De geschiedenis van het Rekencentrum Rijksuniversiteit Groningen

In 1958 schafte de RUG zijn eerste computer aan: de ZEBRA die in de kelder van het Mathematisch Instituut aan de Reitdiepskade kwam te staan. Deze vormde de eerste in een rij van almaar snellere centrale computers, waarmee de RUG een traditie in groot-rekenen opbouwde. De ZEBRA werd in 1964 opgevolgd door een Telefunken TR4. Deze stond in het Rekencentrum in de Grote Appelstraat. In 1972 verhuisde het Rekencentrum naar het Zernikecomplex (toen nog gewoon Paddepoel geheten), waar de eerste van een serie Control Data computers (CDC) in gebruik werd genomen.  Lang had de RUG slechts één centrale computer, maar vanaf de jaren 80 kwamen er steeds meer computers: eerst op instituten en later in de vorm van PC's op ieders bureau. In 2001 verhuisde het Rekencentrum naar de Zernikeborg.

Op 26 april 2005 wordt de IBM BlueGene/L met een peak performance van ongeveer 36 TF in gebruik genomen. Ook op het terrein van visualisatie en VR heeft het RC een traditie die begon met een simpele DYMEC stempelplotter, terwijl er thans twee grote Virtual Reality installaties in de Zernikeborg staan.

U treft hier een collectie aan van (links naar) artikelen aan over de geschiedenis van het Rekencentrum van de RUG.

Inleiding

• Bij het overlijden van prof.dr. D.W. Smits, de eerste directeur van het Rekencentrum en een de grondleggers van het universitaire rekenen in Nederland, schreef Leo Van der Weele in 1998 voor Intercom In memoriam D.W.Smits (1919-1998). In de Zernikeborg is thans de Donald Smits Zaal naar Smits genoemd.
• Bij het vijfentwintigjarig bestaan in 1989 vertelde Smits, die in 1984 met pensioen ging, over het begin van het Rekencentrum.
• Geschiedenis van het Rekencentrum, geschreven in 1995.
• TeRUGgerekend - De (voorlopige) geschiedenis van het Rekencentrum van de Rijk­suniversiteit Groningen van 1959 tot 1995, door Lammert Doedens.