Tussen trots en schaamte: de Nederlandse koloniale geschiedenis
Tegenwoordig worden de politionele acties van 1946-1949 ook wel de Nederlandse-Indonesische Oorlogen genoemd. Vanwaar deze naamsverandering? Wat weten we eigenlijk van het door Nederland gebruikte geweld in deze oorlog, en waarom wordt er nu pas aandacht geschonken aan dit onderwerp door historici?
Nu er bijna geen directe betrokkenen bij de oorlog meer in leven zijn, is er meer ruimte ontstaan om open en transparant onderzoek te verrichten naar de Onafhankelijkheidsoorlog. In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn er meerdere pogingen gedaan om nieuwe feiten aan het licht te brengen, maar deze pogingen stuitten vaak op onbegrip en onwil in de Nederlandse politiek en maatschappij.
Het is voor jouw pws interessant om te onderzoeken welke plaats de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog innam en –neemt in het Nederlandse collectieve geheugen en welke verschuivingen daarin te zien zijn. Je zou daardoor een aantal standaardwerken over de politionele acties over de periode 1949-nu kunnen nemen, en daar onderzoeken hoe ons ‘collectieve geheugen’ ten opzichte van deze zwarte bladzijde is verschoven.
Suriname: slavenhandel en onafhankelijkheid
Minder bekend, maar niet minder interessant, is het koloniale verleden in Suriname. De Nederlanders hadden de reputatie de meest wrede slavenhouders in Suriname te zijn. Dit hadden zij voornamelijk te danken aan een invloedrijke publicatie van de jonge Schots-Nederlandse kapitein John Gabriel Stedman. Hij verbleef vijf jaar in Suriname en schreef over zijn ervaringen in zijn boek: Five Years Expedition against the Revolted Negroes of Surinam. Hierin beschrijft hij de meest vreselijke situaties, van uitgebuite moeders tot vermoorde kinderen. Ook bekende filosofen als Voltaire publiceerden pamfletten waarin zij ageerden tegen de (Nederlandse) slavenhandel. Maar waren de Nederlanders daadwerkelijk wreder dan andere koloniale machten die actief waren in Suriname? Waarom dan? En hoe ging het er eigenlijk aan toe in de andere Caribische koloniën?
Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk. De weg ernaartoe is lang en gecompliceerd geweest en ook sinds de onafhankelijkheid zijn de betrekkingen tussen Suriname en Nederland niet altijd goed. De Europese Unie heeft Nederland zelfs opgeroepen te werken aan betere relaties met de voormalige kolonie, een uitzonderlijke boodschap. Hoe was het om in het twintigste-eeuwse koloniale Suriname te leven, op welke problemen stuitten de Surinamers in hun onafhankelijkheidsstrijd en zijn deze vandaag de dag wel opgelost? Een vraag waar jij verder onderzoek naar kan doen.
Het Nederlandse koloniale verleden heeft diepe sporen nagelaten. Koloniën zoals Suriname en Nederlands Indië maakten van Nederland een bijzonder welvarend land. Ook nu nog kleeft er in bepaalde kringen een bepaalde mate van trots aan de koloniale tijd. Sterker nog: de Nederlandse identiteit wordt nog vaak in één adem genoemd met de VOC-mentaliteit: het ondernemende handelsvolkje dat over haar grenzen heen keek en de wereld veroverde. Maar schetst dit niet een te romantisch beeld?
Veel mensen vinden deze trots ongepast. Kolonisatie ging immers ook gepaard met slavenhandel, onderdrukking en exploitatie. Een gevoelig onderwerp binnen maatschappij én geschiedschrijving. Want wat moeten we met standbeelden van ‘helden’ als Jan Pieterszoon Coen? Moet Nederland zijn excuses aanbieden voor wandaden tijdens de politionele acties? Wat was de Nederlandse rol in de slavenhandel in Suriname? Een debat met vele gezichten, en daarom erg interessant voor jouw profielwerkstuk (pws).
Perspectieven op kolonialisme
Onthoud: Het is niet makkelijk om op een wetenschappelijke manier duiding te geven aan de Nederlandse koloniale tijd (zit je vast, mail alfasteunpunt rug.nl dan gerust!), want er zijn veel valkuilen waar je in kunt trappen. Eén van die valkuilen is bijvoorbeeld het gebruiken van een eenzijdig perspectief op kolonialisme. Je kunt niet alleen artikelen lezen van wetenschappers die kolonialisme goedpraten, of omgekeerd. Kijk goed naar wát deze historici zeggen en zet beide ‘kanten’ tegen elkaar af. Waarom hebben we eigenlijk zo’n verschillende kijk op de koloniale tijd?
Een interessant debat waar je jouw profielwerkstuk over kunt schrijven gaat over Nederlandse zeehelden. Kunnen we nog wel een Jan Pieterszoon Coen op een voetstuk zetten als we weten dat hij geweld tegen inheemse bevolking niet schuwde? De ene groep mensen vindt van wel, omdat Coen een collectieve herinnering oproept naar een machtig vaderland. Een vaderland waar iemand zich onderdeel van kan voelen. Anderen vinden juist van niet, omdat we daarmee geweld letterlijk en figuurlijk op een voetstuk plaatsen. Of moeten we voor een tussenweg gaan?
Geïnteresseerd in het debat rondom kolonialisme? Lees dan bijvoorbeeld Marcus Fink, Matthias van Rossum en Anne Marieke van der Wal, of een aantal essays, zoals ‘Is het kolonialisme toe aan herwaardering?’ (De Groene) of ‘Principes? Niet overzee.’ (Groene Amsterdammer).
Laatst gewijzigd: | 14 november 2023 11:48 |