Politiek staatsrecht
Steeds vaker klinken zorgen over de kwaliteit en weerbaarheid van de democratische rechtsstaat. Het functioneren van democratische instituties als de volksvertegenwoordiging staat door tal van (nieuwe) ontwikkelingen onder druk, en door politieke onrust kraakt het constitutionele systeem hier en daar in zijn voegen.
Het staatsrecht weet daar tot op heden maar in beperkte mate passende antwoorden op te geven, terwijl die antwoorden wel hoognodig zijn. Ondertussen ontstaan ook buiten het parlement en de regering om tal van nieuwe initiatieven die gevolgen hebben voor hoe regering en Staten-Generaal functioneren en hoe de overheid georganiseerd is. Denk aan de werking van politieke partijen, de betekenis van sociale media voor democratische controle, of aan de inspraak en participatie door maatschappelijke organisaties. Ook valt bijvoorbeeld te wijzen op de actievere rol van de rechter of de privatisering en decentralisatie van belangrijke publieke taken. Kortom zowel binnen als buiten de politieke arena is er veel in beweging.
Ons onderzoek richt zich op verschillende vragen. Een belangrijk focuspunt in dit verhaal is en blijft de Nederlandse volksvertegenwoordiging, de Staten-Generaal. Wat houdt vandaag de dag de volksvertegenwoordigende rol in? Is die de afgelopen decennia veranderd? Is de politieke versnippering in een groot aantal fracties een bedreiging of eigenlijk een zegen voor het functioneren van het parlement, en hoe blijft een parlement dan bestuurbaar? Welke betekenis komt in dat verband toe aan het vrij mandaat van individuele kamerleden, wat is de rol van de Kamervoorzitter, of van het reglement van orde? Wordt het niet de hoogste tijd fracties een staatsrechtelijke eigen plaats te geven? En hoe groot moet een parlement eigenlijk zijn om zijn staatsrechtelijke taken uit te oefenen? Maar ook: is er wel genoeg aandacht voor wetgeving in het parlement, is de bemoeienis met de uitvoering of met incidenten te groot geworden, functioneert de ministeriële verantwoordelijkheid nog wel als adequaat ankerpunt voor parlementaire controle? Is er nog plaats voor een Eerste Kamer als deze steeds meer op de Tweede gaat lijken? Vragen crisis en staatsnood om een andere balans tussen bestuur en controle op het bestuur of zou het parlement juist in die situaties een grotere rol moeten hebben? En last but not least: hoe is de relatie met het recht van de Europese unie dat de nationale rechtsorde op zoveel terreinen beïnvloedt?
Laatst gewijzigd: | 26 juni 2023 10:30 |