Waarom Nederlands studeren niet alleen maar ‘leuk’ is
Datum: | 03 september 2024 |
Toen ik drie jaar geleden begon aan de studie Nederlands in Groningen, was mijn grootste motivatie dat ik docent Nederlands wilde worden. Natuurlijk vond ik boeken lezen en teksten schrijven ook wel leuk, maar ik vond dat een studie niet alleen maar ‘leuk’ mocht zijn. Mijn studie moest ook vooral nuttig zijn voor mijn toekomstige rol in de maatschappij, en dus, gedreven door het prangende lerarentekort, dat ik dan wel zou gaan oplossen, besloot ik het nuttige met het aangename te verenigen en Nederlands te gaan studeren.
Studiekeuze en het eliminatieproces
Destijds heb ik al mijn examenvakken op een rijtje gezet en ben ik die een voor een bij langs gegaan om te bedenken in welke ik wel en niet les wilde geven. Alle exacte vakken kon ik onmiddellijk doorstrepen. Wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie had ik allemaal maar ternauwernood gehaald, en zo onkundig als ik me bij deze vakken altijd had gevoeld, wilde ik me niet mijn hele professionele leven voelen. Nadat ik aardrijkskunde en gym had afgeschreven, bleven er alleen nog maar talen over. In mijn dagboek schreef ik:
Engels en Frans zijn wel leuk, maar het zijn zulke typische meidenstudies, en het ‘cultuur’-aspect van die twee spreekt me niet erg aan. Nederlands? Wel leuk, vooral literatuur, maar niet speechen en debatteren. Latijn lijkt me erg leuk om les in te geven, en de studie lijkt me ook leuk - het Latijndeel dan! Zo jammer dat er Grieks bij moet. Daar heb ik dus echt geen zin in.
Dit laatste heeft voor mij zo zwaar gewogen dat ik geen klassieke talen ben gaan studeren, en Engels en Frans zijn het niet geworden, want wat had ik nou met die buitenlandse talen en culturen te maken? Bij wijze van het eliminatieproces had ik dus mijn studiekeuze gemaakt. Als achttienjarige had ik alleen om de een of andere reden niet bedacht dat Nederlands ook een ‘typische meidenstudie’ zou zijn, en ook niet dat er bij de studie Nederlands ook een cultureel aspect zou komen kijken; de studie heet nota bene Nederlandse Taal en Cultuur.
Voor de klas en een existentiële crisis
Aan het begin van mijn derde jaar stond ik dan eindelijk voor het eerst voor de klas, maar al snel merkte ik dat het docentschap niet voor mij was weggelegd, en na zeven weken besloot ik te stoppen. En toen? Ik wilde de studie wel graag afmaken, maar de levensloop die ik voor mezelf op mijn achttiende had uitgestippeld, kon ik wel vergeten. Ik besefte dat, als ik niet in een existentiële crisis wilde afglijden, ik mijn houding ten aanzien van de studie Nederlands zou moeten herzien. Zo kreeg ik er vrede mee dat ik voor nu iets deed wat alleen maar ‘leuk’ was; ik zou na mijn studie wel wat nuttigs gaan doen.
Actuele thema’s en de neerlandistiek
Een van de laatste vakken die ik voor de bachelor volgde, was 'Actuele Thema’s in de Neerlandistiek'. Voor dit vak verdiepten we ons in grote maatschappelijke kwesties waar de studie van de Nederlandse taal en cultuur aan raakt; denk bijvoorbeeld aan de leescrisis en de internationaliserende samenleving. Toen ik de talloze onderzoeken, opiniestukken, columns en nieuwsberichten over deze onderwerpen las, begon het mij te dagen: Nederlands is helemaal niet alleen maar ‘leuk’; het bestuderen van taal en cultuur is juist een bloedserieuze, en meer dan dat, een buitengewoon belangrijke zaak.
Kennis en een goede beheersing van de Nederlandse taal stelt ons namelijk in staat om conflicten op te lossen met woorden, zodat we dat niet met geweld hoeven te doen. Bovendien zorgt een goede taalbeheersing voor een samenleving waarin iedereen ― vrij letterlijk ― aan het woord komt. Daarnaast is een belangrijke taak van de neerlandistiek het toegankelijk maken en houden van de Nederlandstalige literatuur. Door onze literatuur te lezen, leren we namelijk onze cultuur te begrijpen, en als we onze cultuur begrijpen, kunnen we op een redelijke wijze reflecteren op complexe maatschappelijke vraagstukken ― iets wat vandaag de dag maar al te zeer nodig is.
Ergens is het kwalijk dat het voor mij mijn volledige studie heeft geduurd voordat ik het nut van de neerlandistiek begon in te zien, maar ik ben blij dat ik me nu niet meer hoef te generen als mensen me vragen wat ik heb gestudeerd omdat ik dan weer dat verhaal over mijn mislukte poging om docent te worden moet gaan ophangen. Als ik nu nadenk over wat ik de afgelopen drie jaar heb geleerd, zijn dat juist alleen maar nuttige dingen: hoe belangrijk het is om kritisch te denken in een wereld vol ‘alternatieve waarheden’, hoe ik mijn mening over complexe vraagstukken op een respectvolle en weloverwogen manier kan uiten, en hoe ik mij moet verhouden tot de samenleving en ook hoe ik de wereld en mezelf moet begrijpen. Dan kan het geen kwaad dat het ook nog eens allemaal leuk was.