Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Kennisbank Rechten Roosters & Reglementen Regelingen en reglementen Regelingen tentamens

Fraude

Wat is fraude:

Artikel 15 Examenreglement(Fraude)

Artikel 15 Fraude

lid 1 Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor het vormen van een juist oordeel omtrent zijn of andermans kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.

lid 1a Als fraude gelden onder meer:

  1. het tijdens een tentamen – wc-bezoek daaronder begrepen – voorhanden hebben op enig andere plaats dan in een afgesloten tas op de vloer van geschriften, andere gegevensdragers of elektronische apparatuur, tenzij het gebruik daarvan is toegestaan;
  2. het tijdens een tentamen voorhanden hebben van bijschrijvingen in wetboeken, daaronder begrepen door onderstrepingen of markeringen aangebrachte codes;
  1. het zonder bronvermelding in werkstukken overnemen van teksten van anderen of die door kunstmatige intelligentie zijn gegenereerd;
  2. het presenteren van door anderen ontwikkelde ideeën als eigen werk;
  3. het bij een individuele opdracht kennisnemen van werkstukken van anderen die op diezelfde opdracht betrekking hebben; hetzelfde geldt voor een gezamenlijke opdracht voor zover wordt kennisgenomen van werkstukken van anderen dan degene(n) met wie die gezamenlijke opdracht dient te worden gemaakt;
  4. het ter beschikking stellen van werkstukken aan andere studenten, het uploaden naar voor anderen toegankelijke websites daaronder begrepen, terwijl het een individuele opdracht betreft waarvoor de inlevertermijn nog niet is verstreken; hetzelfde geldt voor een gezamenlijke opdracht, voor zover die werkstukken ter beschikking worden gesteld aan andere studenten dan degene(n) met wie die gezamenlijke opdracht dient te worden gemaakt.

lid 2 Wanneer een vermoeden van fraude tijdens het afleggen van een tentamen ontstaat, , wordt de student in beginsel toegestaan het tentamen af te ronden, behoudens verstoring van het tentamen, dan kan de examinator de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen.

lid 3 De examinator draagt zorg dat een verslag van de geconstateerde of vermoede fraude onverwijld wordt toegezonden aan de Examencommissie, onder toezending van een afschrift aan de student, binnen een redelijke termijn nadat het vermoeden van fraude tot stand is gekomen.

lid 4 De student kan bij de Examencommissie bezwaar maken tegen de uitsluiting.

lid 5 Indien de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student heeft gefraudeerd, kan de Examencommissie het behaalde resultaat voor het desbetreffende vak ongeldig verklaren, de betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan de Examencommissie het instellingsbestuur verzoeken de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen.

lid 6 De Examencommissie beslist niet dan nadat zij de student en de examinator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld.

Algemeen

Fraude kan zowel in papers (in de vorm van plagiaat) als bij tentamens worden geconstateerd. Als de surveillant of examinator fraude constateert tijdens een tentamen, dan kan deze de betrokken student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen (artikelen 11 lid 5 en 15 Examenreglement). De examinator draagt zorg dat een verslag van de geconstateerde of vermoede fraude wordt toegezonden aan de Examencommissie (het proces-verbaal), onder toezending van een afschrift aan de student. Bij een ernstig vermoeden van fraude mag de surveillant uw meegebrachte bezittingen en eigendommen onderzoeken.
De Examencommissie is bevoegd te oordelen over studenten die worden verdacht van fraude. Zij nodigt de betrokken student uit voor een hoorzitting. Zowel de meldend examinator als de student krijgen hier de gelegenheid hun kijk op de zaak te geven.

De Examencommissie beslist dan nadat zij de student en de examinator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld.

Indien de commissie vaststelt dat de student gefraudeerd heeft, kan zij hem als sanctie onder andere het recht ontnemen één of meer tentamens af te leggen gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van maximaal een jaar.

Bij ernstige fraude kan de Examencommissie het instellingsbestuur verzoeken de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen (iudicium abeundi).

Bezwaar en beroep

Tegen het sanctiebesluit van de Examencommissie staat beroep open bij het CBE. Dit beroep kan ingediend worden via www.rug.nl/clrs, binnen 6 weken na dagtekening van het besluit.

Voorbeelden

Fraudegeval

Sanctie

Student had tijdens het tentamen een wetbundel mee met bijschrijvingen

Ongeldigverklaring van het gemaakte tentamen, uitsluiting voor de tweede kans, geen mogelijkheid tot een afwijkende tentamenregeling voor dit vak.

Student had op nestor een leeg tentamen uitgeprint en standaardantwoorden gebruikt om antwoorden bij te schrijven en bij de nabespreking dit andere tentamen ingeleverd bij docent met als doel cijferverhoging.

Ongeldigverklaring van het gemaakte tentamen, uitsluiting van tentamens voor de periode van een jaar.

Een propedeutisch student had in zijn bonusopdrachten herhaaldelijk witte (en daardoor op het oog onzichtbare) tekst toegevoegd om de plagiaatscan Ephorus te omzeilen.

Ongeldigverklaring van het gemaakte werk, uitsluiting van tentamens voor de periode van een jaar.

Student had het paper van een andere student gebruikt bij het maken van zijn/haar werkstuk.

Ongeldigverklaring van het gemaakte tentamen, uitsluiting van 10 EC.


Aan dit overzicht kunnen geen rechten ontleend kunnen worden. De Examencommissie zal per fraudezaak de sanctie bepalen op basis van alle omstandigheden van het geval.

Laatst gewijzigd 01-06-2024


View this page in: English