“Bij Nederlands hoef ik niet te kiezen”
Datum: | 24 september 2024 |
Als je denkt aan het laatste jaar van de middelbare school dan springen er vaak een paar herinneringen uit: de stress om examens, een gala of een gave examenreis. Hoewel ik dat ook allemaal heb beleefd, denk ik bij mijn laatste jaar vooral aan de enorme studiekeuzestress die ik ervoer. De meeloopdagen, voorlichtingen en webklassen die ik bezocht. Uiteindelijk kwam ik na lang twijfelen terecht bij de studie Nederlands, waar ik het nu enorm naar mijn zin heb. Hoe kwam die keuze tot stand?
Het was niet zo dat ik alle mogelijkheden maar saai vond: ik vond juist meerdere gebieden interessant en dat maakte de keuze alleen maar moeilijker. Met een bètaprofiel wordt eigenlijk van je verwacht dat je iets gaat doen in de natuurwetenschappen en dat had ik mezelf dus ook lang voorgenomen. Het was bij de vakken Grieks en Latijn dat ik ontdekte dat ik toch het meest hield van taal, literatuur en geschiedenis. Uiteindelijk wist ik mijn keuze te beperken tot drie talenstudies, waar ik nog een heel jaar over heb getwijfeld. Als iemand me vroeg naar mijn studiekeuze, dan zei ik vol overtuiging dat ik klassieke talen ging studeren. Of toch Nederlands. Of toch taalwetenschap.
Olympiade Nederlands
Het was na de Olympiade Nederlands dat ik de knoop echt heb doorgehakt. Dat is een wedstrijd voor middelbare scholieren met vragen gemaakt door docent-onderzoekers van opleidingen Nederlands in Nederland en Vlaanderen. Mijn docent had me erover verteld en het leek me een geschikte kennismaking met de studie. Net als alle andere olympiades vond het plaats op je eigen school, onder toezicht van je docent. Ik meldde me aan en moest op de dag van de olympiade twee uur eerder dan normaal op school zijn (ik had dus behoorlijk wat over voor mijn deelname).
De olympiade duurde 90 minuten en bestond uit dertien totaal verschillende onderwerpen. Eerst moest ik drogredenen in instagram-comments bekijken en een half uur later boog ik me over de (variatie in de) uitspraak van leenwoorden in het Nederlands. Maar ook moest ik gesprekken analyseren uit het NPO-programma First Dates en probeerde ik patronen te herkennen in de beroepen van Nederlandse romanpersonages. Allemaal onderwerpen waarvan ik niet had verwacht dat dat óók onder de neerlandistiek viel. Het leuke is dat de olympiade van dat jaar relatief veel vragen bevatte van RUG-onderzoekers. Daarom komen veel onderzoeken direct terug in de colleges die ik hier krijg.
Anderhalf jaar later
Hoewel ik de hele zomervakantie nog steeds een beetje heb getwijfeld, bleef ik ingeschreven voor Nederlands en daar heb ik sinds de introductiedag geen moment spijt van gehad. Zoals ik al had gemerkt was de opleiding heel breed. Een deel van de vakken volg je samen met studenten taalwetenschap en een ander deel met studenten communicatiekunde. Eigenlijk hoef ik met Nederlands dus niet te kiezen. Ook komt er genoeg voorbij uit de oudheid: door de hele Nederlandse literatuurgeschiedenis weergalmen klassieke auteurs als Aristoteles, Seneca en Homeros. Bij het vak Letterkunde van de 17e eeuw lezen we nu bijvoorbeeld Vondels Palamedes, een tragedie die bedoeld is als kritiek op de dood van Johan van Oldenbarnevelt, maar zich afspeelt tijdens de Trojaanse oorlog.
Door de breedte van de vakken kan je dus nog alle kanten op. Je toekomst staat niet vast en dat merk je als je rondvraagt wat je medestudenten willen worden. Een deel weet het nog niet en een ander deel heeft al een duidelijk doel, zoals docent Nederlands, journalist of zelfs logopedist. Daarom voel ik mij ook zo thuis bij deze opleiding: iedereen heeft hier interesse voor taal en literatuur, maar ook heeft elke student zijn eigen interesse binnen (of zelfs buiten) het vakgebied. Zo leer je veel van elkaar. Mij lijkt het onderzoek het leukst, maar ik zou je nog niet kunnen vertellen waar ik over tien jaar mee bezig ben. Waar ik ook terecht kom, zolang ik me dagelijks mag bezighouden met taal ben ik tevreden.
Aan alle studiekiezers zou ik aanraden om eerst een duidelijk beeld te krijgen van je studie. Ga naar meeloopdagen, doe mee aan een webklas of een olympiade. Twijfelen is helemaal niet erg! Je kan altijd nog een bijvak volgen om je overige interesses verder te verkennen. Ik volgde een vak klassieke literatuurgeschiedenis en dat vond ik een waardevolle aanvulling op mijn huidige studie. Denk dus niet dat je te veel vastlegt met je studiekeuze. Kies iets wat bij jou past. En als dat taal is, kies dan Nederlands. Of toch Taalwetenschap….