn vertrek uit Den Haag in 1982 had hij vaker gespeculeerd over een come-back. Liberale Tweede Kamerleden reageerden weinig enthousiast. Volgens een peiling van onderzoeksbureau Interview was Wiegel van de drie mogelijke VVD-leiders – naast vice-premier Gerrit Zalm en Van Aartsen (sinds 2004 ‘politiek aanvoerder’; zie Jaaroverzicht 2004 ) – veruit de populairste bij de liberale kiezers. Uit een peiling van Maurice de Hond in maart bleek dat onder zijn aanvoering de VVD goed zou zijn voor dertig zetels. Zoals reeds vermeld, noemde Van Aartsen in mei Wiegel de ideale kandidaat voor het premierschap.
Op 20 september verklaarde Zalm in een radioprogramma dat hij niet van plan was zich beschikbaar te stellen als lijsttrekker voor de volgende Tweede Kamerverkiezingen, die in mei 2007 waren voorzien. Van Aartsen had zich al in 2004 openlijk kandidaat gesteld (zie Jaaroverzicht 2004 ). Hij ambieerde evenwel alleen die functie wanneer de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006 succesvol zouden verlopen voor de VVD. Staatssecretaris Rutte gaf te kennen niet in de race te zijn voor het lijsttrekkerschap. ‘Van Aartsen moet het gaan doen, want hij is de sterkste kandidaat’ (de Volkskrant, 10 september 2005). Van Aartsens kandidatuur was echter niet onbetwist. In november stelde voorzitter Hans de Backer van de JOVD: ‘in de VVD is de leider ook nog niet gevonden’ (NRC Handelsblad,16 november 2005).
Tweede Kamerverkiezingen 2007: programma
Op 30 november werd bekend dat Ben Verwaayen, topman van British Telecom, voorzitter werd van de commissie die het programma moest opstellen voor de Tweede Kamerverkiezingen.
Herinvoering doodstraf
Eind februari pleitte directeur Van Schie van de Teldersstichting in het blad Liberaal Reveil voor afschaffing van het verbod op de doodstraf. Voor mensen die gruwelijke of meervoudige moorden of oorlogsmisdaden hadden begaan of terroristische aanslagen hadden gepleegd, moest de doodstraf gelden. De VVD-fractie in de Tweede Kamer keerde zich direct bij monde van Laetitia Griffith tegen het voorstel. Europarlementariër Jules Maaten noemde het voorstel van Van Schie ‘een slecht idee en moreel verwerpelijk’ (de Volkskrant, 23 februari 2005).
Amsterdamse wethouder Huffnagel
Eind april raakte in Amsterdam de in januari 2004 aangetreden wethouder voor Financiën Frits Huffnagel in opspraak. Hij zou in 2002 en 2003 ongeveer 20.000 euro aan onkostenvergoedingen die hij als fractievoorzitter toucheerde, niet bij de fiscus hebben opgegeven (zie verder in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’). Huffnagel verklaarde dat hij niet bewust de vergoedingen had verzwegen. Een paar dagen later stortte hij het te veel ontvangen geld terug en bood hij schriftelijk aan de gemeenteraad zijn excuses aan. Op 11 mei diende Huffnagel zich te verantwoorden in de raad, maar op 8 mei trad hij af omdat hij verwachtte dat coalitiegenoot de PvdA hem niet langer wilde handhaven. Per 1 juni volgde het Tweede Kamerlid Griffith hem op als wethouder. Haar Kamerzetel werd ingenomen door Anette Nijs, die tot 9 juni 2004 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was geweest (zie Jaaroverzicht 2004 ).
Referendum Europese grondwet
Nadat in november 2003 de Tweede Kamer – inclusief een lang aarzelende VVD-fractie – had ingestemd met het houden van een referendum over de Europese grondwet, ging op 25 januari 2005 de Eerste Kamer akkoord (zie ook in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’). Ook de senatoren van de VVD hadden lang getwijfeld of zij hun stem zouden geven aan dit voorstel, maar uiteindelijk steunden zij ook de volksraadpleging. Van Aartsen verklaarde op 18 april niets te voelen voor beperkende voorwaarden aan het referendum (zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de opkomst), maar de uitslag te allen tijde te zullen respecteren, ‘ook als de opkomst maar 5 procent zou bedragen’ (NRC Handelsblad, 19 april 2005). Op de algemene vergadering van de VVD op 27 mei verklaarde hij dat de Tweede Kamer de uitslag diende over te nemen. Zijn fractiegenoot Hans van Baalen meende daarentegen dat het referendum niet meer dan een advies was en dat de Kamer een eigen afweging moest maken.
De VVD was voorstander van de Europese grondwet, onder meer omdat de nationale parlementen zo meer invloed zouden krijgen op het Europees beleid. In de aanloop naar het referendum bracht de partij de brochureDe VVD is voor de Europese Grondwet. In het Nederlandse belang! uit, met als ondertitel Een nuchter ja! De Teldersstichting publiceerde Het Europees constitutioneel verdrag, getoetst op transparantie, democratie en doelmatigheid, opgesteld door een werkgroep met daarin onder anderen de oud-ministers Willem van Eekelen en Harrie Langman. In beide publicaties werd een stem vóór de Europese grondwet bepleit.
De negatieve uitslag van het referendum op 1 juni kwam voor de VVD als een teleurstelling. Oud-partijleider Wiegel verweet zowel het kabinet als de partijen die voor de grondwet waren een slechte campagne te hebben gevoerd.
Aanpassing statuten en reglementen
De algemene vergadering van afgevaardigden (waarin alleen vertegenwoordigers van de afdelingen stemrecht hebben; zie Jaaroverzicht 2004 ) besloot op 17 december tot aanpassing van de statuten, het huishoudelijk reglement en de kandidaatstellingsreglementen van de VVD. Voor een deel ging het hier om het verwerken van al eerder aanvaarde vernieuwingsvoorstellen. Verder werd onder meer het persoonlijk stemrecht ingevoerd op vergaderingen van de regionale partijorganisaties. Het voorstel om de mogelijkheid van een proeflidmaatschap in te voeren werd aangehouden; het hoofdbestuur zei toe met een nader voorstel te komen.
Kilometerheffing
Bij de algemene politieke beschouwingen op 21 september sprak fractievoorzitter Van Aartsen zich onverwachts tegen de invoering van kilometerheffing uit. Volgens hem zou Nederland niet groot genoeg zijn voor dit systeem waardoor de kosten te hoog zouden worden. Hij kwam daarmee terug van de eerder uitgesproken steun van de fractie aan het plan voor een kilometerheffing dat fractielid Pieter Hofstra een jaar eerder had gepresenteerd (zie Jaaroverzicht 2004 ). Hofstra was niet gelukkig met de opstelling van Van Aartsen, maar deze hield voet bij stuk: ‘Ik begrijp dat Hofstra geëmotioneerd is over dit onderwerp, maar het is aan mij om de lijn uit te zetten’ (NRC Handelsblad, 22 september 2005). Na fractieberaad en bemiddeling van Wiegel, veranderde Van Aartsen een dag later deels van mening, door zich niet principieel tegen rekeningrijden te verklaren. Op 4 oktober bevestigde de fractie dat onder voorwaarden en op de lange termijn kilometerheffing niet was uitgesloten.
Gemeenteraadsverkiezingen 2006
Tijdens de jaarvergadering van de VVD-Bestuurdersvereniging werd de Leidraad gemeentelijke verkiezingsprogramma’s 2006-2010 vastgesteld. Na de zomer startte de partij met de voorbereiding van de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006. Campagneleider was Rutte. Op 5 november had in het kader van het congres van de VVD-Bestuurdersvereniging in Lunteren de bijeenkomst Local heroes plaats, bedoeld voor alle lijsttrekkers en lokale campagneleiders.
In de herfst werden in acht afdelingen ledenraadplegingen gehouden, waarin leden de volgorde van de kandidatenlijst konden bepalen. Het was voor het eerst dat zij van deze mogelijkheid gebruik konden maken.
Verwante instellingen en publicaties
Op 22 januari, 26 februari, 18 juni, 8 oktober en 26 november hield de VVD partijraden. Achtereenvolgens kwamen hier het milieu, wonen, zorg en welzijn, onderwijs, de miljoenennota en wijkontwikkeling aan bod. Op 16 april en 29 oktober organiseerde de partij zogeheten ‘flitscongressen’. Op de eerste bijeenkomst werd gediscussieerd over criminaliteitsbestrijding, aan de hand van de notitie Effectief en op maat. Op 29 oktober stond de notitie Krijgsmacht in een nieuwe jas centraal, die handelde over vredesmissies.
Op 29 augustus bood de partijcommissie Seniorenbeleid de discussienota Aandacht voor senioren aan het hoofdbestuur aan. De commissie wilde onder meer erkenning dat senioren volwaardig lid zijn van de maatschappij. De nota moest dienen als discussiestuk in de partij.
Op 24 februari 2005 hield de Amerikaanse hoogleraar geschiedenis John Gillingham in Leiden de jaarlijkse Telderslezing, onder de titel ‘Europe at the tipping point’. Hij raadde aan om de Europese grondwet af te wijzen. De lezing werd door de Telderstichting als brochure uitgegeven. Naast de hierboven reeds vermelde publicaties gaf de Teldersstichting in de zomer de bijdragen uit van het congres dat het bureau in december 2004 had gehouden ter gelegenheid van zijn vijftigjarig bestaan (zie Jaaroverzicht 2004 ). De bundel, getiteld Liberaal licht op de toekomst, was geredigeerd door W.P.S. Bierens.
Op 19 en 20 november hield de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) haar jaarlijkse congres. De Backer maakte als voorzitter plaats voor Klaas-Jeroen Terwal.
Het Liberaal Vrouwen Netwerk – dat als doel heeft om de liberale invloed voor onderwerpen die vrouwen aanspreken te vergroten – hield op 17 juli een landelijke ‘netwerkdag’. Het Eerste-Kamerlid Heleen Dupuis hield een inleiding met als thema ‘Het leuke en nuttige van liberale vrouwen in de politiek’.
Op 2 april hield de Bestuurdersvereniging van de VVD haar jaarvergadering. Met Arthur Docters van Leeuwen, lid van de commissie-Dales die het Liberaal Manifest herschreef, werd gediscussieerd over het ontwerpmanifest. Het jaarlijkse congres vond plaats op 4 en 5 november. Gesproken werd onder meer over bestuurlijke vernieuwing.
Personalia
Op 16 maart overleed Chris van der Klaauw, een diplomaat die van 1977 tot 1981 minister van Buitenlandse Zaken was geweest in het eerste kabinet-Van Agt.
Senator Uri Rosenthal volgde per 1 mei 2005 Nicoline van den Broek-Laman Trip op als fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer.
Het Tweede-Kamerlid Clemens Cornielje werd met ingang van 1 september Commissaris van de Koningin in Gelderland. In de Kamer werd hij opgevolgd door Janmarc Lenards.
Laatst gewijzigd: | 04 november 2024 16:16 |