Geschiedenis van het RC (1995)
in vogelvlucht
Het RC bestaat inmiddels meer dan dertig jaar. Hoewel dit in jaren misschien nog niet zo oud is, heeft deze instelling toch al een bewogen geschiedenis achter de rug. Het meest in het oog springende aspect van de geschiedenis van het RC is de enorme snelheid van de technische ontwikkelingen die in de loop der jaren hebben plaatsgevonden. Met name de ronduit revolutionaire ontwikkeling van radiobuizen, via transistoren naar chips heeft ervoor gezorgd dat de computer in dertig jaar zijn weg heeft gevonden van speciaal ingerichte gebouwen naar de huiskamer.
De ontwikkeling op het gebied van de hardware
De eerste computer die in 1959 door de RUG werd gekocht was de ZEBRA van de firma Stantec Computing Systems. Hoewel de ZEBRA in Engeland werd geproduceerd, was het apparaat ontwikkeld door het PTTlaboratorium in Leidschendam. De kosten voor dit apparaat bedroegen ƒ 150.000.
- Prof. W.J.W. Koster,
- Mr. W.A. Offerhaus (commissaris van de Koningin),
- de technicus Lowi van Zwet,
- burgemeester J. Tuin,
- de Groningse Nobelprijswinnaar Prof. Dr. F. Zernike,
- Dr. H.J. Buurema
- de president curator van de Universiteit Dr. E.H.A. Ebels.
Toen het apparaat in maart 1959 werd geïnstalleerd op het Mathematisch Instituut aan de Reitdiepskade, was de regionale pers vol lof en bewondering over het `stoere' nieuwe rekenwonder dat in Groningen aanwezig was. Bij de opening van het Mathematisch Instituut op 12 maart 1959 waren vele prominenten aanwezig, zowel uit wetenschappelijke als uit bestuurlijke kringen. De aanwezigheid van zoveel prominenten is tekenend voor de interesse in het toen nog jonge en vooral zeer bijzondere fenomeen: de computer.
Vijf jaar later was dit wonder alweer totaal verouderd en hoognodig aan vervanging toe. Wederom werd een rekenwonder aangeschaft, de TR4 van de Duitse firma Telefunken, deze keer voor een bedrag van ƒ 3.000.000. De TR4 was een enorme vooruitgang want hij was 100 keer sneller dan de ZEBRA. Aangezien de TR4 ook veel groter was, moest er een nieuwe ruimte komen. Het RC verhuisde in 1964 met de nieuwe apparatuur naar een keurig verbouwd pand aan de Appelstraat. Groningen had toen het modernste Rekencentrum van Nederland. Vijf jaar later was de TR4 eigenlijk ook alweer aan vervanging toe. Deze keer viel de keus op een Amerikaans produkt: de Control Data Cyber. De kosten werden op 19 miljoen geraamd, maar daar stond weer een enorme uitbreiding van de rekencapaciteit tegenover. Uiteindelijk kostte de Cyber `slechts' 15 miljoen. Ook deze keer was er veel meer ruimte nodig en die kwam beschikbaar in een nieuw Rekencentrum in Paddepoel. In nauwelijks tien jaar tijd waren dus de prijzen en de rekencapaciteit van apparatuur explosief gegroeid. De Cyber 7416 was bijvoorbeeld 2000 keer sneller dan de ZEBRA en de prijs was gestegen met een factor 100.
Eenmaal gevestigd in Paddepoel zette de tendens van steeds snellere computers nog een aantal jaren door. Daarnaast vond tevens een aantal ontwikkelingen plaats die zorgden voor een ingrijpende verandering van de taken en het functioneren van het RC. Vanaf 1959 tot aan het midden van de jaren zeventig bepaalde de aanwezigheid van één grote, centrale computer in hoge mate de taken en daarmee ook het functioneren van het RC. In het midden van de jaren zeventig veranderde dat door de introductie van mini en microcomputers en door de opkomst van het netwerk. Tegenwoordig is op het RC een veelheid aan computersystemen aanwezig, die afgestemd zijn op de behoeften van de gebruiker.
Jaar | Type | Prijs (gulden) | Intern geheugen | Rekenkracht |
---|---|---|---|---|
1959 | ZEBRA | 150.000 | 32 KB | |
1964 | TR4 | 3.000.000 | 180 KB | 0.15 Mips |
1972 | CD Cyber 74-16 | 15.000.000 | 3 MB | 3 Mips |
1978 | Cyber 170/760 | 7.100.000 | 4 MB | 12 Mips |
1989 | Cyber 962 | 5.000.000 | 64 MB | 15 Mips |
1989 | Convex 220 | 2.500.000 | 256 MB | 200 Mflops |
1993 | CM5 | 1.900.000 | 2000 MB | 2000 Mflops |
1995 | Cray | 2.300.000 | 4000 MB | 6400 Mflops |
De ontwikkeling op het gebied van de software
Even revolutionair als de ontwikkeling op het terrein van de hardware was die van de software in de afgelopen dertig jaar.
Aan het eind van de jaren vijftig werden programma's ingevoerd met ponsband en gegevens werden vastgelegd op magneetbanden. Eind jaren tachtig deed de floppy zijn intrede en wordt inmiddels alom gebruikt.
Standaardprogramma's voor rekenproblemen bestonden dertig jaar geleden ook nog niet. Als onderzoekers of instellingen zich melden bij het RC met een probleem waar nog geen programma voor was, hetgeen zeer vaak het geval was, dan werd hier een nieuw programma voor geschreven door RCmedewerkers. Verder werden met collega's, die ook gebruik maakten van bijvoorbeeld de ZEBRA, programma's uitgewisseld binnen de zogenaamde ZEBRAclub. Het zelf ontwikkelen van programma's was in de eerste vijftien jaar van het RC een belangrijke taak. Met name op het gebied van de statistiek is door het RC zelfstandig een pakket ontwikkeld: WESP (Waarlijk Eenvoudig Statistisch Pakket), waarmee duizenden studenten in Groningen de grondbeginselen zijn bijgebracht van de verwerking van statistische gegevens. Inmiddels is dit programma niet meer in gebruik omdat het programma SPSS de standaardnorm is geworden. Heden ten dage worden over de hele wereld vrijwel overal dezelfde, veelal commerciële, programma's gebruikt.
De ontwikkeling op het gebied van het computergebruik
Standaardisering van computerprogramma's leidde er toe dat steeds meer mensen gebruik gingen maken van de computer. Die ontwikkeling werd nog versterkt toen in de jaren tachtig de PC geïntroduceerd werd. Hierdoor vond een ware revolutie plaats en de computer werd onderdeel van het dagelijks leven. Door het toenemende gebruik van de computer werd de behoefte aan scholing in het gebruik van een computer steeds groter; een ontwikkeling waar het RC op inspeelde door het geven van cursussen.
De functie van het RC binnen de RUG
Door alle ontwikkelingen is de positie van het RC binnen de RUG de afgelopen dertig jaar veranderd. Zeker in de beginjaren was het een instituut voor en door specialisten. De hoofdtaak bestond uit het liefst zo snel mogelijk uitvoeren van veel en omvangrijk rekenwerk, voor met name sterrenkundigen en chemici. Geleidelijk veranderde dat en steeds meer onderzoekers uit andere disciplines maakten gebruik van de diensten van het RC, terwijl ook steeds meer instellingen en organisaties, zowel van binnen als buiten de RUG, de weg naar het RC wisten te vinden. In de loop der jaren heeft het RC een belangrijke bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke output van de RUG. RCmedewerkers hebben meegewerkt aan meer dan 150 proefschriften en het grote wetenschappelijk rekenwerk is overwegend verricht door of op het RC.
Een andere taak die in de loop der jaren steeds belangrijker is geworden, is de onderwijstaak op het terrein van het gebruik van computers.
In de jaren tachtig vond binnen de RUG een decentralisatie plaats van de taken op het gebied van computergebruik. Steeds meer taken die traditioneel door het RC werden vervuld, werden door de faculteiten zelf gedaan, omdat de computers veel toegankelijker en goedkoper waren geworden. Anno 1995 vervult het RC binnen de RUG echter nog steeds een belangrijke taak op het gebied van het wetenschappelijk rekenwerk en het geven van ondersteuning bij het computergebruik binnen de RUG.
Laatst gewijzigd: | 04 oktober 2024 12:18 |