Alternatieven
Een belangrijke strategie van een partij kan zijn om de kiezers een aantrekkelijk alternatief te bieden. D66 voerde vrijwel de hele periode met Jan Terlouw als lijsttrekker de slogan "Het redelijk alternatief", voor de mensen die niet konden kiezen tussen links en rechts (1977-1982). Ruim tien jaar later kwam de ouderenpartij Unie 55+ met de slogan "Fatsoenlijk alternatief" (1994). Ook buiten de verkiezingscampagnes willen partijen nog alternatieven bieden, zeker als ze niet in de regering zijn gekomen. Zo organiseerden de gezamenlijke linkse partijen in 1983 een alternatieve Prinsjesdag, met een alternatieve troonrede en dus een alternatief beleid. De affiches die een alternatief wellicht het meest beeldend lieten zien, zijn die uit een serie die GroenLinks in 2002 verspreidde onder het motto "Kies voor een nieuw evenwicht", waarop met een rood potlood op zwart-wit foto's de alternatieven getoond werden, zoals extra deuren in de wachtkamer als alternatief voor wachtlijsten in de zorg, of een windmolen als alternatief voor energiecentrales die fossiele brandstoffen verstoken.
Geld stinkt niet
Niet veel mensen zijn vies van geld, en ook daar spelen partijen op in. Vooral de VVD is de koning van het ageren tegen belasting, zoals affiches uit 1949 en 2010 laten zien. De Delftse partijafdeling wil zelfs minder belasting, maar meer bitterballen (2018). Een andere rechtse partij, de Boerenpartij, wil ook belastingverlaging (1966). De Internationale Socialisten vinden daarentegen dat juist de rijken wel wat meer belasting kunnen betalen (2011), een standpunt waar verrassend genoeg in 2021 alle grote partijen achter staan, inclusief de VVD. Niet zo verrassend pleiten vooral de meeste linkse partijen voor hoger loon, zoals de CPN (1972) of de SP (2017). Uiteraard zijn er ook altijd partijen die vinden dat geld vooral anders besteed moet worden, zoals de linkse partijen die in 1980 niet willen dat er geld wordt uitgegeven aan F16's, GroenLinks die in 1994 ageert tegen de bouw van een brug of de Partij voor de Dieren die zich verzet tegen hoge landbouwsubsidies (2014). Uiteindelijk worden alle financiële problemen opgelost door de als parodie bedoelde Tegenpartij: "Geen gezeik, iedereen rijk".
Choqueren
Bloot en seks trekken niet per se kiezers, maar in elk geval wel de aandacht en soms is dat al het halve werk. Vooral rond 1970, toen naakt nog choquerend was, werd dit vooral op affiches gebruikt door kleinere partijen. Kabouter deed in 1970 aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen mee met een affiche waarop enkel blote mensen te zien waren onder de slogan
Wij hebben niets te verbergen . Ook de namen van sommige partijen werden bewust choquerend gekozen, zoals de Vrije Seks Partij (1970) in Amsterdam en de Internationale Partij voor Seks en Oproer van de markante Groninger Plopatou. Kort na de provo's kwam de PSP bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 met een affiche met een koe en een naakte dame, dat uiteindelijk een iconische poster in de geschiedenis van het Nederlandse politieke affiche zou worden. Het thema niets te verbergen van Kabouter kwam bijna 50 jaar later weer terug bij de Piratenpartij tijdens het referendum over de sleepwet.
Vlagvertoon
In Nederland lopen politici nog niet met Nederlandse vlagspeldjes op hun revers om hun patriottisme te tonen, zoals in de VS vrijwel elke politicus wel een Amerikaans vlaggetje draagt. Op Nederlandse verkiezingsaffiches daarentegen komen vlaggen regelmatig voor. Vooral bij de meer nationalistische partijen uiteraard, zoals de Boerenpartij, Nieuw Rechts of de PVV. Maar ook de VVD tooide zich met de nationale driekleur. Verder houden de christelijke partijen van de Nederlandse vlag, zoals de Gelovig Democratische Unie, de combinatie SGP/RPF/GPV en het CDA, dat jarenlang een rood-wit-blauw lint over zijn affiches trok. Soms echter, moest de Nederlandse driekleur toch gestreken worden, zoals in Nederlands-Indië eind jaren veertig van de vorige eeuw. En uiteraard waren er ook mensen die het daar niet mee eens waren, zoals het Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid, hoewel dat geen politieke partij was.
Kinderen vertederen
In de reclame wordt veel gebruik gemaakt van filmpjes en foto's van schattige kinderen om producten aan te prijzen of tenminste al de aandacht te trekken. Ook politieke partijen hebben hier wel gebruik van gemaakt. Aanvankelijk waren dat progressieve partijen, zoals de SDAP in 1937 en de PvdA in 1953. Kinderen staan uiteindelijk ook voor de toekomst. De laatste decennia zijn het vooral de christelijke partijen, met hun nadruk op het gezin, die kinderen portretteren op affiches, zoals de RPF in 1998, het CDA in 2005 en de ChristenUnie in 2019.
Voormannen geportretteerd
Een veel gebruikte methode bij verkiezingsaffiches is het portretteren van de kandidaat, zeker na de komst van de televisie. Lange tijd waren dat de voormannen van de partijen die dan op de affiches verschenen. Zij werden geacht bekende gezichten te zijn, die vertrouwen en autoriteit uitstraalden bij de kiezers, zoals Drees (SDAP, 1937; later PvdA, 1952 en 1956), Colijn (ARP, 1937), Oud (VVD, 1948, 1952, 1956 en 1959) en Zijlstra (ARP, 1956 en 1959). In later jaren kwamen er ook voorvrouwen, zoals Beckers (PPR, 1977, 1981 en 1986) of Thieme (PvdD, 2003-2017). Verrassend is in dit verband Lilian Marijnissen, die al decennia voordat ze in 2017 partijleider van de SP werd op een verkiezingsaffiche te zien was als kind voorop de fiets van haar vader, toenmalig partijleider Jan Marijnissen (SP, 1989).
Afzetten tegen anderen
Soms werkt het beter om niet te zeggen waar je voor bent, maar juist waar je tégen bent. Op de oudste verkiezingsaffiches uit de collectie van het DNPP komen we deze methode al tegen. De SDAP zette zich in 1918 af tegen oorlog (de Eerste Wereldoorlog woedde toen nog), en de Bond van Vrije Liberalen zette zich in datzelfde jaar af tegen Pieter Jelles Troelstra, de aanvoerder van de revolutionaire socialisten. De VVD zetten zich in 1956 af tegen zowel confessionelen als socialisten, die de geestelijke vrijheid zouden verbranden. De SP was begin jaren negentig zelfs tegen bijna alles, blijkens haar affiches. Ook andere organisaties die zelf niet deelnamen aan de verkiezingen, zetten zich door middel van affiches af - zoals Milieudefensie die zich in 2003 afzette tegen partijen die niet milieuvriendelijk genoeg waren; of de Internationale Socialisten die zich in 2008 en 2011 afzetten tegen PPV-leider Geert Wilders. Het ultieme afzetten zagen we natuurlijk bij de Tegenpartij, zij het dat dit geen echte partij was, maar een persiflage.