dr. mr. P.G. (Vincent) Tassenaar

Vincent Tassenaar (Nijmegen, 26 april 1967) studeerde van 1988 tot 1993 Geschiedenis en Oost-europakunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor zijn studie geschiedenis schreef hij zowel een doctraalscriptie voor de specialisatie Economische en sociale geschiedenis als een doctoraalscriptie voor de specialisatie Oosteuropese geschiedenis. Aansluitend werd hij Onderzoeker in opleiding bij Nwo (ESR); gedetacheerd bij de Faculteit der Economische wetenschappen (sectie economische en sociale geschiedenis) van de Rijksuniversiteit Groningen. In 2000 haalde hij zijn doctoraat. Zijn dissertatie is getiteld: Het verloren Arcadia. De biologische levensstandaard in Drenthe, 1815-1860. Van 2003  tot 2009 studeerde hij in deeltijd Nederlands recht (specialisatie privaatrecht). Zowel zijn Bachelor Nederlands recht als zijn Master Nederlands recht heeft hij Cum Laude afgesloten.

Sedert 1998 is Vincent Tassenaar werkzaam als Universitair docent, eerst docent, bij de Rijksuniversiteit Groningen - aanvankelijk  bij de Faculteit der Letteren, sedert begin 2010 in hoofdzaak bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid - . Zijn onderwijstaken voor de sectie Algemene Rechtswetenschap (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) richten zich op algemene aspecten van het recht en de vergelijking tussen rechtssystemen, in het bijzonder de vergelijking tussen het Duitse en Nederlandse privaatrecht,  alsmede het vaardighedenonderwijs.  Zijn onderwijs bij de afdeling geschiedenis bestrijkt de volle breedte van het onderwijs in de economische en sociale geschiedenis en het onderwijs in het kader van de Master Politics, Organizations and Learning Histories.

Zijn onderzoek richt zich op:  de grondrechten, in het bijzonder de vrijheid van godsdienst en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en het arbeidsrecht. Daarnaast houdt hij zich bezig met (de ontwikkeling van) het Duitse en Nederlandse privaatrecht en de verhouding tussen de ontwikkeling van het publiekrecht en organisatiecultuur in publiekrechtelijke organisaties. Zijn onderzoek heeft een lange-termijn (historische) inslag.

De veranderingen van de biologische levensstandaard, in het bijzonder van antropometrische indicatoren, vormt de kern van zijn historische onderzoek.