Skip to ContentSkip to Navigation
About us Faculty of Law Research Centres of Expertise Groningen Centre for Health Law
Header image Groningen Centre for Health Law

Het Preventieakkoord in het licht van internationale standaarden

Date:07 May 2019

By Marie Elske Gispen, m.e.c.gispen@rug.nl

Tabaksontmoediging is een divers en complex gebied dat tal van beleidsterreinen en rechtsgebieden doorkruist. Internationaal gezondheidsrecht, mensenrechten, Europees recht, nationaal gezondheidsrecht, omgevingsrecht, civiel en strafrechtelijke aansprakelijkheid, en belastingrecht zijn een greep uit de gebieden die het in Nederland te voeren tabaksbeleid (mede-)bepalen. Tabaksontmoediging is ook een beleidsterrein dat veel in beweging is. Hoewel er voor tabak al een omvangrijk reguleringskader bestaat– zeker ten opzichte van ongezond voedsel en alcohol –, heerst er in Nederland een groeiend ongenoegen over de tabaksindustrie en wordt roken steeds verder gedenormaliseerd om met name kinderen te beschermen. Rutte III heeft het belang van een Rookvrije Generatie omarmd en daarmee een nieuwe boost/impuls gegeven aan het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid. Dit heeft onder andere geresulteerd in het genoemde Nationaal Preventie Akkoord waarin een reeks nieuwe maatregelen zijn aangekondigd zoals een prijs- en stapsgewijze accijnsverhoging, neutrale verpakkingen en een uitbreiding van het rookverbod. Deze maatregelen zullen – al dan niet in afwachting van de gebruikelijke parlementaire route – vanaf 2020 geïntroduceerd worden. Maar waar staat Nederland met het Nationaal Preventieakkoord in de hand? Doen we het eigenlijk wel goed in het licht van internationale standaarden, en lopen we vooruit op of juist hopeloos achter ten opzichte van andere landen?

Op 12 april j.l. is het jaarlijkse Preadvies voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht gepresenteerd over de rol die het recht speelt in het reguleren van ongezond gedrag. Het Preadvies werd vormgegeven aan de hand van het Nationaal Preventie Akkoord dat in het najaar van 2018 is aangenomen. Naast een algemene inleiding en conclusies bevat het Preadvies drie thematische hoofdstukken, waaronder één over tabaksontmoediging. Dit artikel geeft een bondig overzicht van de kernboodschappen van laatstgenoemde.

 Zoals gezegd geldt er voor tabak een omvangrijk reguleringskader. De belangrijkste onderdelen daarvan zijn het Kaderverdrag inzake de tabaksontmoediging (WHO Kaderverdrag) opgesteld binnen het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), verschillende mensenrechtenverdragen, en de EU Tabaksproductenrichtlijn (en andere relevante EU rechtelijke bronnen). Waar het Kaderverdrag en EU recht met name het product en de tabaksketen reguleren en daaraan specifieke minimumvereisten stellen, zijn mensenrechtennormen meer open geformuleerd. Daarmee zijn zij niet minder relevant. Integendeel, zij vormen een belangrijke basis om te bezien of de belangen van bijvoorbeeld de niet-gebruiker, het kind, maar ook de gebruiker[1] wel voldoende worden gewaarborgd, daarmee dus ook of het huidige beleid überhaupt de juiste kant op gaat of niet.

Het deelhoofdstuk over tabak bespreekt de ontwikkelingen in Nederland binnen genoemde kaders. Daarbij gaat het hoofdstuk uit van een vijftal zogenaamde best buys – de volgens de WHO meest kosteneffectieve tabaksontmoedigingsmaatregelen:

  • Prijs- en accijnsmaatregelen;
  • Etikettering en verpakkingsrestricties;
  • Reclame-, advertentie- en sponsorverbod;
  • Rookverboden;
  • Voorlichtingscampagnes. [2]

 Een dwarsdoorsnede van het Nederlandse tabaksbeleid voor wat betreft de best buys laat een overwegend positief beeld zien.

 Nederland is niet het beste jongetje van de klas maar loopt ook niet hopeloos achter. Het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid voldoet aan de minimumvereisten uit het WHO Kaderverdrag en EU-recht, en gaat met het Preventieakkoord op sommige onderdelen ook zeker stappen verder. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het invoeren van neutrale verpakkingen. Zowel het WHO Kaderverdrag als de EU Tabaksproductenrichtlijn stellen specifieke eisen aan verpakkingen van rookwaar maar gaan in hun minimumnorm niet zo ver dat zij neutrale verpakkingen verplicht te stellen. Wel stelt de Conferentie van Partijen welke het WHO Kaderverdrag verder interpreteert dat het instellen van neutrale verpakkingen wenselijk is en in de lijn van Artikel 11 Kaderverdrag ligt.[3] Het instellen van neutrale verpakkingen past ook in een op mensenrechten gestoelde aanpak van tabaksontmoediging. Op grond van het recht op gezondheid en aanverwante rechten hebben overheden namelijk de taak industrieën dusdanig te reguleren dat zij geen inbreuk maken op rechten, waaronder ook de tabaksindustrie. Marketingrestricties door middel van neutrale verpakkingen (om zo het product minder aantrekkelijk te maken voor met name jongeren) past hier ook binnen.[4]

 Zeker voor wat betreft het beschermen van kinderen is er echter ook ruimte voor verdere aanscherping. Zo zou Nederland op grond van het recht op gezondheid van kinderen moeten overwegen om rookverboden in auto’s in te stellen waar een kind (tot 18 jaar) meerijdt, zoals ook in het Verenigd Koninkrijk is ingevoerd. Het Comité dat toeziet op de naleving van het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind roept overheden namelijk op te overwegen rookvrije leefomgevingen te realiseren in het kader van het recht op gezondheid.[5]

 Kortom, zoals gezegd een overwegend positief beeld vanuit internationaal juridisch perspectief waar duidelijke rek en ruimte voor verdere aanscherping uit blijkt.

Een uitgebreide versie van dit artikel is via deze link te bestellen.

Mr. dr. Marie Elske Gispen is postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het hoofdstuk over tabaksontmoediging in het Preadvies is onderdeel van een driejarig onderzoek naar kinderrechten en tabaksontmoediging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek wordt gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. De financier is op geen enkele wijze betrokken bij het ontwerp van het onderzoek, data verzamelen en analyse, bes

[1] Dit betekent niet dat mensen een recht hebben om te roken, maar het belang van rokers op adequate stoppen-met-roken ondersteuning is ook een belangrijk aspect van een mensenrechtenbenadering van tabaksontmoediging.

[2] WHO, ‘Best Buys’ and other Recommended Interventions for the Prevention and Control of Noncommunicable Diseases: Tackling NCDs, (WHO: Genève, 2017) p. 7.

[3] COP Richtlijn Artikel 11 WHO Kaderverdrag, para 46.

[4] Comité inzake Economische, Sociale, en Culturele Rechten, Algemeen Commentaar 24 (2017), para 19; Comité inzake de Rechten van het Kind, Algemeen Commentaar 4 (2003), para 21.

[5] Comité inzake de Rechten van het Kind, Algemeen Commentaar 15 (2013), para 49.

Comments

Loading comments...