Minor Maatschappelijke orde en sociaal welzijn
ECTS: twee keer 15
Code: MISO
Inhoud bij 15 punten, minorpakket 1, semester 1a
Studenten verwerven kennis van het vakgebied, de sociale problemen waarin sociologen zijn geïnteresseerd en de geschiedenis van het vakgebied en in Groningen lopende onderzoeksprogramma’s (de vakken Inleiding sociologie en Primaire sociale orde). Deze vakken geven daarbij inzicht in hoe de sociale orde van de primaire relaties ons gedrag bepaalt. Ook betrekken we hierbij vragen over hoe de sociale ordes veranderen in het onderzoek (Social and institutional change - Engelstalig).
Inhoud bij 15 punten, minorpakket 2, semester 1b
In dit deel staat men stil bij de vraag hoe het sociologische onderzoek zelf in de tijd is veranderd (door de klassieke sociologische teksten te lezen in het gelijknamige vak). Verder wordt onderzocht hoe de primaire orde interfereert met die van organisaties (Organization and society - Engelstalig) en met die van de markt (Sociale welvaart).
Doelstelling
De Minor heeft tot doel studenten vertrouwd te maken met het vakgebied van de Sociologie.
Schrijf je eerst in voor de minor, daarna kun je je inschrijven voor cursussen.
-
Inschrijven is mogelijk van 24 mei 20204 tot 5 juli 2024 (12:00 CEST, July 5 23:59 CEST)
-
9 juli - 21 juli (23:59 CEST): schrijf je in voor de individuele cursussen van je keuze
-
Op 23 juli 2024 worden de vakken waarvan de capaciteit nog niet is bereikt, geopend voor alle studenten die een persoonlijke minor of keuzevak willen volgen.
-
Als je vorig jaar een of twee vak(ken) niet hebt behaald en ingeschreven stond voor deze minor, mag je een mail sturen naar de onderwijsbalie. In deze mail beschrijf je welke vak(ken) je nog moet herkansen. Zij zullen je daarna inschrijven.
Als je besluit de minor niet te volgen, schrijf je dan uit, want de capaciteit is beperkt!
Stond je vorig jaar ingeschreven voor deze minor en moet je dit jaar nog (een) enkel(e) vakken? Meld je dan bij de onderwijsbalie van GMW:
owbalie.gmw rug.nl.
Neem voor meer informatie contact op met Rosa Visser.
Verplichte vakken
|
Cursuscode
|
ECTS
|
Semester
|
---|---|---|---|
SOMIN01
|
5
|
1a
|
|
SOMIN02
|
5
|
1a
|
|
SOMIN03
|
5
|
1a
|
|
SOMIN04
|
5
|
1b
|
|
SOMIN05
|
5
|
1b
|
|
SOMIN06
|
5
|
1b
|
Cursusomschrijving
ECTS: 5
De cursus is een introductie in het vakgebied van de sociologie en tot de studierichting Sociologie van de RUG in het bijzonder. Aan de hand van maatschappelijke problemen krijgen studenten inzicht in de werkwijze van sociologen. Daarbij staat een “macro-micro-macro” benadering centraal, waarin het onderzoeken van vraagstukken op maatschappelijk niveau wordt gerelateerd aan theorieën over individueel gedrag. Hierin wordt aandacht besteed aan de rol van verschillende sociale ordes (markt, overheid, primaire relaties en organisaties) en de relatie met onderzoeksprogramma’s behorende bij de opleiding. De stof wordt gepresenteerd in hoorcolleges, in combinatie met bewerking van opdrachten ter plekke.
ECTS: 5
De Primaire Sociale Orde is, naast de markt, de andere vorm van ‘spontane sociale orde’. Tot de PSO worden informele sociale interacties gerekend. De vanzelfsprekendheid van deze activiteiten maakt dat de Primaire Sociale Orde een bijna vergeten vanzelfsprekendheid vormt. Nadere analyse leert echter dat schijn bedriegt, en de PSO meer problematisch is dan doet vermoeden. In het vak Primaire Sociale Orde, wordt deze sociale orde nader beschreven, afgebakend en uitgediept.
Vanuit verschillende perspectieven wordt de Primaire Sociale Orde belicht:
-
vanuit andere sociale ordes: relaties, sturingsmechanisme en wisselwerking
-
vanuit historisch perspectief: ontwikkeling van PSO
-
vanuit opbrengsten: betekenis van PSO
-
vanuit falen: maatschappelijke problemen en de keerzijde van PSO
-
vanuit toekomst perspectief: ontwikkelingen en nieuwe arrangementen
ECTS: 5
Als gevolg van globalisering en het succes van het internet staan bedrijven, organisaties en samenlevingen voor nieuwe uitdagingen op het gebied van coördinatie en samenwerking. De complexiteit van deze uitdagingen wordt geïllustreerd door de moeizame onderhandelingen over een internationaal verdrag om klimaatverandering te beperken. Aan de andere kant bewijst het succes van internetdiensten zoals Wikipedia en Couchsurfing dat coördinatie en samenwerking zelfs tussen vreemden en op mondiale schaal tot stand kunnen komen.
Deze cursus richt zich op de effecten van sociale instituties, dat wil zeggen normen (bijvoorbeeld culturele conventies) en formele regels (bijvoorbeeld wetgeving), op problemen van coördinatie en samenwerking in sociale groepen, organisaties en samenlevingen. We besteden aandacht aan hoe sociale instituties ontstaan, hoe ze veranderen en hoe ze het gedrag van individuen en collectieven beïnvloeden. We zullen de omstandigheden verkennen waaronder instituties gewenste of ongewenste effecten hebben. Speciale aandacht wordt besteed aan de rol van de staat in een markteconomie en het effect van culturele normen op economische ontwikkeling.
Om dit te bereiken, zullen we klassieke (Weber, Durkheim, Smith) en hedendaagse theorieën (bijvoorbeeld politieke economie, speltheorie en complexiteitswetenschap) bespreken die zijn gebruikt om sociale instituties te verklaren. Studenten zullen worden geïntroduceerd in methoden voor het analyseren van sociale instituties en zullen kennismaken met alternatieve benaderingen om het gedrag van individuen te veranderen. In het bijzonder zullen we debatteren over het ontwerp van stimuleringsprogramma's, institutioneel ontwerp (reputatiesystemen, peer-strafsystemen, signaleringsinstituties, meritocratie) en nudging.
In de cursus worden klassieke teksten uit de sociologie gelezen. Deze teksten worden gelezen aan de hand van opdrachten, die vervolgens in een werkcollege worden besproken. In de cursus worden teksten besproken van de grondleggers (Marx, Weber, Durkheim) en uit een aantal belangrijke stromingen uit de sociologie (functionalisme, symbolisch interactionisme, historische sociologie). Voor de opdrachten leest de student behalve de klassieke tekst ook teksten over de achtergrond van de auteur of stroming, en reflecteert hij over de waarde van deze teksten in de analyse van actuele maatschappelijke problemen.
In dit vak wordt het welvaartsbegrip vanuit twee perspectieven belicht: het economische en het sociologische. De vragen die hierbij centraal staan zijn wat volgens beide perspectieven de randvoorwaarden zijn die de welvaartsproductie bepalen en via welke sociale mechanismen deze randvoorwaarden invloed hebben op de sociale welvaart.
Bij het economische perspectief komt de traditionele welvaartseconomische benadering aan bod, alsmede door economen geformuleerde kritiek op de gevolgen van economische ontwikkeling voor de sociale en natuurlijke omgeving.
Bij het sociologische perspectief gaat het om het ontwikkelen van een zelfstandig sociologisch welvaartsbegrip aan de hand van onderzoek naar individueel geluk, sociaal kapitaal en sociale netwerken en interpersoonlijk vertrouwen. Studenten werken mee aan de ontwikkeling van dit welvaartsbegrip door middel van het schrijven van een essay.
Sinds het begin van de 20e eeuw is het aantal organisaties exponentieel gegroeid. Dit geldt voor alle soorten organisaties, variërend van commerciële ondernemingen, non-profit verenigingen, overheidsinstanties tot niet-gouvernementele entiteiten. Deze bedrijfsactoren zijn inmiddels sleutelspelers in elke moderne samenleving. Bijvoorbeeld, de top 200 bedrijven controleren meer dan een kwart van de economische activiteit wereldwijd. Van de 100 grootste ‘economieën’ ter wereld zijn meer dan 50 multinationale bedrijven. De bedrijfsinkomsten van Wal-Mart overtreffen het BBP van Zweden of Oostenrijk, en die van General Motors zijn gelijk aan het BBP van Turkije. Individuen moeten voortdurend omgaan met organisaties: burgers hebben interactie met overheidsinstanties, consumenten met bedrijven, werknemers met werkgevers.
Organisaties beïnvloeden niet alleen alle gebieden van het sociale, politieke en economische leven, maar hebben ook een enorme impact op de wensen, overtuigingen en kansen van individuen, inclusief hun gezondheid en hun sociale relaties. Daarom zal elke analyse van moderne samenlevingen – de oorsprong en oplossing van sociale problemen variërend van sociale ongelijkheid tot arbeidsgezondheid, evenals hun successen in het creëren van welzijn door middel van innovatie – onvolledig blijven tenzij organisaties in beschouwing worden genomen.
Het hoofddoel van de cursus Organisatie en Maatschappij is om inzicht te bieden in de kritieke processen en activiteiten in organisaties die moderne samenlevingen vormgeven.
De discussies in de cursus zullen zich richten op vier primaire uitkomsten:
-
ongelijkheid
-
persistentie
-
verandering
-
inbedding
Om deze uitkomsten te verklaren, richt de cursus zich op een aantal kritieke mechanismen in organisaties, variërend van discriminatie tot socialisatie en leren, en organisatorische theorieën die uitleggen hoe deze mechanismen gerelateerd zijn aan de primaire uitkomsten.
Aan het einde van de cursus zullen deelnemers in staat zijn om te reconstrueren hoe organisaties:
-
sociale ongelijkheid reproduceren en uitdagen
-
bijdragen aan de persistentie van tradities, gewoonten, waarden en praktijken
-
individuen coördineren en mobiliseren om sociale verandering mogelijk te maken
-
toegang tot kansen en de creatie en verspreiding van innovatie beïnvloeden door hun ingebedheid in netwerken van relaties
Laatst gewijzigd: | 21 oktober 2024 08:13 |