'I descended to the depths of the earth'
Promotie: | Dhr. D.J. (Daniel) Waller |
Wanneer: | 02 juli 2020 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. M. (Mladen) Popovic, C.K.M. (Kocku) von Stuckrad, Prof |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Religie, Cultuur en Maatschappij |
De rol en werking van magische spreuken op Joods-Babylonisch-Aramese toverschalen
De rol en werking van magische spreuken op Joods-Babylonisch-Aramese toverschalen
Daniel Waller heeft voor zijn promotie onderzoek gedaan naar het gebruik van narratieve toverspreuken binnen de magische context van de zogenaamde Joods-Babylonisch-Aramese toverschalen. Deze antieke aardewerken schalen zijn beschreven met toverformules die hun eigenaren moesten beschermen tegen demonen. Waller toont het belang aan van een samenhangender benadering van deze vaak genegeerde en beschimpte magische objecten. Hij trekt veelvoorkomende ideeën over het gebrek aan magie in het (oude) Jodendom in twijfel en gebruikt de schalen om een licht te werpen op bredere tendensen in de oudheid.
Veel toverschalen maken gebruik van narratieve toverspreuken om hun doel te bereiken. Waller verzamelde voor zijn proefschrift het narratieve materiaal van de vierhonderd gepubliceerde schalen en analyseert belangrijke categorieën binnen deze teksten. Met behulp van concepten uit magie, retorica en retorische narratologie onderzocht hij hoe de toverschalen de kracht van het narratief aanwenden om een verandering teweeg te brengen in de wereld, en het doen en laten van demonen te beïnvloeden.
De manier waarop mensen een dergelijke verandering proberen te verwezenlijken, demonstreert hun houding ten opzichte van bovennatuurlijke machten. Het gebruik van retorische concepten stelt ons in staat een nieuw licht te werpen op de verschillende manieren waarop de schalen narratieve strategieën aanwenden om hun doel te bereiken. Waller toont aan hoe de werkzaamheid van de toverspreuken nauw samenhangt met het gebruik van kenmerkende narratieve eigenschappen zoals descripties, narratieve ruimte en de impliciete manier waarop eenvoudige verhalen zich ontvouwen. Ook beschrijft hij hoe de toverschalen de demonologie van het Jodendom van de late oudheid ontsluieren, en hoe wij door de teksten de mensen achter de schalen kunnen ontwaren in hun actieve en inventieve proces van het vormgeven van hun verhouding tot engelen, demonen en God.
Wallers proefschrift gaat dus niet alleen over hoe woorden de wereld kunnen veranderen, maar laat ook zien hoe verbeeldingskracht in dienst kan staan van magie. Tevens laat hij zien dat het genre van schaalmagie de destijds groeiende technologische ontwikkelingen weerspiegelt, evenals het toenemende gebruik van schrift als manier om het bovennatuurlijke te kunnen bereiken, materialiseren en beïnvloeden.
Daniel Waller heeft voor zijn promotie onderzoek gedaan naar het gebruik van narratieve toverspreuken binnen de magische context van de zogenaamde Joods-Babylonisch-Aramese toverschalen. Deze antieke aardewerken schalen zijn beschreven met toverformules die hun eigenaren moesten beschermen tegen demonen. Waller toont het belang aan van een samenhangender benadering van deze vaak genegeerde en beschimpte magische objecten. Hij trekt veelvoorkomende ideeën over het gebrek aan magie in het (oude) Jodendom in twijfel en gebruikt de schalen om een licht te werpen op bredere tendensen in de oudheid.
Veel toverschalen maken gebruik van narratieve toverspreuken om hun doel te bereiken. Waller verzamelde voor zijn proefschrift het narratieve materiaal van de vierhonderd gepubliceerde schalen en analyseert belangrijke categorieën binnen deze teksten. Met behulp van concepten uit magie, retorica en retorische narratologie onderzocht hij hoe de toverschalen de kracht van het narratief aanwenden om een verandering teweeg te brengen in de wereld, en het doen en laten van demonen te beïnvloeden.
De manier waarop mensen een dergelijke verandering proberen te verwezenlijken, demonstreert hun houding ten opzichte van bovennatuurlijke machten. Het gebruik van retorische concepten stelt ons in staat een nieuw licht te werpen op de verschillende manieren waarop de schalen narratieve strategieën aanwenden om hun doel te bereiken. Waller toont aan hoe de werkzaamheid van de toverspreuken nauw samenhangt met het gebruik van kenmerkende narratieve eigenschappen zoals descripties, narratieve ruimte en de impliciete manier waarop eenvoudige verhalen zich ontvouwen. Ook beschrijft hij hoe de toverschalen de demonologie van het Jodendom van de late oudheid ontsluieren, en hoe wij door de teksten de mensen achter de schalen kunnen ontwaren in hun actieve en inventieve proces van het vormgeven van hun verhouding tot engelen, demonen en God.
Wallers proefschrift gaat dus niet alleen over hoe woorden de wereld kunnen veranderen, maar laat ook zien hoe verbeeldingskracht in dienst kan staan van magie. Tevens laat hij zien dat het genre van schaalmagie de destijds groeiende technologische ontwikkelingen weerspiegelt, evenals het toenemende gebruik van schrift als manier om het bovennatuurlijke te kunnen bereiken, materialiseren en beïnvloeden.