Hypothese en verwachting
Wanneer je een goede onderzoeksvraag hebt bedacht ga je een hypothese opstellen. In het kort is een hypothese de verwachte uiitkomst van je onderzoek, dus wat jij van tevoren denkt dat het antwoord is op je onderzoeksvraag.
Je kunt niet zomaar een hypothese of verklaring opstellen; deze moet wel aan een aantal eisen voldoen:
-
Een hypothese moet gebaseerd zijn op eerdere kennis. In het literatuurgedeelte van je profielwerkstuk zul je dus kennis moeten verzamelen die laat zien waarom je een bepaalde hypothese opstelt
-
Een hypothese bevat een onafhankelijke variabele en een afhankelijke variabele. De onafhankelijke variabele is de variabele die een fenemoon veroorzaakt, en heeft invloed op de afhankelijke variabele. Als je het bijvoorbeeld over klimaatverandering hebt, is het klimaat de afhankelijke variabele en de uitstoot van CO2 de onafhankelijke variabele.
-
Een hypothese moet te ontkrachten zijn: als een verklaring niet ontkracht kan worden heeft het geen zin om deze te testen. Een bekend ironisch voorbeeld hiervan is ‘Russell’s theepot’: een microscopisch kleine onzichtbare theepot die rondom de zon draait. Het maakt niet uit dat je de theepot nooit vindt, want je kan niet bewijzen dat hij niet bestaat.
Als je hypothese aan deze eisen voldoet, dan heb je een goede wetenschappelijke hypothese! Wat misschien opvalt is dat een hypothese leidt tot een verwachting: als een hypothese waar is, zul je een bepaalde uitkomst moeten zien.
Voorbeelden van hypotheses:
-
“Als zonlicht belangrijk is voor de groei van appels, dan zou een appelboom in het donker geen appels moeten krijgen.”
-
“Sinds het begin van de corona-crisis is er sprake van een afname in de gemiddelde prestaties van leerlingen op het vwo.”
Een hypothese en een verwachting zijn niet dezelfde: soms kun je meerdere hypothesen opstellen voor hetzelfde fenomeen. Verschillende hypothesen leiden tot verschillende verwachtingen, en die je kan testen in een experiment. Zo is de cirkel rond.
Voorbeelden van een verwachting:
-
'Groepsdruk heeft invloed op de mening van scholieren in de klas'.
Als dat zo is, dan verwacht dat je een leerling andere antwoorden geeft op een vraag als deze 1-op-1 word gesteld, dan wanneer deze in de klas word gesteld.
Bedenk dat je hypothese slechts een voorspelling is. Het is niet erg als het antwoord op jouw onderzoeksvraag aan het einde van je PWS totaal anders blijkt te zijn dan je voorspeld had in je hypothese.
Let op! Het is niet altijd nodig om een hypothese op te stellen voor je profielwerkstuk! Je kan het beste met je docent overleggen wat past bij jouw onderwerp.
Laatst gewijzigd: | 15 februari 2024 13:33 |