Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen GroenLinks (GL) Geschiedenis

GroenLinks jaaroverzicht 1996

Uit: J. Hippe, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman. 'Kroniek 1996. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1996' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1996 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1997), 13-87, aldaar 51-55.

Inleiding

In 1996 hield GroenLinks zich vooral met haar interne organi­sa­tie bezig. De financiële tekorten die in 1995 waren gecon­sta­teerd, konden dit jaar wegge­werkt worden. In maart werd een nieuwe directeur van het partijbureau aangesteld. Deze moest de al twee jaar sle­pende reorganisatie tot een goed einde bren­­gen. Het Weten­schappelijk Bureau, de Stich­ting Scholing en Vorming en de uitgave van de partijbla­den zouden meer geïnte­greerd wor­den. Eind novem­ber ver­huisde het partijbureau van Amster­dam naar Utrecht.

Vertrek Meijer

Kritiek op de partij kwam van E. Meijer, van 1992 tot 1995 vice-voorzitter van de partij en voordien actief in verschil­lende functies voor de PSP. Hij vond GroenLinks teveel een voort­zetting van de PPR en te weinig een 'rode actiepar­tij' zoals de vroegere PSP en CPN of de huidige SP (GroenLinks magazine, maart 1996). Om die reden verliet hij begin 1996 GroenLinks en sloot zich aan bij de SP. In de jaren zestig en zeven­tig had Meijer overigens ook op de koers van de PSP vaak kritiek geleverd vanuit de linker­vleugel van die partij.

Extreem-rechts en GroenLinks

Rechtse extremisten rond J. Glimmerveen en sympathisanten van de CP'86 hadden in 1995 het congres van GroenLinks trachten te verstoren en vernie­lingen aangericht aan het huis van Groen­Links-leider Ro­senmöller (zie Jaaroverzicht 1995). In 1996 werd het agressief gedrag vanuit deze hoek tegen leden van GroenLinks voortgezet, al was vaak niet duidelijk wie de daders waren.

In maart werden molotov-cocktails aangetroffen onder de auto van een GroenLinks raadslid in Spijkenisse, C. van Overbee­ke. Het Tweede-Kamer­lid mevr. T. Oedayraj Singh Varma werd in 1996 re­gelmatig telefonisch bedreigd door lieden die de naam en de leuze van de CP'86 'Eigen volk eerst' riepen. Op 21 mei werd zij voor haar huis door twee mannen uitge­scholden en gemoles­teerd, die naar zij vermoedde ook rechts-extremisten waren. Op een bijeenkomst van CP'86ers en andere rechts-extremisten in november in Schiedam beloofde Glimmerveen het kamerlid in een werk­kamp te zullen uithongeren wanneer hij de macht in handen had. Eveneens op 21 mei werd het GroenLinkse raadslid H. Meijer in het stadhuis van Rotterdam door een fractiemedewer­ker van de CP'86 aangevallen en mishandeld. Ook partijvoorzit­ter A. Har­rewijn en andere GroenLinkse poli­tici ontvingen bedreigin­gen van rechts-extremisten.

Vermoede­lijk was de campagne niet zozeer door de CP'86 zelf opge­zet, maar door het aan deze partij verwante Onderzoek Do­cumen­tatie en Infor­matie Netwerk (ODIN), dat via de Inter­net-pagina van de partij informatie verspreidde over 'anti-fascis­ten', waaronder veel leden van GroenLinks. De partijse­cretaris van CP'86, T. Mudde, verklaarde niet te weten wie deel uit­maakten van ODIN.

Partijcongres

Op 15 juni kwam het partijcongres bijeen in Gouda. Belangrijk­ste onderwerp was de eveneens als brochure uitgegeven resolu­tie Van tweedeling naar herverde­ling, waarin het par­tij­bestuur voor­stelde een voetin­komen van 500 gulden per maand voor ieder individu tussen de 18 en 65 jaar in te voeren. Dat zou gecom­bi­neerd moeten worden met arbeids­tijdverkorting (een werkweek van 32 uur) en het vergemakkelij­ken van loop­baanon­derbreking. Na een levendig debat tussen de partijvoorzitter en een aantal afgevaardigden die in plaats van een voetinkomen een basisin­komen van 900 respectievelijk 1300 gulden per maand wensten, stemde een krappe meerderheid van de con­gresdeelne­mers vóór de reso­lutie van het partijbestuur (106 tegen 101). Voorstellen voor een basisinko­men kregen geen meerderheid.

Het congres stemde verder in met voorstellen, de fiscale af­trek van hypo­theek­ren­te te beperken tot de waarde van 180.000 gulden en om de betaling voor gesubsidieerde banen - de zoge­naamde Melkert-banen en Jeugdwerkga­rantie-banen - te verbete­ren.

In zijn congresrede waarschuwde Rosenmöller tegen de twee­de­ling in de samenleving. Het voetinkomen zou een stap in de goede richting kunnen zijn, al waren de effecten van het plan nog niet helemaal duidelijk. De politiek leider leverde scher­pe kritiek op het zwakke milieubeleid van minister De Boer. Rosenmöller bestreed de kritiek van H. Krijnen, de (aftre­den­de) hoofd­redacteur van het wetenschappelijk partij­blad De Hel­ling, dat de partij te afhankelijk van zijn persoon dreig­de te worden.

Partijraden

Eind 1995 had het partijcongres besloten de GroenLinkse Raad te vervangen door een partijraad. Op 2 maart kwam de nieuwe partijraad bijeen in Utrecht. De leden waren merendeels geko­zen door lokale afdelingen. De partijraad koos vier nieuwe partijbestuurders en discussieerde onder meer over de HSL. Voorts leverde men kritiek op uitlatingen van het Tweede-Kamerlid M. Rabbae dat Marokko - Rabbae's moeder­land - harder aange­pakt zou moeten worden vanwege de export van drugs uit dat land. De Tweede-Kamerfractie bleek Rabbae evenmin te steunen.

Op 20 april boog de partijraad zich over de notitie Maastricht voorbij. Over de toe­komst van de Euro­pese Unie van het Tweede-Kamerlid mevr. L. Sipkes en het lid van het Europees Parle­ment mevr. N. van Dijk. Hun behoedzame pleidooi voor verder­gaande inte­gra­tie van milieube­leid, sociaal beleid, veilig­heidsbe­leid en be­scherming van grondrechten en voor een effec­tievere minis­ter­raad en een sterker Europees Parlement stuitte bij de partij­raadsleden op weer­stand. Verder sprak een meer­derheid zich uit tegen een ledenreferen­dum om de lijst­trekker bij de Tweede-Ka­merverkiezingen te kiezen. Over beide onderwerpen zou ove­ri­gens op het partijcongres in januari 1997 een beslis­sing wor­den genomen.

Op 21 septem­ber hield de partijraad zich onder meer bezig met de voorbe­reiding van de Tweede-Kamerverkiezingen van 1998, en met de so­ciale campagne en de milieucampagne die het partij­bestuur voerde.

Ten slotte kwam de partijraad nog op 30 november bijeen. Op de agenda stond een aantal organisatorische zaken. Ook werd ge­sproken over de procedure voor de totstandkoming van het pro­gramma voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1998.

Overige partijbijeenkomsten

Naast besluitvormende bijeenkomsten - partijcongres en partij­raad - organi­seerde GroenLinks ook enkele meningsvormende bij­eenkomsten. Op 5 oktober vond het eerste GroenLinks Forum plaats in Ede, met als thema milieu en werkgelegenheid. G. de Wit, medewerker van het Centrum Voor Energie­bespa­ring en Schone Technologie te Delft, hield een inleiding waarna een forum met vertegen­woordigers van milieubeweging, werkgevers en vakbewe­ging op zijn betoog reageerde. Volgens De Wit zou een goed mi­lieubeleid eerder meer dan minder banen opleveren. De in­leiding van De Wit werd in september door het Wetenschappe­lijk Bureau van GroenLinks gepubliceerd onder de titel Nieuwe werkgelegenheid.

Onder de naam 'Groene Salons' organiseerde de partij discus­siebijeenkom­sten in Utrecht waarbij meer theoretische onder­werpen besproken werden, zoals de spanning tussen individu en solidariteit (op 12 mei) en de rol van de staat (op 9 juni).

Op 12 april organiseerden de gehandicaptengroep en de werk­groep sociale zekerheid van GroenLinks in Utrecht een debat over gesubsidieerde arbeid.

Op 19 oktober hield de Noord-Zuidgroep van GroenLinks een symposium in Wageningen over 'duurzame voedselzekerheid', waarbij naast verschillende wetenschappers het Tweede-Kamerlid mevr. M.B. Vos een voordracht hield.

Migranten

Op 25 mei hield GroenLinks in Utrecht een 'netwerkconferentie' voor migranten, om hen de gelegenheid te bieden ervaringen en informatie uit te wisselen. De Tweede-Kamerleden Rabbae en Oedayraj Singh Varma hielden beiden een inleiding.

In september en oktober vond onder auspiciën van de door Groen­Links opgerichte Stichting Duurzame Solidariteit een lezingencyclus plaats onder de titel 'Buren, burgers en brug­genbouwers' in verschil­lende plaatsen, waarbij leden van (deel)gemeenteraden uit GroenLinks hun ervaringen als migrant en politicus be­schreven.

Op 7 december organiseer­de het partijbestuur in Utrecht een werk­conferentie onder de titel 'Diversiteit: de kracht van GroenLinks', om de vraag te bespreken hoe men een partij­cul­tuur kon scheppen waarin voldoende ruimte zou zijn voor vrou­wen en mannen, ouderen en jongeren, allochtonen en autoch­tonen.

Verwante instellingen en publicaties

GroenLinks publiceerde in 1996 onder meer De winst van groen werk, een beschrijving van lokale initiatieven voor milieu­vriendelijk werk van de hand van M. van Hintum en J. Schotvan­ger.

In april trad H. van den Berg af als voorzitter van het Weten­schappelijk Bureau van GroenLinks (WB). Hij had deze functie vanaf de oprichting in 1990 uitgeoefend. De Amsterdamse wet­houder J. Saris volgde hem op.

Op 19 april organiseerde het WB een bijeenkomst over 'ar­beids­markttheorie en arbeidsmarktbeleid', waar drie hooglera­ren eco­nomie inleidingen hielden. In juni publiceerde het WB een verslag van de bijeenkomst onder dezelfde titel.

Naar aanleiding van de in 1995 verschenen bundel Het zekere voor het onzekere organiseerde het WB in samenwerking met het Scholings- en Vormingsinstituut van GroenLinks op 1 juni een kaderconferentie in Amster­dam over de toe­komst van het sociale zekerheidsstelsel, en in het bijzon­der de boven-minimale uitkeringen. Inleidingen werden verzorgd door onder meer P. Kalma, directeur van het weten­schappelijk bureau van de PvdA, en De Helling-redacteur Krijnen. Rosenmöller sprak een slot­woord. Een verslag van de conferentie verscheen eind 1996, samengesteld door G. Pas, onder de titel Op zoek naar een nieuw stelsel van sociale zekerheid.

Het WB publiceerde in 1996 bovendien Wie het milieu spaart, bespaart: hoe groene modernisering en sociale politiek samen­gaan, van de hand van J. van Nederpelt, W. van den Bos en P. Basset.

De Raads- en Statenleden van Groen­Links hielden op 24 februari in Ede hun jaarlijkse conferentie, over het thema 'Het sociale gezicht van GroenLinks', waarbij vooral aandacht besteed werd aan gemeentelijk armoedebeleid en werkgelegenheidsbeleid. Op 22 juni kwamen zij in Rotterdam bij elkaar voor een discussie over 'VINEX-locaties en betaalbaar bouwen', waarbij Groen­Links-senator T. Pitstra en enkele wethouders inleidingen ver­zorg­den. Op 28 september spra­ken de Raads- en Statenleden met GroenLinks-bestuurders van waterschappen in Utrecht over de waterhuishou­ding in Nederland.

Op 23 maart organiseerde het Vrouwenoverleg van GroenLinks een studie­middag in Utrecht over 'feminisering van de armoede'. Op 28 september hielden de vrouwen een 'netwerkdag' over de politieke en maatschappelijke positie van vrouwelijke migran­ten en vluchtelingen, waarbij het Tweede-Kamerlid Oedayraj Singh Varma een inleiding hield.

Roze Links, het GroenLinks Platform voor Seksuele Diversiteit, organiseer­de op 4-6 oktober in Driebergen een weekend over 'culturele en seksuele diversiteit', waarbij de aandacht vooral op de islam gericht werd. Het Tweede-Kamerlid Oedayraj Singh Varma hield hier een inleiding.

Roze Links publiceerde voorts in 1996 de nota Meer vormen, minder normen: het homohuwelijk voorbij, met het voorstel voor een 'blokken­doosmodel' waaruit elk individu zijn eigen pakket rechten en plichten zou kunnen samenstellen. Naast het huwe­lijk zouden ook andere relatievormen registratie kunnen aan­vragen.

Dwars, de jongerenorganisatie van GroenLinks, hield van 27 tot 29 decem­ber haar congres in de 'kraakkerk' van Breda. Belang­rijkste onderwerp was het neo-liberalisme en wat daarte­gen te doen.

Het Platform voor Evangelie en Politiek verbonden met Groen­Links, 'De Linker Wang', hield op 9 maart een ledenvergadering in Utrecht. Het thema, arbeidsparticipatie en arbeidsmoraal, werd ingeleid door bedrijfspas­tor J. Veldman. De leden kozen C. Ofman tot voorzitter van het Plat­form, als opvolger van A. Harrewijn die deze functie niet kon combineren met het partij­voor­zitterschap. Ofman was de laatste voorzit­ter van de Evan­gelische Volkspartij geweest, voordat die opging in Groen­Links.

Laatst gewijzigd:31 maart 2023 17:17