Op welke manier je ook kijkt, tussen Kamala Harris en Donald Trump zit een wereld van verschil. Ook wetenschappelijke analyses van hun beider retoriek tonen dit aan. En daar kan vooral Harris hoop uit putten, stellen hoogleraren Janka Stoker en Harry Garretsen in hun nieuwe column voor het Financieele Dagblad.

Het wordt dus Donald Trump versus Kamala Harris bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Inmiddels heeft de hele Democratische partij zich achter Harris geschaard en waarschijnlijk wordt zij op 7 augustus genomineerd, net voor de start van de Democratische conventie. Hoewel Harris als huidige vicepresident (deels) aanspreekbaar is op beleid en resultaten van de Biden-regering, zal het voor de zwevende kiezers vooral om de persoonlijke kwaliteiten van de kandidaten gaan.

Wellicht zijn negatieve stereotypes in de aanloop naar de verkiezingen iets minder dominant, omdat ze voor Trump noch Harris een uniek voordeel opleveren. Des te belangrijker zal het zijn wat beide kandidaten in hun optredens en debatten feitelijk gaan zeggen, aldus Stoker en Garrretsen. Onderzoek laat namelijk zien dat woorden van leiders er in sterke mate toe doen.

Lees de volledige column op de website van het FD.