Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Thema's Tweede Kamerverkiezingen 2023

Deelname Tweede Kamerverkiezingen

37 partijen deden mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021

Bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 deden maar liefst 37 partijen mee, zo maakte de Kiesraad op 5 februari bekend. Dat was een naoorlogs record, dat eerder op 28 partijen stond (in 2017, 1981 en 1971). Het grote aantal partijen zorgde voor problemen bij het stembiljet, waarop alle kandidatenlijsten moeten staan. In 2017 was het met 28 partijen al erg groot.

Figuur 1. Aantal partijen dat heeft deelgenomen aan de Tweede Kamerverkiezingen en dat is verkozen, 1918-2021

Aantal partijen dat heeft deelgenomen aan de Tweede Kamerverkiezingen en dat is verkozen, 1918-2021

Bronnen: www.verkiezingsuitslagen.nl en parlement.com

Vanaf 1946 tot en met 1959 stonden er tussen de 10 en 13 partijen op het stembiljet. Daarna nam het aantal deelnemende partijen fors toe. Aan de ene kant kwam dat door de uitbreiding van de Tweede Kamer in november 1956 van 100 naar 150 zetels, waardoor de kiesdeler (het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels) daalde van 1% naar 0,67%. Hierdoor werd voor nieuwe partijen de kans groter om in de Tweede Kamer te komen. Daarnaast speelde de in de jaren zestig toegenomen electorale volatiliteit een rol. Met de ontzuiling werden kiezers minder trouw aan hun partij, wat mogelijkheden bood voor nieuwkomers.

Bij de meeste Tweede Kamerverkiezingen vanaf 1967 deden tussen de 20 en 28 partijen mee, gemiddeld ruim 23. De kansen om in de Kamer te komen namen wel af: verwierf in de periode 1946-1959 ongeveer twee derde van de deelnemende partijen één of meer Kamerzetels, daarna daalde dat percentage tot doorgaans wat minder dan de helft (en in de verkiezingsjaren 1981 en 1986 zelfs tot een derde). Vanzelfsprekend hebben de gevestigde partijen een veel grotere kans op Kamerzetels dan de nieuwkomers.

Het aantal nieuwe partijen lag voor de Tweede Wereldoorlog een paar keer nog hoger. Aan de Tweede Kamerverkiezingen van 1933 deden maar liefst 54 partijen mee, waarvan er 14 in de Kamer kwamen (waaronder zes ‘eenlingen’). Om dit hoge aantal in de toekomst in te dammen, werd er een waarborgsom ingevoerd die een partij voor elke kieskring waar zij een kandidatenlijst indiende moest betalen. Als zij minstens 75% van de kiesdeler had behaald, kreeg zij de waarborgsom terug. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1937 werd duidelijk dat deze drempel effectief was, met ‘slechts’ 20 partijen op het stembiljet. Het systeem met de waarborgsommen bestaat voor nieuwe partijen nog steeds. Daarnaast moeten zij per kieskring dertig ondersteuningsverklaringen inleveren.

Laatst gewijzigd:13 maart 2024 11:28