Het project ‘Towards Virtual Ports in a Physical Internet’ ontwikkelt modellen en tools die havens en bedrijven in het achterland kunnen ondersteunen bij een stapsgewijze omschakeling naar deelname in een volledig Physical Internet netwerk. Het Physical Internet (PI) klinkt misschien als science fiction, maar dan zijn we vergeten hoe we zo’n 20 jaar geleden tegen Internet aankeken. Nu sturen we onze e-mails zonder een seconde na te denken het internet op. Niemand vraagt zich af ‘hoe’ ze op de plek van bestemming komen, we gaan ervan uit dat het goedkomt. Onderweg worden de e-mails versleuteld, opgeknipt, via steeds verschillende hubs (servers en satelieten) verstuurd en weer aan elkaar geplakt in de ‘inbox’ van de ontvanger gedeponeerd.
Hoe anders gaat dat nog in de supply chain. Daar maken verladers en logistiek dienstverleners nog afspraken over vaste routes met vaste magazijnen en wordt vrijwel altijd ook nog afgesproken of de lading over het water, de weg of het spoor gaat of door de lucht (modaliteiten).
Met synchromodaal vervoer komt daar langzamerhand verandering in. Daar worden geen afspraken meer gemaakt over de te gebruiken modaliteit. Synchromodaal vervoer wordt op dit moment ingezet voor het vervoer van containers, van ‘hub’ naar ‘hub’, zoals zeehavens en inland-terminals. De containers zijn voorzien van ‘informatiedragers’, kleine chipjes waar de belangrijkste informatie over de container in zit (lading, eigenaar, track & trace).
Projectleider Iris Vis, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen: “Je kunt het Physical Internet zien als ‘synchromodaal 2.0’. Daarbij kijk je naar het vervoer van deur-tot-deur van containers en de pakketten in die containers. Je kunt je afvragen of alle lading uit een container over een vaste route wel optimaal is. Misschien is het handiger om de container ergens onderweg uit te pakken. Misschien is het ook heel aantrekkelijk om het magazijn van een ander te gebruiken, omdat je eigen magazijn niet op de gekozen route ligt. Daarbij kan het dan ook interessant zijn om jouw lading op pakketniveau te bundelen met de lading van iemand anders (4C). Een belangrijke vraag is dan welke pakketjes worden gebundeld en op welke plek dat gebeurt.
In het project gaan we onder andere modellen ontwikkelen die individuele bedrijven ondersteunen bij het maken van keuzes om wel of niet deel te nemen in een Physical Internet netwerk. Op basis van deze modellen is het dan mogelijk om business cases voor hen door te reken. Zo kunnen we laten zien welke voordelen er vanuit het oogpunt van kosten en duurzaamheid zijn bij deelname in deze open PI netwerken.”
Voor dit deel van het onderzoek wordt samengewerkt met bedrijven in de havens en achterlandnetwerken van Groningen en Rotterdam.
De invloed van PI op goederenstromen en havens
Als logistieke bedrijven overstappen op het Physical Internet, wat voor invloed heeft dat dan op de goederenstromen? Komen alle zeecontainers dan Nederland nog binnen? Is het nog nodig om ze op te slaan? Waar komen grootschalige installaties voor het uitpakken van de zeecontainers? Zijn er nog dienstregelingen?
De verwachting is dat het Physical Internet de rol van bedrijven en organisaties in de logistiek zal veranderen. Vis: “We werken samen met de havenautoriteiten van Rotterdam en Groningen om te onderzoeken welke rollen een haven in PI netwerken kan hebben. Een haven kan worden gezien als een belangrijke schakel van deze netwerken. Om te kunnen bepalen welke nieuwe diensten voor havens aantrekkelijk zijn is onderzoek nodig naar de gevolgen van PI voor goederenstromen.”