Lege gangen en labs
Er kwam een abrupt einde aan de experimentele wetenschap van de Faculty of Science & Engineering toen een pandemie ons land betrad zonder eerst netjes op de deur te kloppen. De faculteit ligt er verlaten bij, maar Groningse wetenschappers zitten niet stil. Hoe zij nog altijd hun onderzoeken voortzetten? De derde en laatste ervaringsdeskundige die we voor deze serie spraken is promovendus Chris van Ewijk.
Chris van Ewijk is sinds januari als promovendus werkzaam in de Moleculaire Biofysica groep van Wouter Roos. Als natuurkundige in opleiding kwam hij tijdens een vak in aanraking met microscopie. Hij merkte dat niet alleen de natuurkunde achter de werking van de microscopen hem interesseerde, maar ook de biologische samples die door de microscopen zichtbaar werden. Het balletje is gaan rollen en Van Ewijk is zijn interesse achterna gegaan. Nu werkt hij aan virusassemblage; tijdens zijn werkuren probeert hij uit te zoeken hoe de opbouw van een virus uit verschillende delen precies in zijn werk gaat. Hiervoor maakt hij gebruik van verschillende typen microscopen.
Motivatie
Van Ewijk heeft een paar bijzondere maanden achter de rug. Net toen al het inlezen en voorbereidende werk gedaan was en net toen hij experimenten wilde gaan opzetten om data mee te gaan verzamelen kwam hij thuis te zitten. Dat was wel even slikken, maar: ‘Het thuiswerken viel me mee. Ik had verwacht dat ik er helemaal uit zou raken, maar dat bleek niet het geval te zijn. Ik kwam juist toe aan dingen die normaal blijven liggen. De eerste motivatie zakt na verloop van tijd een beetje weg, maar zolang ik iets te doen had kon ik me thuis goed redden.’
Van Ewijk heeft zeker niet stilgezeten: ‘Ik heb best wat nuttige dingetjes kunnen doen, voor mijzelf en voor de groep. Ik heb veel programmeerwerk gedaan, wat mij vanwege mijn natuurkundige achtergrond goed ligt. Als groep produceren we een heleboel data met alle microscopen die we gebruiken. De programma’s die ik heb geschreven kunnen ons voortaan helpen in de analyse hiervan.’
Net als vele anderen heeft Van Ewijk zich dus geschikt in zijn situatie. Hij heeft het beste gemaakt van het thuiswerken - herkenbaar, toch? Wat er hierna gebeurde zal echter niet veel anderen overkomen zijn. Een deel van de groep van Wouter Roos kreeg eerder dan vele andere wetenschappers toestemming om terug te gaan naar het lab. ‘Voor een nieuw project kregen we toestemming om weer in het lab te zijn. Sinds half april draai ik samen met een collega fulltime experimenten op de faculteit.’
Veiligheid
De toestemming kwam er niet zomaar. Van Ewijk en zijn collega kregen een hele rits aan regulaties mee, onder meer de welbekende anderhalve meter regel. Dat was een beetje puzzelen, vertelt Van Ewijk. ‘Wij werken meestal niet in grote laboratoria zoals je die misschien kent. Onze labs zijn kleine ruimten met daarin een grote microscoop. We zijn niet vaak in dezelfde ruimte, maar we checken elkaar regelmatig. De reden dat we tegelijkertijd werken is namelijk de veiligheid. Nu is er altijd iemand aanwezig, mocht er iets mis gaan.’ Voor de extra veiligheid waren er vanaf het begin desinfecterende middelen en mondkapjes geregeld.
Aanwezig zijn in een leeg universiteitsgebouw was een interessante ervaring voor Van Ewijk. ‘Het is heel vreemd om door lege gangen te lopen die normaal gesproken gevuld zijn met studenten en personeel. Je komt niemand tegen en als dat wel gebeurt dan is dat heel bijzonder.’ Al die rust en ruimte kunnen gezien worden als een rijkdom, maar er was één groot nadeel aan de hele situatie: alle koffieautomaten waren afgesloten. Gelukkig hebben Van Ewijk en zijn collega een klein koffiezetapparaat kunnen installeren in het kantoor en hebben zij hun werkzaamheden energiek kunnen voortzetten.
Versoepeld
Inmiddels is de situatie weer een stuk veranderd. Sinds half mei mag Van Ewijk de labs weer delen met zijn collega’s. De restricties, die in het begin erg streng waren, worden steeds verder versoepeld, de koffieautomaten zijn terug van weggeweest en inmiddels zijn de wetenschappers zelfs weer gedeeltelijk welkom in hun kantoren. Van Ewijk is nuchter: ‘Iedere situatie went. Het thuisweken werd gewoon, de lege gangen werden normaal. Wat ons ook te wachten staat, we zullen onze draai wel weer vinden.’
Tekst: Kaila Ronde
Zie ook:
Van zestig naar nul uren lab per week, dat is wel even wennen
Van koffie met collega’s naar computerende kluizenaar
Laatst gewijzigd: | 11 augustus 2020 12:35 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...