SP jaaroverzicht 1995
Uit: J. Hippe, P. Lucardie en G. Voerman. 'Kroniek 1995. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1995' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1995 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1996), 14-91, aldaar 75-78.
Inleiding
Na de electorale doorbraak van 1994, toen de SP voor het eerst in haar geschiedenis doordrong tot de Tweede Kamer, nam de belangstelling van de media voor deze nieuwkomer beduidend toe. 'Kranten, radio en televisie besteedden in het eerste jaar na de verkiezingen meer aandacht aan de partij dan in de 22 jaar daarvoor', zo constateerde partijsecretaris T. Kox in de Tribune (20 oktober 1995).
Acties
De SP wist door middel van vele acties vaak de aandacht van de media op zich te vestigen. Zo bezetten op 29 mei SP-leden samen met WAO-ers dertien GAK-kantoren in het land. Hiermee wilden zij de herkeuringen van WAO-ers aan de kaak stellen, die noodzakelijk waren door de herziening van de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO). Tegen de aangekondigde huurverhoging van 1 juli voerden veel partijafdelingen actie. Op de dag dat de huurverhoging inging, bouwde een aantal SP-leden een 'Grote Huur-is-te-duur-Muur' voor de huisdeur van staatssecretaris D.J.K. Tommel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ook tegen de Franse kernproeven op Mururoa kwam de SP in het geweer. Onder de leus 'wrak voor Chirac' werden op 14 september enkele autowrakken met daarop vele handtekeningen tegen de kernproeven afgeleverd bij de Franse ambassade. Ook riep de partij op om geen Beaujolais Primeur te kopen.
Provinciale Statenverkiezingen
De verkiezingen voor de Provinciale Staten verliepen voor de SP erg gunstig: de partij ging van één zetel in Noord-Brabant in 1991 naar twaalf in zeven provincies in 1995 (zie tabel 1). Vergeleken bij de kamerverkiezingen van 1994 steeg het stemmenpercentage van 1,3% naar 2,1%. Partijvoorzitter en Tweede-Kamerlid J.G.C.A. Marijnissen concludeerde naar aanleiding van de uitslag: 'Ons bestaansrecht wordt nu door niemand meer in twijfel getrokken en al helemaal niet door de mensen, de kiezers. Drie grote verkiezingsoverwinningen op rij maken duidelijk dat we op de goede weg zijn' (de Tribune, 24 maart 1995).
Evenals bij de raads- en kamerverkiezingen van 1994 werd de verkiezingscampagne gevoerd onder de leus: 'Stem tegen. Stem SP'. Het startschot werd op 26 februari gegeven door Marijnissen in de Rotterdamse Delftshaven. In de provincies Zeeland en Flevoland deed de partij niet mee.
Eerste-Kamerverkiezingen
Dank zij de goede uitslag bij de Statenverkiezingen debuteerde de SP in de Eerste Kamer (zie tabel 2). J. de Wit werd de eerste senator. De Wit was vanaf de oprichting lid van de SP. Vanaf 1982 had hij voor de SP zitting in de gemeenteraad van Heerlen; vanaf 1990 als fractievoorzitter. Hij maakte eveneens deel uit van het 'P-team', dat de Tweede-Kamerfractie van de SP bijstond. Bij de Statenverkiezingen was de SP een lijstverbinding met GroenLinks aangegaan, waardoor deze laatste haar vier zetels in de senaat kon behouden.
Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen
Op 29 november werden in Noord-Brabant in verband met gemeentelijke herindelingen tussentijdse raadsverkiezingen gehouden. In de raad van de met Rosmalen uitgebreide gemeente Den Bosch behield de SP haar twee zetels. Dit werd echter als een verlies beschouwd, gezien het feit dat de partij in de gemeenteraad van Rosmalen vijf zetels had gehad. In Boxtel, waaraan Liempde was toegevoegd, verloor de SP zwaar: de partij kwam maar met één zetel in de nieuwe gemeenteraad. In de oude raad van Boxtel had zij nog vijf zetels gehad. De Tribune (15 december 1995) schreef het verlies mede toe aan de 'wethouderskwestie'. Veel SP-kiezers zouden zijn thuisgebleven omdat hun partij na de winst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 er vervolgens niet in was geslaagd om door te dringen tot het college van Burgemeester en Wethouders. Hierdoor was de indruk ontstaan 'dat de SP de spelbreker was. Daar betalen we nu de rekening voor', aldus het Socialistische raadslid W. van Meurs.
Partijcongres
In 1995 zette de SP de voorbereidingen voor het partijcongres voort. Dit partijorgaan was voor het laatst in oktober 1991 bijeen gekomen. Het congres - dat statutair minimaal één maal in de vijf jaar dient te worden gehouden - zou op 8 juni 1996 worden gehouden.
Asbestfonds
In januari verscheen Asbest: de dubbele lijdensweg. Of waarom er een asbestfonds moet komen, uitgegeven door het Wetenschappelijk Bureau van de SP. Duizenden mensen (zullen) lijden aan de gevolgen van de blootstelling aan asbest, aldus de opstellers van het rapport, B. Ruers en A. de Bres. Naast deze tragiek was er nog een juridische lijdensweg, wanneer deze personen verhaal poogden te halen. De beide auteurs vroegen zich af 'of het treffen van een collectieve regeling voor asbestslachtoffers niet de voorkeur verdient boven het individueel aanspannen van wellicht duizenden procedures'. De SP zelf beantwoordde deze vraag bevestigend. Zij nam het initiatief tot de oprichting van het Comité Asbestslachtoffers. Doel ervan was om tot een betere regeling van de schadeloosstelling van de asbestslachtoffers en hun nabestaanden te komen. Bedrijven die met asbest-claims te maken kregen, zouden samen met hun verzekeraars en de overheid een fonds moeten vormen dat uitkeringen verstrekte aan de slachtoffers. In een reactie zei staatssecretaris Linschoten hier geen taak voor de overheid te zien. Op 27 oktober wijdde de SP aan het asbestfonds een symposium.
Publikaties
In augustus publiceerde het Wetenschappelijk Bureau van de SP het rapport Te veel en te weinig. Hierin maakten R. Peters en P. Verschuren de resultaten bekend van een door de SP verricht onderzoek naar de gevolgen van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG). Volgens de onderzoekers was gebleken dat nogal wat gemeenten veel geld van hun WVG-budgetten overhielden.
Laatst gewijzigd: | 20 februari 2023 16:04 |