GroenLinks jaaroverzicht 1995
Uit: J. Hippe, P. Lucardie en G. Voerman. 'Kroniek 1995. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1995' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1995 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1996), 14-91, aldaar 56-61.
Inleiding
Voor GroenLinks was 1995 een jaar van interne vernieuwing en electorale consolidatie. Naast het weifelmoedige optreden van het CDA kwam de rol van GroenLinks in de oppositie tegen het paarse kabinet goed uit de verf. Dit kwam mede tot uitdrukking in de verkiezing, in december, van haar politiek leider P. Rosenmöller tot beste politicus van het jaar door parlementaire journalisten.
Partijvernieuwing
Op 21 januari kwam het congres bijeen in Amersfoort met als voornaamste doel de partijorganisatie te vernieuwen. Het partijbestuur had onder meer voorgesteld om het afgevaardigden-congres te vervangen door een ledencongres en om in plaats van de GroenLinkse Raad een besluitvormende partijraad en een 'meningsvormend' GroenLinks Forum in te stellen. De voorstellen stuitten op kritiek van verscheidene afdelingen. Een meerderheid (182 tegen 172) wees het voorstel voor een ledencongres af. Wel bleek men bereid een tussenvoorstel van de afdeling Enschede te steunen, dat de afdelingen toestond een onbeperkt aantal leden naar een congres af te vaardigen. Het partijbestuur zag zijn invloed door het congres enigszins beperkt. Zo mocht het amendementen op congresvoorstellen voortaan niet meer van positieve of negatieve pre-adviezen voorzien. Over de in te voeren partijraad ontstond aan het eind van het congres zoveel verwarring, dat het noodzakelijk werd geacht op een volgend congres in november de besluitvorming hierover af te ronden. Ook de andere, reeds aangenomen voorstellen zouden dan nog eens formeel in de statuten en reglementen vastgelegd worden.
Na het congres stelde het partijbestuur een Commissie van Goede Diensten in om na te gaan waarom het congres zo wanordelijk was afgesloten. De commissie kwam tot de conclusie dat het partijbestuur het congres onvoldoende had voorbereid.
Partijvoorzitter
Tussen de bedrijven door koos het congres een nieuw bestuur. Met een ruime meerderheid won A. Harrewijn de verkiezing voor het voorzitterschap. Harrewijn was werkzaam als bedrijfspastor bij de Dienst Industriële Samenleving van de Kerken (DISK) in Amsterdam; hij was oud-lid van de CPN en actief in 'de Linker Wang', het Platform voor Evangelie en Politiek verbonden met GroenLinks. Zijn voorganger, mevr. M. Lucas, werd nu vice-voorzitter. Vrouwen vormden met negen van de vijftien leden een ruime meerderheid in het nieuwe bestuur.
Provinciale Statenverkiezingen
Alhoewel het zeteltal gelijk bleef, vielen de verkiezingen van de Provinciale Staten GroenLinks mee: de neergaande lijn van 1994 leek nu omgebogen in een licht stijgende lijn (zie tabel 1). Alleen in het Noorden en Oosten van het land leed de partij verlies ten opzichte van de vorige Statenverkiezingen, het meest opvallend in Groningen. In deze provincie trokken waarschijnlijk De Groenen met lijsttrekker H. Verbeek - voormalig lid van het Europees Parlement voor GroenLinks - kiezers die eerder GroenLinks hadden gestemd. In de drie zuidelijke provincies en in Gelderland en Utrecht boekte GroenLinks echter lichte winst.
In Zuid-Holland behaalde een gecombineerde lijst van GroenLinks en De Groenen evenveel stemmen als GroenLinks alleen in 1991. De nieuwe fractie bestond uit drie leden van GroenLinks en één lid van De Groenen. Een dergelijke samenwerking kwam niet van de grond bij de Eerste Kamerverkiezingen.
Eerste-Kamerverkiezingen
Het congres had in januari de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer vastgesteld. Over het algemeen volgde men daarbij de adviezen van de onafhankelijke kandidatencommissie, al werd wel kritiek geleverd op het halfslachtige voorkeursbeleid van de commissie. Deze had aan vrouwelijke kandidaten weliswaar voorrang verleend, maar tegelijkertijd een aantal negatieve kwalificaties gegeven. Twee - mannelijke - zittende senatoren, W.T. de Boer en T. Pitstra, werden op verkiesbare plaatsen gekozen; van de twee vrouwelijke senatoren had mevr. F. Bolding zich niet herkiesbaar gesteld en kreeg mevr. J.C. van Wijngaarden een onverkiesbare achtste plaats toegewezen. De nog verkiesbaar geachte derde en vierde plaats vielen echter ook aan twee vrouwen toe: mevr. A. Zwerver en mevr. C. Schoondergang.
Door een lijstverbinding met de SP wist GroenLinks haar vier zetels in de Eerste Kamer te behouden (zie tabel 2). Bij de stemming werd Zwerver als gevolg van voorkeurstemmen van Noordhollandse Statenleden door de - eveneens uit Noord-Holland afkomstige - lager geplaatste Schoondergang gepasseerd.
Financiële perikelen
De partijkas vertoonde aan het begin van het jaar een tekort van 350.000 gulden, wat voor een groot deel te wijten was aan de dure campagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1994. Het nieuwe bestuur besloot structureel te bezuinigen, vooral op personeel. Onder meer zou het Vrouwenbureau opgeheven worden. De GroenLinkse Raad ging op 13 mei akkoord met de bezuinigingsplannen.
Partijcongres en GroenLinks Forum
Op 25 november kwam het congres bijeen in Zutphen - daarmee gevolg gevend aan een congresbesluit van januari, dat congressen over het hele land dienden te worden gespreid. In korte tijd werden de in januari genomen besluiten formeel in statuten en huishoudelijk reglement vastgelegd. Een meerderheid koos voor een partijraad bestaande uit tachtig afgevaardigden van afdelingen, naar evenredigheid met de provinciale ledentallen; restzetels zouden per provincie verdeeld worden. Voorts werd een GroenLinks Forum ingesteld dat vooral 'meningsvormend' zou zijn; 'richtinggevende uitspraken' van het forum zouden door de partijraad goedgekeurd moeten worden.
In aansluiting op het congres vond het eerste GroenLinks Forum plaats, met als thema sociale politiek. Inleidingen werden gehouden door mevr. I. Bakker, secretaris van de Raad van Kerken, partijvoorzitter Harrewijn en de voorzitter van de FNV, J. Stekelenburg. De bijeenkomst werd opgeluisterd met muziek en cabaret, om te vieren dat GroenLinks als partij precies vijf jaar bestond. Rechtse extremisten, verenigd in een 'Comité voor Nationale Revolutionaire Actie', trachtten onder leiding van J. Glimmerveen - in de jaren zeventig en tachtig lijsttrekker van de Nederlandse Volksunie - de bijeenkomst te verstoren, maar werden door de Mobiele Eenheid tegengehouden en opgepakt. Eerder op de dag hadden zij het huis van Rosenmöller beschadigd.
GroenLinkse Raad
De GroenLinkse Raad besprak op 18 maart de invoering van een basisinkomen. Voorstander P. de Beer ging in debat met tegenstander F. Köhler. De meerderheid van de Raad leek zich in de discussie aan de kant van Köhler te scharen.
Op 13 mei keurde de Raad de bezuinigingsplannen van het partijbestuur goed. Ook aan de orde kwam het rapport van de Commissie van Goede Diensten, voorgezeten door G. Ketelaar, dat veel kritiek op de voorbereiding van het partijcongres in januari bevatte.
Op 18 november kwam de GroenLinkse Raad voor de laatste maal bijeen, opnieuw in Utrecht.
Partijbijeenkomsten
Op 8 mei hield GroenLinks in Amsterdam een debat over 'Mucho's of Macha's: power-feminisme versus slachtoffer-denken'. M. van Hintum, schrijfster van Macha Macha, verdedigde het 'power-feminisme' als alternatief voor het 'klaag-feminisme' van een vorige generatie. Het Tweede-Kamerlid mevr. M.B. Vos ging met haar sekse-genote in discussie. In de zaal vond Van Hintum weinig medestand(st)ers.
Buitenlands beleid
De herijking van het buitenlands beleid kreeg in 1995 veel aandacht van GroenLinks. De Noord-Zuid-werkgroep vervaardigde het rapport Geeft ontwikkelingshulp bestaanszekerheid? Twee visies op toekomstig beleid. Hierin pleitten L. Keune en J. van Rixtel voor een radicaal ander beleid, onder andere gericht op sociale en ecologisch 'schone' invoer van produkten uit het Zuiden. De huidige hulp diende volgens hen voornamelijk het eigenbelang van de donorlanden in het rijke Noorden. Een minder kritische visie op het beleid van minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerking werd verdedigd door C. van Dullemen en B. Ensing; wel meenden zij dat vaker een beroep op lokale expertise in het Zuiden gedaan zou moeten worden.
Het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks publiceerde in samenwerking met de Tweede-Kamerfractie De cijfers voorbij. Discussiebijdrage over de herijking van het buitenlands beleid. De auteurs G. Pas, R. Pinto Scholtbach en T. Verhoef kozen 'idealisme als leidraad' en weigerden nationale belangen scherp te onderscheiden van internationale belangen, zoals andere partijen vaak deden. Aan het eind van het jaar verscheen bij het Wetenschappelijk Bureau In de voetsporen van de toekomst. Naar een integraal buitenlands beleid, onder redactie van Pas en Pinto Scholtbach. De auteurs - naast de redacteurs waren dat Verhoef en H. Schoen - stelden als doeleinden voor buitenlands beleid: rechtvaardige verdeling van bestaanszekerheid en welvaart, bevordering van duurzame ontwikkeling, handhaving van mensenrechten en voorkoming van militair geweld.
De Midden-Oosten Werkgroep van GroenLinks schreef een nota met als titel De veiligheidssituatie in de Perzische Golf/Arabische Golf. Analyse en beleidsvisie. Hierin adviseerde de werkgroep onder andere om meer steun te verlenen aan democratische bewegingen uit dit gebied - met name de Iraakse oppositie - en minder eenzijdig 'bondgenoten van het Westen' te steunen.
Verwante instellingen en publicaties
Naast de notities over het buitenlands beleid publiceerde het Wetenschappelijk Bureau onder redactie van H. Krijnen Het zekere voor het onzekere. De noodzaak van een collectief stelsel van bovenminimale uitkeringen. De studie keerde zich tegen de 'collectieve sociale-zekerheids depressie' en de toenemende tendensen tot privatisering van de sociale zekerheid boven een bepaald minimum. Bij de presentatie ervan op 13 oktober voerden onder meer de hoogleraar sociologie K. Schuyt en een vertegenwoordiger van het Verbond van Verzekeraars, E. Fischer, het woord.
Het Vrouwenbureau van GroenLinks bracht voor zijn opheffing nog een rapport uit onder de titel Denk pluriform, handel conform! Vier jaar positieve actiebeleid in GroenLinks. De auteur, mevr. A. van der Kooij, kwam tot de conclusie dat het voorkeursbeleid voor vrouwen en allochtonen bij de kandidaatstelling voor gemeenteraden redelijk geslaagd was. GroenLinks zou dit beleid volgens haar dienen voort te zetten, maar daarnaast meer aandacht moeten schenken aan de opvallend grote 'uitstroom' van vrouwelijke en allochtone raadsleden.
Het Vrouwenoverleg van GroenLinks hield op 7 oktober in Utrecht een bijeenkomst over sociale zekerheid voor vrouwen en de feminisering van de armoede. Sprekers waren onder meer partijvoorzitter Harrewijn, H. ter Doest (Vrouwenbond FNV) en J. van den Heuvel (Arme Kant van Nederland).
Op 10 juni organiseerde GroenLinks in de Europese Unie in Utrecht een studiedag ter voorbereiding op de wereldvrouwenconferentie in Beijing.
Op 21 oktober hield het Scholings- en Vormingsinstituut een studiedag in Utrecht over onderwijs na de basisvorming, onder de titel 'Vak of vaardigheid'. Inleidingen werden verzorgd door het Tweede-Kamerlid M. Rabbae, FNV-bestuurder mevr. E. Vogelaar en de directeur van het Nederlands Centrum voor Buitenlanders, Z. Arslan.
Roze Links - 'mensen in en rond GroenLinks die actief zijn in de homo-lesbische beweging' - hield een studiedag in Groningen op 22 april over afschaffing van de sekseregistratie. Op 16 juni organiseerde Roze Links in samenwerking met het Scholings- en Vormingsinstituut van de partij een studiebijeenkomst over lokaal lesbisch en homo-beleid. Tenslotte kwam Roze Links op 6-8 oktober bijeen om te praten over de eigen toekomst.
Op 13 januari vond een gesprek plaats tussen de Raad van Kerken en het partijbestuur van GroenLinks, op initiatief van 'De Linker Wang', het Platform voor Evangelie en Politiek verbonden met GroenLinks.
Laatst gewijzigd: | 31 maart 2023 17:19 |