dr. B. (Barbara) Brink

Barbara Brink verricht onderzoek op het gebied van bestuurskunde en beleidswetenschappen, met name gericht op sociaalzekerheidsbeleid en digitale governance. Haar recente werk richt zich voornamelijk op minimuminkomensgaranties, waarbij ze aandacht besteedt aan de ratio en het ontwerp van dergelijke programma's (denk o.a. aan de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheden) en de impact ervan op individuen, in het bijzonder wat betreft armoedebestrijding. Door kritisch te kijken naar bestaande programma's en mogelijke verbeteringen te onderzoeken, hoopt zij bij te dragen aan het lopende debat over sociale zekerheid.

Ze heeft daarbij speciale aandacht voor de rol van huishoudens. Ze analyseert de historische ontwikkeling van het huishoudbegrip en de impact van keuzes bij de invulling ervan voor het ontvangen van sociale bijstand in Nederland. Dit onderzoek werpt licht op de uitdagingen waarmee bijstandsontvangers worden geconfronteerd en informeert discussies over hoe deze beperkingen kunnen worden aangepakt.

Ze was postdoconderzoeker bij het project 'De toekomst van de universele verzorgingsstaat: tussen bijstand en een gegarandeerd minimuminkomen', gefinancierd door het Instituut GAK (2018-2022). Het doel van het project was om te onderzoeken of een universele verzorgingsstaat kan bijdragen aan de bescherming van gegarandeerde minimuminkomens. De bevindingen benadrukten het belang van rechtvaardigheid, eenvoud en toekomstbestendigheid van dit systeem. Het project pleit voor universalisme en legt de nadruk op benaderingen die rechtvaardige resultaten garanderen voor alle individuen, waardoor een meer inclusief en effectief kader voor sociale zekerheid wordt bevorderd (zie bijvoorbeeld 'Naoorlogs universalisme in het huidige socialezekerheidsdebat', 2020, geschreven met Gijsbert Vonk).

Een ander gebied dat zij verkent, is de digitalisering van de overheid. Ze coördineert de master Governance and law in digital society, waar ze ook de cursus Policy making in digital society geeft. Ze heeft o.a. onderzocht hoe transparantie binnen de context van SyRI (System Risk Indication) van belang is. Door de balans tussen datagestuurde benaderingen en transparantie te onderzoeken, biedt haar onderzoek inzicht in de ethische en praktische overwegingen die gepaard gaan met het gebruik van deze systemen ('Hoe SyRI het belang van transparantie onderstreept', 2021, co-auteur Tosja Selbach).

Eerder onderzoek richtte zich op het concept van multi-level governance, zoals haar proefschrift 'Constructing the role of the city in EU multi-level governance' (2009). Ze heeft ook geschreven over discretionaire bevoegdheden en toezicht in de context van de Jeugdwet (samen met Viola Bex-Reimert, Hanna Tolsma en Willemien Gerritsen); en klachtenprocedures bij bestuursrechters en hogere rechters (met Bert Marseille).