Juridische aspecten van sharenting
Datum: | 06 juni 2024 |
Auteurs: mr. dr. Irene Visser en Noël Oppel
Met de opkomst van sociale media hebben ook de fenomenen 'sharenting' en 'kindfluencing' een vlucht genomen. Sharenting betekent dat ouders foto’s, video’s en informatie delen over een of meer kinderen via sociale media; kindfluencing duidt op kinderen die (zelfstandig) vloggen. Vanuit het perspectief van het recht kan deze ontwikkeling kritisch worden beschouwd. Onlangs deden wij in een artikel in het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht een oproep voor meer bewustzijn over de negatieve gevolgen en voor wet- en regelgeving op dit gebied.1
Ook in de media worden de negatieve gevolgen steeds vaker onder de aandacht gebracht: zo publiceerde de NOS recent een nieuwsbericht over sharenting en identiteitsfraude, en het gebrek aan kennis van dat gevaar onder influencende ouders.2
Op dit moment is het nog grotendeels onduidelijk welke gevolgen sharenting precies heeft voor de ontwikkeling van een kind; vanwege de korte aanwezigheid van het fenomeen is hier nog geen diepgaand onderzoek naar gedaan.3 Het fenomeen heeft wel de aandacht van pedagogen, en er zijn al enkele verkennende onderzoeken uitgevoerd naar het online deelgedrag van ouders.4 Veel delende ouders stellen hun kind veelvuldig bloot aan camera’s waarmee zij vlogs opnemen. Het is goed denkbaar dat dit de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen kan verstoren.
Door pedagogen wordt gewezen op het risico dat kinderen van vloggende ouders een eenzijdige ontwikkeling ondergaan; de ontwikkeling van het kind vindt dan slechts in één dimensie plaats.5 Net zoals bij topsport zijn kinderen dan namelijk enkel gefocust op één activiteit, terwijl het voor de ontwikkeling van kinderen juist goed is om blootgesteld te worden aan een veelzijdigheid van activiteiten.6 Dit kan mogelijk verhinderen dat zij zich ontwikkelen tot een sociaal en stabiel persoon.7 Kinderen die veelvuldig voorkomen in vlogs leren zichzelf bovendien zien door de ogen van iemand anders.8
Regioplan wijst op het gevaar dat kinderen een “egocentrisch wereldbeeld” ontwikkelen, omdat zij opgroeien met het idee dat alles wat zij doen interessant is voor anderen.9 Voor sommige influencende ouders is dit een reden om met delen van content van hun kind te stoppen. Zo vertelde YouTuber Marlieke Koks het volgende aan de NOS: “Toen mijn oudste dochter 5 jaar was, vlogde ik nog elke week. Ik merkte dat ze zich op een gegeven moment bewust werd van de camera en zich als een soort presentatrice ging gedragen. Dat zie ik ook bij andere vloggers en dat lijkt me pedagogisch onverantwoord. Daarom ben ik daarmee gestopt.”10
Ook in de juridische literatuur wordt gewezen op negatieve gevolgen. Het plaatsen van een foto of video op sociale media kan inbreuk maken op de privacy van kinderen. Het huidige recht beschermt kinderen wel tegen privacy-inbreuken door derden, maar tegen een privacy-inbreuk door de eigen ouders zijn jonge kinderen nog niet goed beschermd. Bovendien bestaat het gevaar dat het influencen bij kinderen kan leiden tot aan kinderarbeid verbonden emotionele overbelasting. Anders dan kinderen die meedoen aan uitvoeringen in film en theater, hebben influencende kinderen immers geen duidelijke scheiding tussen werk en privé.11 Het is op dit moment bovendien onduidelijk hoe de wetgeving over kinderarbeid geïnterpreteerd moet worden ten aanzien van influencende kinderen.12 Wel lijkt er in de politiek enige consensus te bestaan over de wens om kinderen op dit gebied betere arbeidsrechtelijke bescherming te verschaffen.13
Duidelijkere wet- en regelgeving om kinderen te beschermen lijkt ons de aangewezen weg. Zo heeft Frankrijk recent een wet ingevoerd die kinderen bescherming geeft tegen sharenting.14 Hiermee krijgen influencende kinderen onder meer dezelfde arbeidsrechtelijke bescherming als kinderen die actief zijn in de ‘podiumkunsten’. Bovendien geeft de wet influencende kinderen financiële en privacyrechtelijke bescherming. De wet verzekert namelijk dat het geld dat kinderen verdienen met het influencen daadwerkelijk bij die kinderen terechtkomt, en geeft de wet kinderen de mogelijk om zelfstandig een beroep te doen op het recht op vergetelheid. In ons artikel doen wij de aanbeveling om de Franse wet als voorbeeld te gebruiken, en influencende kinderen in het Nederlandse recht betere bescherming te geven tegen sharenting.
1 N. Oppel & I. Visser, ‘Wet- en regelgeving rondom sharenting: actie gewenst’, FJR 2024/15.
2 ‘Zorgen over online delen kinderfoto's: identiteitsfraude ligt op de loer’, NOS.nl 13 april 2024.
3 P. Ferrara e.a. 2023.
4 G. Ouvrein & K. Verswijvel, ‘Sharenting: Parental adoration or public humiliation? A focus group study on adolescents’ experiences with sharenting against the background of their own impression management’, Children and Youth Services Review 2019/99, p. 319-327; K. Goshadze, ‘Legal implications of “sharenting”’, Law and World 2020/2, p. 19-26; P. Ferrara e.a., ‘Online “Sharenting”: The Dangers of Posting Sensitive Information About Children on Social Media’, The Journal of Pediatrics (257) 2023/113322.
5 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 29.
6 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 29-30.
7 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 30.
8 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 30.
9 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 30.
10 ‘Zorgen over online delen kinderfoto's: identiteitsfraude ligt op de loer’, NOS.nl 13 april 2024.
11 Regioplan, Modernisering regelgeving kinderarbeid, 5 april 2022, p. 29.
12 Kamerstukken II 2022/23, 25883, nr. 459.
13 Kamerstukken II 2022/23, 25883, nr. 418, nr. 459, nr. 465, nr. 468.
14 LOI n° 2020-1266 du 19 octobre 2020 visant à encadrer l'exploitation commerciale de l'image d'enfants de moins de seize ans sur les plateformes en ligne (Wet ter regulering van de commerciële exploitatie van het beeld van kinderen onder de zestien jaar op online platforms).