Historia Destructionis Troiae

De incunabel Historia Destructionis Troiae op de afdeling Bijzondere Collecties dateert uit 1485. De drukker, zo wordt ons verteld, is onbekend. Wat wel bekend is, is dat de incunabel is uitgegeven in Straatsburg en een moderne boekband heeft. Uit de bibliotheekcatalogus blijkt dat het boek vóór 1669 is aangekocht en een paar opvallende kenmerken heeft. Bij bestudering van de bibliotheekcatalogus uit 1669 viel een belangrijk detail op: de uitgave droeg hetzelfde signatuur als drie andere manuscripten, P. d. 4.

Dit was een aanwijzing dat het exemplaar samengebonden met andere exemplaren door de bibliotheek is aangekocht. Ook bleek na analyse van het handschrift waarin de aantekeningen op de voorpagina en in de marges van de exemplaren waren geschreven dat het deel uitmaakte van een convoluut. Een convoluut van een manuscript is een boek dat bestaat uit meerdere afzonderlijke manuscripten of teksten die in één bundel zijn samengebonden. Deze afzonderlijke teksten kunnen variëren wat betreft inhoud, herkomst en datum en kunnen door verschillende schrijvers geschreven zijn. Deze verschillende manuscripten werden vaak later samengebonden tot één bundel, soms voor het gemak, soms voor het behoud en soms omdat de teksten thematisch verwant waren. In dit geval is Guido’s Historia Destructionis Troiae met drie andere boeken samengebonden: De Oratore van Marcus Tullius Cicero, Historia de bello Iudaico, sce̜ptri sublatione, Iude̜orum dispersione et Hierosolymitano excidio van Hegesippus Palaestinus, en Defensorium fidei dialogos septem contra Judaeos, haereticos et Sarracenos continens van Johannes de Turrecremata.

Het laatste detail dat onomstotelijk aantoonde dat het inderdaad om een convoluut gaat, waren de lijmsporen die in alle vier exemplaren zijn achtergelaten door boektabs. In dit geval verschijnen de lijmsporen op een verschillende plek aan het begin van de verschillende teksten, waaruit nogmaals blijkt dat ze na elkaar van tabs zijn voorzien.