De circulaire economie en de deeleconomie
Vele wetenschappers, denkers, bedrijfskundigen en milieu-activisten zoeken alternatieven voor onze ‘wegwerpeconomie’. Ze willen onze wijzen van produceren en consumeren veranderen naar een systeem dat beter is voor mens en natuur. Bekende alternatieven luisteren naar namen zoals Cradle to Cradle, Biomimicry en Natural Capitalism. Onlangs werden Doughnut Economics (naar het boek van econoom Kate Raworth) en de circulaire economie daaraan toegevoegd.
Hoewel alle alternatieven met elkaar gemeen hebben dat ze vervuiling van de aarde willen terugdringen en verspilling van grondstoffen willen voorkomen, kent de circulaire economie een eigen definitie en concrete handelwijzen die daaraan bijdragen.
De circulaire economie ‘is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen in de verschillende schakels van de productieketen: van de winning van grondstoffen tot consumptie’. Dit brengt vier handelwijzen die producenten en consumenten in acht zullen nemen: ‘kringloopontwerp’, ‘modulariteit’, ‘verdienstelijking’ in plaats van eigendomsoverdracht en ‘intensivering’ van het gebruik van bestaande goederen.
De deeleconomie gaat over dat laatste: intensivering van het gebruik van wat we al hebben. We kunnen de spullen die we hebben samen gebruiken: delen. In de praktijk gebeurt dat 1) door een product als tweedehands door te verkopen als we het niet meer willen hebben op bijvoorbeeld Marktplaats of via Facebook of het briefje in de supermarkt. Ook kan dat door spullen te 2) verhuren of 3) uit te lenen . Daarnaast wordt de deeleconomie gezien als een kans voor mensen die het heft in eigen handen willen nemen en actiever willen meedoen aan bijvoorbeeld het werkzame leven en een socialer leven willen. De deeleconomie belooft inclusiviteit.
Laatst gewijzigd: | 20 juni 2019 13:43 |