Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Revisiting the Story of Troy

1289

Vrouwenhaat in de Historia van Guido
afbeelding
Briseïs ontdekt het lichaam van Patroclos, Julien-Michel Gué, 1815, Bordeaux, Musée des Beaux-Arts

In de Historia van Guido zien we een veel grotere verscheidenheid aan personages — met name vrouwelijke personages — dan in het epos van Homerus. De middeleeuwse Trojaanse oorlog, die een oorlogszuchtig, zelfs ridderlijk, en dus mannelijk universum vertegenwoordigt, kent een belangrijke rol toe aan vrouwen, die weliswaar ver verwijderd zijn van het slagveld maar achter de schermen in het Trojaanse paleis of op het Griekse kamp zeer aanwezig en actief zijn. Van de medeplichtigheid van Medea tot de opoffering van Polyxena zijn er dus voortdurend vrouwen aanwezig, van het begin tot het einde van de oorlog. De vraag die zich aandient, is: wat is de rol van deze vrouwen in de Trojaanse oorlog zoals beschreven door Guido? Uit de tekst blijkt dat de vrouwenportretten vaak in dienst staan van de vertelling en gekenmerkt worden door lovende woorden van de schrijver over hun schoonheid, wat een bepaalde literaire esthetiek toevoegt aan de anders enigszins droge tekst. Vrouwen staan bovendien in dienst van het dramatische plot en kunnen, bewust of onbewust, de actie laten herstarten. Ten slotte komt Guido’s vrouwenhaat, een erfenis uit de late oudheid en van middeleeuwse geestelijken, door middel van de ideologische rol van de aanwezigheid van vrouwen, duidelijk tot uiting in sommige portretten van heldinnen, die elk worden gepresenteerd als een “nieuwe Eva” die voorbestemd is om mannen kwijt te raken die worden verteerd door hun hartstochten. De vrouwenportretten in Guido’s Historia vallen dan ook binnen deze criteria voor de ideale schoonheid. In Boek II, wanneer Jason Medea probeert te verleiden opdat zij hem helpt het Gulden Vlies te veroveren, looft hij haar grote schoonheid in de volgende bewoordingen: “pulcritudinis prerogatiua refulges uelut rosa punitea, que ueris temporibus flores ceteros quos in aruis campestibus sponte natura produxit suorum titulorum insigniis antecellit!” (je straalt tussen andere vrouwen vanwege het privilege van je schoonheid, die als een paarse roos in de lente de rest van de bloemen die de natuur biedt, overtreft door de pracht van haar eigenschappen!). Deze beroemde metafoor van de vrouw die mooi, fris en blozend is als een roos, herinnert aan de hoofse liefde.

afbeelding van Briseïs
Portret van Briseïs. Cologny, Fondation Martin Bodmer, Cod. Bodmer 78, f. 28r – Guido de Columnis, Historia destructionis Troiae (https://www.e-codices.ch/en/list/one/fmb/cb-0078)

Een ander opmerkelijk fragment waaruit Guido’s neiging tot vrouwenhaat blijkt, draait om Troïlos en Briseïs, die een veelbewogen geschiedenis hebben. Troïlos is een Trojaanse prins. Hij is de jongste zoon van koning Priam en koningin Hecuba. Briseïs is een krijgsgevangen vrouw die door Achilles wordt opgeëist als oorlogsbuit. In sommige versies van de mythe wordt Troïlos stapelverliefd op Briseïs en wordt hun relatie een centraal element in het verhaal van de Trojaanse oorlog. Hun verhaal loopt echter uit op een drama. De Griekse held Achilles, die geïrriteerd is door de acties van Agamemnon, trekt zich terug uit de strijd, wat leidt tot een reeks nederlagen voor de Grieken. Om Achilles tot bedaren te brengen en om hem te overtuigen om terug te keren naar het slagveld, stemmen de Griekse leiders ermee in om hem Briseïs terug te geven. Deze actie grijpt Troïlos, die kapot is van het verlies van zijn geliefde, zeer aan. In Guido’s Historia wijst de schrijver Briseïs aan als de boosdoener. Hij ziet haar als sluw. Daarmee verwijt hij Troïlos dat hij haar vertrouwt. Hij zegt op verwijtende toon tegen hem: “Alle vrouwen zijn grillig; met één oog huilen ze en met het andere glimlachen ze, en ze zijn wispelturig in de liefde.”

fragment uit moderne editie
Fragment uit Historia Destructionis Troiae uit de transcriptie van Nathaniel Edward Griffin. Colonne, Guido delle, en Nathaniel Edward Griffin. Historia Destructionis Troiae. Kraus Reprint, 1970. 
Laatst gewijzigd:05 juli 2024 22:18
View this page in: English