Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculty of Science and Engineering Nieuws

Waterstof kruipt in kiertjes en scheurtjes

Het kleinste element in het universum kan grote dingen breken
11 juni 2024
Johannes Miocic en Sebastian Mulder met een stuk zandsteen, het gesteente waarin de waterstof opgeslagen zal worden

Kan waterstof in de toekomst de plaats innemen van aardgas? Los van de vraag of dat voor alle toepassingen de beste keuze is, is de infrastructuur die we nu voor transport en opslag van aardgas gebruiken niet zonder meer bruikbaar voor waterstof. Waterstof is een veel kleiner molecuul dan aardgas en zou dus gemakkelijker kunnen ontsnappen. Maar, erger nog: waterstof, hoe klein het ook is, kan grote materialen aantasten en ze zo breekbaar maken als glas.

FSE Science Newsroom | Tekst Charlotte Vlek | Beeld Leoni von Ristok

Stel, we hebben groen waterstof weten te produceren. Met hoge efficiëntie en voor allerlei toepassingen. Maar wanneer we die waterstof willen gebruiken als ‘groene batterij’ om variabele wind- en zonne-energie in op te slaan, moeten we het wel enige tijd kunnen bewaren.

In de bodem

Voor aardgas is tijdelijke opslag al best gebruikelijk: overschotten in de zomer worden bewaard voor de winter, vaak in de bestaande aardgasvelden of zoutcavernes onder de grond. ‘Dat gebeurt nu bijvoorbeeld in Zuidwending, in Zuid-Oost Groningen,’ vertelt geoloog Johannes Miocic. Miocic onderzoekt of zoiets ook mogelijk is voor waterstof. ‘Maar dat zal zeker niet in de Groningse bodem opgeslagen worden!’ vertelt hij vlug. ‘Dat ligt politiek veel te gevoelig, gezien de aardbevingen door gaswinning hier.’

Zandsteen, waarin waterstof uiteindelijk moet worden opgeslagen
Zandsteen, waarin waterstof uiteindelijk moet worden opgeslagen
Kleisteenmonster voor onderzoek naar waterstofblootstelling
Kleisteenmonster voor onderzoek naar waterstofblootstelling
Kleisteenmonster voor microscopisch onderzoek naar de effecten van waterstofoplslag/blootstelling
Kleisteenmonster voor microscopisch onderzoek naar de effecten van waterstofopslag/blootstelling
Bodemmonsters onderzoeken

Aardgas in de bodem bevindt zich in kleine holtes, tussen zandkorreltjes in een stenige laag (zandsteen) diep onder de grond. ‘Er zit daar dus niet een grote, holle ruimte, zoals sommige mensen denken,’ vertelt Johannes Miocic. Deze stenige laag strekt zich uit onder heel Nederland en onder de zee; de laag wordt afgedekt met zogenaamde caprock (kleisteen), een ondoordringbare laag van enkele tientallen of honderden meters dik, waardoor het gas niet omhoog kan ontsnappen. 

Microscopisch beeld van kleisteen. Blauw toont de holtes waarin waterstof wordt opgeslagen
Microscopisch beeld van kleisteen. Blauw toont de holtes waarin waterstof wordt opgeslagen
Microscopisch beeld van kleisteen
Microscopisch beeld van kleisteen

Promovendi in de onderzoeksgroep van Miocic nemen monsters uit de caprock en uit de stenige laag daar onder. Die onderwerpen ze aan verschillende tests in het lab. Zoals bijvoorbeeld nanoindentatie: ‘Een minuscuul naaldje prikt in de steen, en meet hoeveel kracht nodig is om er daadwerkelijk in door te dringen. Ook de manier waarop de naald terugveert zegt iets over de elasticiteit van het materiaal,’ vertelt Miocic. Deze meting herhalen ze met een stuk steen nadat het gedurende zestig dagen is blootgesteld aan waterstof.

Verder onderzoekt Miocic’ groep de samenstelling van zijn bodemmonsters onder een elektronenmicroscoop: afhankelijk van de mineralen waaruit het monster is samengesteld, kunnen ze voorspellingen doen over de manier waarop de bodem zal worden samengeperst door de drie kilometer aan bodem die er bovenop drukt.

Zie ook: De bodem onder Groningen biedt ook kansen

Waterstof zal zeker niet in de Groningse bodem opgeslagen worden. Dat ligt politiek veel te gevoelig.

Wel levert de Groningse bodem Miocic zijn onderzoeksmaterialen, omdat het hier door de gaswinning nu eenmaal makkelijk toegankelijk is. Maar onder heel Nederland, ook onder de zee, is de samenstelling van de bodem vergelijkbaar, wat het denkbaar maakt dat waterstof uiteindelijk offshore opgeslagen zou kunnen worden in een leeg gasveld.

Miocic richt zich op twee belangrijke vragen: hoe zullen gesteentes in de bodem zich houden onder verschillende omstandigheden, en hoeveel lekkage er verwacht kan worden. Daarvoor neemt hij natuurlijke monsters – stukjes Groningse bodem – en onderwerpt ze aan tests in het lab: hij meet de samenstelling en de sterkte van het gesteente en bekijkt hoe dat verandert in de aanwezigheid van waterstof. Door deze informatie in computermodellen in te voeren, kan hij vervolgens voorspellingen doen over eventuele bodemdaling.

Hoe staal verbrost

Stel je een metalen lepel voor. Met waterstof in de buurt gaat die lepel zich ineens gedragen als een breekbaar stuk serviesgoed, dat bij een klap op de grond aan diggelen valt.

De onderzoeksmaterialen van materiaalwetenschappers Bart Kooi en Francesco Maresca komen niet uit de grond, maar worden geleverd door de Gasunie. Kooi en Maresca’s doel is te onderzoeken hoe de stalen leidingen die we momenteel voor aardgas gebruiken zich houden wanneer er waterstof doorheen wordt gepompt. Ook daar kan sprake zijn van lekkage. Maar het onderzoek van Kooi en Maresca richt zich primair op een ander verschijnsel: verbrossing.

Theoriën over verbrossing onderzoeken

‘Een materiaal heeft altijd wel kleine imperfecties,’ vertelt Bart Kooi. ‘Net als mensen,’ vult Francesco Maresca aan. ‘Het zijn de gebreken die ze juist interessant maken.’ Eén theorie over verbrossing stelt dat waterstof zo’n beginnend scheurtje doet barsten. Om dat te onderzoeken werken Kooi en Maresca samen met onderzoekers van de TU Delft, die gestandaardiseerde scheurtjes in staal aanbrengen en het materiaal vervolgens aan vermoeiingstests onderwerpen, met en zonder waterstof erbij.

Het staal uit Delft komt naar Groningen, waar Kooi het met een zeer geavanceerde microscoop tot in detail kan bekijken. Daarmee kan hij zichtbaar maken hoe de waterstofatomen in het staal doordringen. ‘Als je in het lab ziet dat het materiaal sneller scheurt onder invloed van waterstof, dan weet je in feite nog niks. Wij willen onderzoeken hóe het scheurt.’

Maresca maakt computermodellen op atomair niveau, waarmee ook hij de interactie tussen atomen in een materiaal zichtbaar maakt. Onlangs publiceerde een van zijn promovendi een resultaat waarin ze voor het eerst een model van ijzer presenteren. ‘Dit is de basis: nu moeten we koolstof gaan toevoegen om een model van staal te verkrijgen. Daar gaat waarschijnlijk wel weer een jaar werk in zitten,’ vertelt Maresca.

Met deze modellen kan Maresca onderzoeken hoe waterstof een materiaal als staal beïnvloedt. Een andere theorie die hij zal onderzoeken, stelt namelijk dat waterstof reageert met een component in het staal, waardoor kleine gebieden met een andere samenstelling ontstaan. Dat maakt het materiaal op die plaatsen zwakker.

‘Uiteindelijk hopen we op atomaire schaal te kunnen begrijpen wat er gebeurt in de interactie tussen waterstof en staal,’ vertelt Maresca. ‘Want dat proces van verbrossing begint tenslotte daar.’ Meer begrip van dat proces zal het uiteindelijk mogelijk maken om voorspellingen te doen op iets grotere schaal, over hoe stalen leidingen zich zullen gedragen in de aanwezigheid van waterstof. 

Het is al zo’n honderdvijftig jaar bekend: metaal breekt in de aanwezigheid van waterstof ineens een stuk makkelijker. ‘Stel je een metalen lepel voor,’ vertelt Maresca. ‘Met waterstof in de buurt gaat die lepel zich ineens gedragen als een breekbaar stuk serviesgoed, dat bij een klap op de grond aan diggelen valt.’

‘Vooral als waterstof niet altijd met dezelfde druk door de stalen leidingen gaat, belast dat het materiaal,’ vertelt Kooi. En dan kan een klein scheurtje al funest zijn. Hoe het precies komt dat waterstof metalen bros maakt, dat is nog niet bekend, maar er zijn wel verschillende theorieën over. Maresca en Kooi gaan die verschillende theorieën onder de loep nemen.

Noord-Nederland is Hydrogen Valley Campus Europe : dé plek in Europa waar groene energie aan land komt (van windmolenparken op de Noordzee), waar jarenlange ervaring is met gas, en waar universiteiten en hogescholen en MBO’s de komende tijd gaan werken aan nieuw onderzoek én het opleiden van de volgende generatie technici voor de waterstofeconomie van de toekomst.  Dit is aflevering 3 van een reeks over waterstof-onderzoek aan de Faculty of Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen.

Lees meer:

Waterstof als indirect broeikasgas
Gepubliceerd op:18 juni 2024

Waterstof is een indirect broeikasgas: door reacties met andere verbindingen in de atmosfeer kan het op meerdere manieren bijdragen aan de opwarming van de aarde.

Waterstof toepassen in de auto of op de WC
Gepubliceerd op:04 juni 2024

Hoogleraar energieomzetting Aravind Purushothaman Vellayani werkt aan systemen die waterstof gebruiken om elektriciteit te produceren. Bijvoorbeeld in grote fabrieken, maar ook je auto of zelfs je toilet kunnen elektriciteit uit waterstof produceren.

Groene waterstof goedkoper maken
Gepubliceerd op:30 mei 2024

De techniek om op een duurzame manier waterstof uit water te winnen bestaat al een eeuw, maar waterstof uit aardgas halen is goedkoper. Daarom werken wetenschappers van de RUG aan technieken om groene waterstof efficiënt, betaalbaar en schaalbaar te produceren.

We zetten vol in op waterstof. Maar zijn we daar wel klaar voor?
Gepubliceerd op:21 mei 2024

De beloftes van groene waterstof zijn groot. Maar grijze waterstof uit aardgas is vooralsnog veel goedkoper, de opslag van waterstof is niet triviaal, en als indirect broeikasgas is waterstof niet zo schoon als het lijkt.

Laatst gewijzigd:13 juni 2024 16:10
View this page in: English

Meer nieuws

  • 18 juni 2024

    Waterstof als indirect broeikasgas

    Waterstof is een indirect broeikasgas: door reacties met andere verbindingen in de atmosfeer kan het op meerdere manieren bijdragen aan de opwarming van de aarde.

  • 06 juni 2024

    ‘Dit hadden we niet durven dromen’

    Een internationaal team van onderzoekers, onder leiding van de Groningse promovendus Aditya Arabhavi, heeft aangetoond dat planeetvormende schijven rond lichte jonge sterren echt anders zijn dan die rond zon-achtige sterren.

  • 06 juni 2024

    Comenius Teaching Fellow-beurs voor Lerch en Bianchi

    Dr. Michael Lerch en Dr. Frans Bianchi hebben een Comenius Teaching Fellow beurs van EUR 50.000 ontvangen van het  Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).