Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Socialistische Partij (SP) Geschiedenis

SP jaaroverzicht 2001

Uit: P. Lucardie, I. Noomen en G. Voer­man, 'Kroniek 2001. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 2001' in: G. Voerman (red.), Jaarboek 2001 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2003), 15-95, aldaar 74-79.

Inleiding

Zoals zovele partijen had de SP het in 2001 druk met de voorbereidin­gen van de verkiezingen van de Tweede Kamer in 2002. Daarbij besloot de partij haar succesvolle campagneleus ‘Stem tegen. Stem SP’ te wijzigen in ‘Stem voor. Stem SP’. De partijleiding vreesde dat de SP met de oude leus een te negatieve indruk zou maken. Ook werd de huisstijl aangepast, waarbij het symbool van de SP – de tomaat – een dynamischer aanzien kreeg. Als enige partij in de Tweede Kamer ver­zette de SP vanaf het begin zich tegen de militaire actie van de Ver­enigde Staten en Groot-Brittannië tegen het Taliban-regime in Afgha­nistan.

Partijorganisatie

In 2000 had de SP enkele veranderingen in haar partijorganisatie door­gevoerd (zie Jaaroverzicht 2000 ). De afdelingen waren per 1 januari 2001 ingedeeld in zes regio’s. De afdelings­besturen in deze regio’s kozen op de regioconferenties die eind maart en in april werden gehouden 24 leden van het partijbestuur. Het andere deel van het bestuur, waaronder de partijvoorzitter en de algemeen secretaris, werd rechtstreeks gekozen door het partij­con­gres. Daarnaast hadden de voor­zitters van de fracties in de Eerste en Tweede Kamer en in het Europees Parlement qualitate qua zitting in het partijbestuur. Het vernieuwde bestuur kwam voor het eerst bijeen op 27 april.

Stop de uitverkoop van de beschaving

In oktober 2000 was de SP begonnen met de landelijke campagne ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’, die was bedoeld tegen de volgens de partij toenemende tegenstelling tussen de private rijkdom en ‘publieke armoede’ in onderwijs, zorg, cultuur, en openbaar vervoer (zie Jaaroverzicht 2000 ). Zij diende voor de af­delingen als paraplu om acties tegen vermeende lokale misstanden te voeren. In het voorjaar van 2001 werd op initiatief van SP-leider J.G.C.A. Marijnissen de stich­ting ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’ opgericht, waarbij ook niet-SP-leden betrokken waren. Op 1 mei verscheen het gelijknamige manifest, waaraan onder meer kinderboekenschrijfster M. Bouhuys, cabaretier F. de Jonge, econoom A. Klamer, theoloog H. Oosterhuis, publiciste D. Pessers, milieudeskundige W. van Dieren en schrij­ver K. Glastra van Loon hadden meegewerkt. Zij wilden een maatschappelijk debat op gang brengen over de huns inziens toenemende maatschappelijke onge­lijkheid, die het gevolg zou zijn ‘van het beleid van privatisering, dere­gulering en commercialise­ring’ (NRC Handelsblad, 1 mei 2001). Op 12 juni discussieerden de schrijvers met een aantal cri­tici. In het najaar organi­seerde de stichting een aantal bijeenkomsten in grote steden tussen voor- en tegenstanders van het manifest, dat inmiddels ook was ondertekend door de schrijf­sters R. Dorrestein en L. Rood, de cabare­tiers K. Bloemen en J. Brink, en CNV-voorzitter D. Terpstra. Op basis van de binnengekomen reacties verscheen een aangepaste versie van het manifest in het najaar.

Gemeenteraadsverkiezingen

In december 2000 had de SP de procedure vastgesteld voor deelname aan de gemeente­raads­verkiezingen van maart 2002 (zie Jaaroverzicht 2000 ). Tot 10 februari 2001 konden de afdelingen aangeven of zij in hun woonplaats aan de verkiezingen wilden deel­nemen. Naar aanleiding van een aantal negatieve ervaringen bij de raadsverkiezingen van 1998 wilde de partij een betere afweging maken van de gemeenten waar met een eigen lijst zou worden uitgekomen (zie Jaaroverzicht 1998 ). De door de partijraad aangewezen Com­missie Afdelingen onder voorzitterschap van E. van de Broek bracht vervol­gens advies uit, waarover de partijraad zich eind maart boog. Op 8 september en 8 december bepaalde de partijraad in welke gemeenten de SP aan de raadsverkiezingen zou deelnemen.

In het voorjaar had de SP cursussen gehouden voor kandidaats-raadsle­den. In oktober werden er ook scholingen georganiseerd voor de voor­zitters van de SP-fracties in de gemeenteraden, afdelingsvoorzitters en campagneleiders.

Kandidaatstelling Tweede-Kamerverkiezingen

In het najaar van 2000 had het partijbestuur een commissie ingesteld die de kandidatenlijst van de SP voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002 moest voorbereiden. Vanaf 22 februari tot 1 mei 2001 konden kandidaten zich aanmelden of worden voorgedragen, onder andere door afdelingsbesturen. Tweede-Kamerfractievoorzitter Marijnissen maakte op 8 februari bekend opnieuw lijsttrekker te willen worden. Hij zei wel te hebben geaarzeld vanwege het ‘zware en frustrerende Kamerwerk’.R.J.L. Poppe, die met Marijnissen in 1994 de eerste Tweede-Kamer­fractie had gevormd, trok zich terug; hij wilde zich meer aan de bui­tenparlementaire acties wijden. De drie overige zittende kamerleden stelden zich weer kan­didaat.

De partijraad van 23 juni besloot Marijnissen voor te dragen als lijst­trekker. Er waren geen tegen­kan­didaten. Aan de hand van het voorstel van de commissie wees de partijraad op 8 september de kandidaten aan voor de plaatsen twee tot en met vijftien. Na Marijnissen kwa­men de zittende kamerleden mevr. A.C. Kant, H. van Bommel en J.M.A.M. de Wit. Eerste nieuweling was mevr. K. van Velzen op nummer vijf. Vervolgens konden de afdelingen zich uitspreken, waarna het partijcon­gres van 19 januari 2002 de lijst definitief zou vaststellen. De regio­conferenties die in de herfst werden gehouden, vulden de plaatsen zestien tot en met dertig in.

Ontwerpprogramma Tweede-Kamerverkiezingen

Eveneens in het najaar van 2000 was door het partijbestuur een com­missie ingesteld be­staande uit leden van de Tweede-Kamerfractie en het partijbestuur, die een concept moest opstellen van het verkiezingspro­gram. In september 2001 presen­teerde de SP dit ­ontwerpver­kiezings­program – Eerste weg links geheten. De partij wilde een alternatief bieden voor het beleid van het paarse kabinet: ‘kiezen voor in­grij­pende sociale wederopbouw, spreiding van kennis, inkomen en macht en voorrang van eco­logie boven economie’ (de Tribune, 19 oktober 2001). Volgens de SP was het nood­zakelijk hiervoor een bedrag van meer dan dertig miljard gulden te investeren. De partij besloot haar program te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau om haar tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen.

Eind oktober konden de leden op speciaal hiervoor belegde afdelings­vergaderingen hun oor­deel over het ontwerp geven. Een maand lang konden vertegenwoordigers van de afdelingen op regioconferenties met het partijbestuur over het ontwerp de discussie aangaan. Amen­de­menten van de afdelingen zou­den worden behandeld op het partijcongres van 19 januari 2002, dat het definitieve program diende vast te stellen.

Op 26 november publiceerde de Tweede-Kamerfractie van de SP het Sociaal Plan voor de 21ste eeuw. Hierin deed zij een aantal voorstellen ‘voor de broodnodige sociale weder­op­bouw’ (de Tribune, 14 december 2001). Het plan was een uitwerking van het ontwerpverkie­zingspro­gramma.

De partijraad van 8 december besloot GroenLinks voor te stellen om een lijstverbinding aan te gaan bij de Kamerverkiezingen van mei 2002.

Acties

In december 2000 was het comité ‘Rood sein voor de chloortrein’ een campagne gestart tegen de trein van het chemieconcern Akzo Nobel, die drie à vier keer per week van de fa­brieken in Hengelo en Delfzijl chloor vervoerde naar Rotterdam. De SP had het initiatief genomen tot het comité, waarin de partij samenwerkte met onder meer Greenpeace, Milieu­defensie en Natuur en Milieu. In het begin van 2001 werden in gemeenten die aan de ‘chloorroute’ waren gelegen, manifestaties en informatie-avonden gehouden. Ook later in het jaar kwam het co­mité in een aantal plaatsen in touw. Op 12 oktober bezocht een delegatie het hoofdkantoor van Akzo in Arnhem.

In 2001 zette de SP de acties tegen Shell voort. Volgens de partij wei­gerde de oliemaat­schappij de sanering van chemisch afval dat zij in de Biesbosch zou hebben gedumpt. Nadat gesprekken tussen beide partijen niets hadden opgeleverd, riep de SP in de herfst van 2000 automobilis­ten op niet langer bij Shell te tanken (zie Jaaroverzicht 2000 ). In het voorjaar van 2001 begon de partij een ‘lente-offensief’. Ambtenaren van de provincies Zee­land, Noord-Brabant en Zuid-Hol­land en van alle gemeenten in deze provincies werden ver­zocht evenmin bij Shell-benzinestations te tanken.

In februari begon de Tweede-Kamerfractie van de SP een consumen­tenonderzoek naar de vele inbel-spelletjes die op de televisie te zien waren. Het kamerlid De Wit achtte deze spelletjes in strijd met de Wet op de Kansspelen. Een verslag van het onderzoek verscheen in april onder de titel Ook Belazerd? Een consumentenonderzoek naar tv-inbel­spelletjes.

Van 12 tot 16 maart organiseerde de SP een klachtenweek over het functioneren van de Wet Voor­zieningen Gehandicapten. Volgens de partij zouden bijna zeventienhonderd mensen melding hebben gemaakt van hun negatieve ervaringen met deze wet. Vervolgens bezocht het kamerlid De Wit tien steden, waar hij met wethouders en mensen met een handicap over de WVG sprak. Op 9 juli bood hij minister Ver­meend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het rapport Geen feestje waard aan.

In het voorjaar van 2001 startte de SP de campagne ‘Weet wat je eet’. Doel was te bereiken dat op producten werd aangegeven of er bestand­delen in waren opgenomen waaraan gene­tische manipulatie te pas was gekomen. Tegelijkertijd publiceerde de partij de brochure Genetische manipulatie. Mag ik dat misschien zelf weten?, die was samengesteld door K. van Velzen.

De SP verzette zich tegen de oorlog die de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voerden te­gen het Taliban-regime in Afghanistan. De partij deed mee aan de door het ‘Platform tegen de Nieuwe Oorlog’ georgani­seerde betogingen op 30 september en op 20 oktober in Amster­dam. Ook sloot zij zich aan bij het Platform.

In de herfst nam de SP het initiatief tot het actiecomité ‘Onderdak’. Hiermee wilde de partij de strijd aanbinden tegen de dakloosheid. Het comité zette zich onder meer in voor uitbreiding van de opname­capaci­teit voor daklozen. Op 20 november overnachtten zo’n vijftig werkers in de daklozenzorg, daklozen en SP-ers (waaronder het Tweede-Kamerlid Kant) in slaapzakken en kartonnen dozen voor het gebouw van de Tweede Kamer.

Samen met onder meer de Internationale Socialisten en Amsterdam Anders/De Groenen nam de SP deel aan de campagne ‘Globaliseer Verzet’, die was gericht ‘tegen neoliberale globali­sering en wereldhan­del (de Tribune, 14 september 2001). De beweging nam deel aan de de­mon­­­straties in Genua toen de G8 daar op 20 en 21 juli bijeenkwam, en in Brussel tijdens de EU-top op 13 en 14 december.

Partijbijeenkomsten

Op 20 januari hield het SP Ouderen Platform zijn tweede bijeenkomst. De initiatiefgroep – die zich eerst had getooid met de naam ‘Grijze Roodstaarten’ – besloot tot de uitgave van het blad OuderenNU, dat verspreid diende te worden onder bewoners van verzorgings- en ver­pleeg­te­huizen en op andere plaatsen voor ouderen. Op 17 maart volgde weer een bijeenkomst, waar twee­honderd ouderen aanwezig waren. De Tweede-Kamerfractie verleende haar mede­werking.

Op 16 september organiseerde de SP in Heeswijk-Dinther het ‘Festival Tomaat’. De bijeen­komst in de open lucht met veel culturele uitingen was bedoeld ‘als podium waar de onvrede over de vercommercialisering van de cultuur manifest wordt’ (Spanning, 19 april 2001). Vanwege de terroristische aanslag op het World Trade Centre in New York was het pro­gramma aangepast. Tijdens het festival ging de verkiezingscam­pagne van de SP van start.

Verwante instellingen en publicaties

In het voorjaar bracht het Tweede-Kamerlid Kant een bezoek aan de ‘vrouwen van Srebre­nica’, een organisatie van na­bestaanden van man­nen uit deze plaats die waren vermoord nadat in juli 1995 Servische troepen de door Nederlandse VN-troepen beschermde stad hadden in­ge­nomen. Samen met de journaliste A. van Loon, die haar vergezelde, schreef Kant een verslag van dit bezoek, De vrouwen van Srebrenica geheten.

In de zomer publiceerde de Tweede-Kamerfractie de brochure Onge­makkelijke minnaars. Pleidooi voor een scheiding van tafel en bed. Hierin werd de bemoeienis belicht van de far­maceutische industrie met de medische wetenschap. I. Palm, R. van Raak en Kant tekenden voor de inhoud.

In de herfst startte het Wetenschappelijk Bureau van de SP een serie over ‘de rampzalige ge­volgen van de paar­se privatiserings- en deregule­ringsdrift’ (de Tribune, 19 oktober 2001). In september verscheen het eerste deel, De uitverkoop van de energie. R. van Raak en N. Schou­ten namen hierin de gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt onder de loep. In de­cember kwam het tweede deel uit: De uitverkoop van het openbaar vervoer, geschreven door dezelfde auteurs. Tussen­door publiceerde het Wetenschappelijk Bureau De Wadden: houden wat we hebben. In deze studie, ge­schreven door G. Ellenbroek, werd een aantal voorstellen gedaan om ‘Nederlands enige wildernis’ te bescher­men tegen de vele bedreigingen. Het eerste exemplaar werd overhan­digd aan de staats­secretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, mevr. G.H. Faber (PvdA).

Op 2 november presenteerden de SP, het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en de Jongeren­organisatie Beroepsonderwijs het Zwartboek Ouderbijdrage. Volgens deze organi­saties zou­den veel schooldirecties ouders van scholieren aanmaningen sturen wanneer zij de ouderbijdrage niet betaal­den, zonder daarbij aan te geven dat deze bijdrage vrijwillig was. Deze praktijk zou samenhangen met de ‘tekort­schietende overheidsfinanciering’ van het onderwijs, zo meenden de initiatiefnemers (Trouw, 24 november 2001).

Personalia

In april werd A. van der Jagt, voormalig raadslid voor de SP in Zoeter­meer, aangehouden. Hij werd verdacht van oplichting en/of verduiste­ring, omdat hij van een kennis geld zou hebben aangenomen voor de hulp die hij had verleend bij de aanvraag van een bouwvergunning (zie Jaaroverzicht 2000 ). Hoewel Van de Jagt toegaf ongeveer duizend gulden te hebben ontvangen, ontkende hij smeergeld te hebben aanvaard.

Op 18 juni deed de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant F. Houben aangifte van over­treding van de Provinciewet door het SP-lid van de Provinciale Staten, R. Roovers. Aan­leiding was de bekendma­king door Roovers van een geheime notitie van de Brabantse Provin­ciale Staten over de verkoop van het openbaar vervoersbedrijf BBA, waarin de provincie een groot aandeel heeft, aan een Frans concern. Het Statenlid vond de geheimhouding ‘onverteer­baar’, omdat hij vreesde dat de verkoop gepaard zou gaan met een forse verschraling van de dienst­verlening (NRC Han­dels­blad, 18 juni 2001). Met zijn handelwijze riskeerde Roovers een jaar gevangenisstraf of een hoge geldboete.

Laatst gewijzigd:06 september 2023 16:06