1155-1160
In de twaalfde eeuw schreef de middeleeuwse Franse dichter Benoît de Sainte-Maure zijn Roman de Troie, een epos over de gebeurtenissen die leidden tot de Trojaanse Oorlog. Het epos gaat over de oorlog zelf en de nasleep ervan. Benoît leunde zwaar op klassieke bronnen, zoals Homerus' Ilias en andere Griekse en Latijnse teksten, en op christelijke bronnen om zijn uitbundige verhaal tot stand te brengen. In zijn gedicht komt een grote hoeveelheid personages voor, waaronder de Griekse en Trojaanse helden, goden en godinnen die over leven en dood beschikken, en diverse andere figuren uit de mythologie. Elementen van romantiek, avontuur, ridderlijkheid en tragedie verweeft Benoît met elkaar, waardoor zijn gedicht de literaire smaak en culturele waarden van de Middeleeuwen weerspiegelt. Deze Franse ridderroman was een belangrijke bron van inspiratie voor Guido's Historia. Toch bevatten beide teksten zeer verschillende informatie. Benoît deed niets om zijn bronnenmateriaal om te smeden tot een geschiedverhaal of een kroniek. Zijn toevoegingen waren liefdesverhalen, redevoeringen, uitvoerige theoretische beschrijvingen, paleizen met magische zuilen... Zoals kenmerkend was voor schrijvers in de eerste, weelderige periode van de middeleeuwse roman, benadrukte Benoît het ongewone, het wonderbaarlijke en zelfs het excentrieke: hij wilde zijn lezers verbluffen en fascineren, niet onderwijzen, met de wegen van de voorzienigheid. Toen Guido z'n Historia schreef, probeerde hij Benoîts vreemde fantasieën weg te laten of af te zwakken. Hij wilde een tekst produceren die anderen, net als hijzelf waarschijnlijk, zouden zien als een feitelijk verslag van de Trojaanse Oorlog. Toen hij Benoîts belangrijkste toevoegingen, en daarmee de meeste typisch twaalfde-eeuwse thema’s, had verwijderd, bleef er een berg specifieke gegevens over die geen verband hielden met enige ideologie. In de proloog bij zijn Historia stelt Guido dat historici tot taak hebben het verleden te behoeden voor de vergetelheid. Vervolgens benadrukt hij nogmaals dat zijn versie de enige ware is, en niet een tot de verbeelding sprekend dichterlijk bedenksel.
Laatst gewijzigd: | 14 juli 2024 20:03 |