prof. mr. dr. H.E. (Herman) Broring

Herman E. Bröring (1959, Stadskanaal) studeerde in 1983 aan de Rijksuniversiteit Groningen af in het Nederlands recht (richtingen privaatrecht, publiekrecht en sociaal-economisch recht). Hij promoveerde in 1993 (cum laude). In de jaren 2002 tot en met 2009 was hij directeur onderzoek en graduate school (research master en promovendi-opleiding). Vanaf 2003 was hij hoogleraar integrale rechtsbeoefening, sinds 2018 hoogleraar bestuursrecht. Sinds 2021 is hij voorts buitengewoon hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Aruba.

Onderzoek

Het proefschrift van Bröring gaat over de juridische betekenis van richtlijnen: (buitenwettelijke) regels die op geen enkele bevoegdheid zijn gebaseerd, maar wel zijn bedoeld om de uitoefening van een bevoegdheid te structureren. In 1995 ontving Bröring voor zijn proefschrift de Stibbe Prijs. Hij schreef twee boeken over het aan richtlijnen verwante onderwerp beleidsregels (1998, 2001), verder over bestuursprocesrecht en geschilbeslechting (1985), de bestuurlijke boete (2005, 2012, 2015 en 2016) en overgangsrecht en beleid (VAR-preadadvies 2012).

Bröring was coördinator van het tweedegeldstroom-programma Tijdige geschilbeslechting (1997, NWO/SaRO). Onder zijn leiding werd derdegeldstroom-onderzoek verricht naar o.a. de derde tranche van de Awb, titel 4.3, beleidsregels (2001, ministerie van Justitie/WODC), de verhouding tussen de Europese Unie, het Koninkrijk en zijn Caribische gebieden (2008, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en de hoogte en wijze van berekening van geldboetes in het bestuursrecht en het strafrecht (2012, ministerie van Veiligheid en Justitie/WODC).

De laatste jaren houdt hij zich in het bijzonder bezig met vier onderwerpen: soft law; rechtshandhaving; bestuursrecht van de Caribische landen en gebieden van het Koninkrijk; mijnbouwschade in Groningen (o.a. als lid van de Klankbordgroep van de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen en van de Commissie Verschillen).

Onderwijs

Bröring geeft sinds 1985 onderwijs in zowel de bachelorfase (propaedeuse en kandidaats) als in de masterfase (doctoraal), met name op het terrein van het algemeen bestuursrecht: grondslagen en kernbegrippen, besluitvormingsrecht en procesrecht. Sinds de opkomst van hounours trajecten en de graduate school (omstreeks 2005) was hij gedurende een aantal jaren als directeur van de graduate school nauw betrokken bij de begeleiding van excellente studenten. Bröring heeft een aandeel in het universitaire PAO en is voorts betrokken bij een enkele andere post-academische opeidingen (zie nevenfuncties).