dr. K. (Kirstin) Greaves-Lord

Dr. Kirstin Greaves-Lord is oorspronkelijk opgeleid als neuro-linguist. Ze is betrokken binnen het autisme onderzoeksveld sinds 2001. Ze verkreeg haar doctorstitel in 2007 bij het Erasmus MC met een proefschrift over stress fysiologie en psychologische problemen. Hierna deed ze gelijktijdig haar post doc projecten over stress fysiologie en verslaving en autisme gedragsprofielen. In 2009, werd zij Universitair Docent bij het Erasmus MC en bouwde zij een onderzoeksgroep op m.b.t. autisme diagnostiek en interventies. In 2012, breidde zij haar onderzoeksgroep uit naar de GGZ instelling Yulius, om haar maatschappelijke impact te vergroten. Deze gezamenlijke onderzoeksgroep onderzocht ontwikkelingstrajecten van kindertijd naar de adolescentie bij autistische jongeren, met aandacht voor autistische trekken en bijkomende emotionele en gedragsproblemen en psycho-sexuele gezondheid. Bovendien werden factoren onderzocht die van invloed waren op positieve uitkomsten, die vertaald werden binnen de ontwikkeling van interventie programma's die faciliteren bij transities tijdens de adolescentie (b.v. de overgang naar het voortgezet onderwijs, het opbouwen en behouden van vriendschappen en/of intieme relaties en het verkrijgen van een carriere). In 2014, richtte zij gezamenlijk de Academische Werkplaats Autisme (AWA) op, een (inter)nationaal netwerk met als doel om de maatschappelijke inclusie van autistische mensen te bevorderen, door het overbruggen tussen onderzoek en praktijk. Binnen dit interdisciplinaire netwerk co-creerde zij diverse interventies samen met autistische ervaringsdeskundigen en overige betrokkenen. Sinds 2018 is zij verhuisd naar Noord-Nederland, waar zij momenteel hoofdonderzoeker is bij het Autisme Team Noord-Nederland en Universitair Docent bij de afdeling Psychologie (eenheid Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie) van de Rijksuniversiteit Groningen. Binnen de AWA werk zij aan de co-creatie van een integrale aanpak om het welzijn en de zingeving van autistische mensen en hun naasten te verbeteren. Bovendien onderzocht zij hoe gelijkwaardige co-creatieve samenwerking verbeterd kan worden. Ze publiceerde meer dan honderd (inter)nationale wetenschappelijke artikelen, boek hoofdstukken en verslagen voor de overheid en begeleidde meer dan 70 Master en 10 PhD studenten.