Rijksuniversiteit Groningen
Rugbalk
Reacties op DEZE pagina Abonneren op email bij wijziging 23 Jan 2003

 

Samenwerking Medische Bibliotheek en Universiteitsbibliotheek

Anita Verhoeven a.a.h.verhoeven@ub.rug.nl

Succesvol onderwijsproject voor medisch specialisten

De vakreferenten Geneeskunde van de Centrale Medische Bibliotheek (CMB) en de Universiteitsbibliotheek (UB) hebben samen een cursus ontwikkeld voor medisch specialisten van het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG).
Het betreft een cursus ‘Literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen’ in het kader van Evidence-Based Medicine. De cursus werd gegeven in mei 2002.

Aanleiding

In het AZG is er veel belangstelling voor evidence-based medicine. De Centrale Medische Bibliotheek gelokaliseerd in het AZG werd benaderd om een (voorlopige) cursus te ontwikkelen. De vakreferent Geneeskunde Ingrid Riphagen zocht hiervoor samenwerking met de vakreferent Geneeskunde van de Universiteitsbibliotheek. Samen hebben ze een cursus ‘Literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen’ voor medisch specialisten ontwikkeld, bestaande uit twee dagdelen.
De doelstelling van de cursus was om de medisch specialisten te laten kennismaken met de basisprincipes van evidence-based medicine.

Artsen moeten goed op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen

Evidence-based medicine

De evidence-based medicine beweging binnen de Geneeskunde wordt wereldwijd steeds meer geaccepteerd als de beste manier om Geneeskunde te praktiseren. Deze kwaliteitsverbetering van het medisch handelen is mogelijk geworden door twee recente ontwikkelingen: de grote hoeveelheid onderzoeksgegevens die uit wetenschappelijke studies beschikbaar zijn gekomen, en de moderne informatie- en communicatietechnologie die artsen zelf de mogelijkheid biedt deze nieuwe onderzoeksgegevens op te sporen.
Evidence-based medicine houdt in dat artsen hun beslissingen moeten baseren op bewijs uit onderzoeksstudies gepubliceerd in de literatuur. Dit gaat op een systematische manier, volgens vier stappen.
Het begint met het stellen van een goed gestructureerde vraag (1), waarmee vervolgens systematisch in literatuurbronnen wordt gezocht (2). De geselecteerde artikelen moeten kritisch worden beoordeeld aan de hand van vastgestelde criteria (3). Daarna vormt de gevonden evidence, samen met de persoonlijke omstandigheden en waarden van de patiënt, en het oordeel van de dokter de basis voor een verantwoorde beslissing (4).

Ontwikkelingstraject

De samenwerking werd in januari 2002 gestart met het bijwonen van een al bestaande avondcursus voor neurologen, gegeven door andere docenten. Deze werd grondig geëvalueerd door de vakreferenten, zodat duidelijk werd wat wel en wat niet in de nieuwe cursus zou moeten worden overgenomen. Zo kwamen de eerste doelstellingen al in zicht.
De twee vakreferenten Geneeskunde formuleerden samen de doelstellingen voor elk van de vier onderdelen van evidence-based medicine. Op een A4tje werd behalve de doelstelling ook voor elke onderdeel (of module) beschreven: de methode en werkvorm, de duur, de benodigdheden, en puntsgewijs de inhoud van de module.
Daarnaast werd de inhoud van het programma zo volledig mogelijk uitgeschreven: een tot drie pagina’s per module. Verder kwamen bij elke module literatuurverwijzingen voor zowel cursisten als voor de docenten. Dit werd gedaan zodat andere docenten makkelijk deze modules konden overnemen als dat nodig zou zijn. Voelt een docent zich minder zeker op een bepaald gebied, dan kan deze zich verder verdiepen in het onderwerp aan de hand van de gegeven literatuur.
Bij elke module werd een Powerpoint-presentatie gemaakt. Tenslotte werden opdrachten toegevoegd waarvan een gedeelte tijdens de cursus en een gedeelte thuis gemaakt moest worden.
In mei 2002 werden de vier modules in twee dagdelen gegeven met een tussenpoos van twee weken.

Begeleiding

Gedurende de vier maanden van de ontwikkelingsperiode werden de vakreferenten begeleid door twee leidinggevenden van de Centrale Medische Bibliotheek en de Universiteitsbibliotheek. Tijdens maandelijkse besprekingen werden de vorderingen besproken en op elkaar afgestemd.
Om de ontwikkeling van de cursus zo efficiënt mogelijk te laten verlopen werd professionele ondersteuning gevraagd van het COWOG, het universitair instituut voor ondersteuning van docenten. Met een medewerker van het COWOG werd zowel de opzet van de modules doorgesproken als het uiteindelijke volledige programma. Tijdens het daadwerkelijk geven van de cursus was deze COWOG-medewerker ook aanwezig, zodat na afloop feedback kon worden gegeven op de cursus en haar docenten.

Succesfactoren

Een pluspunt van de samenwerking tussen vakreferenten van de Universiteitsbibliotheek en een faculteitsbibliotheek is dat van beider kennis, vaardigheden en ervaring gebruik kan worden gemaakt en dat deze elkaar tevens aanvullen. Op die manier werd zowel gebruik gemaakt van gedegen onderwijservaring in het zoeken in databases als van medische kennis en onderwijservaring aan artsen.
Een tweede pluspunt was dat door deze samenwerking de bibliotheek zich naar buiten toe – in dit geval aan medisch specialisten – liet zien als een inhoudsdeskundige organisatie, zowel op medisch als op informatiegebied. Deze deskundigen staan vooraan als het aankomt op ontwikkelingen op het gebied van literatuurdatabases en het toepassen van deze (medische) kennis voor de arts en onderzoeker.

Goede voorlichting is belangrijk

Aandachtspunten

Tijdens de ontwikkeling van de cursus was een verschil in inzicht tussen de vakreferenten over welk onderdeel van evidence-based medicine tot de taak van de vakreferent behoorde. Door een goede taakverdeling binnen de cursus kon tegemoet worden gekomen aan beide invalshoeken van de vakreferenten.
Een tweede aandachtspunt was de grote tijdsinvestering die het ontwikkelen van een nieuwe cursus met zich mee brengt. Uiteindelijk was de tijdsinvestering zo’n 200 uren. Mede omdat de cursus de basis vormt voor het literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen en deze in de toekomst een grotere rol zal gaan spelen in het AZG was de tijdsinvestering de moeite waard.

Evaluatie

De cursus werd op verschillende manieren geëvalueerd. Aan het begin van de cursus werd een korte vragenlijst van één pagina rondgedeeld waarin naar de interesses van de cursisten werd gevraagd.
Na de cursus werd een vragenlijst van twee pagina’s rondgedeeld over de waarde van elk onderdeel, de praktische toepasbaarheid van de cursusonderdelen in de medische praktijk, de docenten, het uitgedeelde materiaal, de werkvormen en de huiswerkopdrachten, en een eventuele vervolgcursus.
De COWOG-medewerker gaf na afloop van het tweede dagdeel feedback aan de vakreferenten over inhoud, organisatie en presentatie van de cursus.

Resultaten evaluatie

De deelnemers van de cursus hadden belangstelling voor alle onderdelen van de cursus, en waren positief over de waarde en de praktische toepasbaarheid. In het algemeen vond men dat er te weinig mogelijkheden voor zelfwerkzaamheid was. Met name het zelf zoeken op de computer, nu anderhalf uur van de zes uur zou men uitgebreid willen zien. Verrassend vond men de ruime informatie die beschikbaar was in specifieke evidence-based informatiebronnen, zoals de Cochrane Library. De COWOG-medewerker gaf persoonlijke feedback aan de twee vakreferenten.

Vervolg

Op verschillende manieren zal vervolg worden gegeven op de gegeven cursus. Gedurende de cursus werd door de vakreferent van de CMB de mogelijkheid geboden om na een afspraak persoonlijke hulp op maat te geven. Hiervan is inderdaad gebruik gemaakt.
Verder zullen de vakreferenten elkaar bijstaan bij het geven van cursussen door middel van het geven van ondersteuning bij de voorbereiding van cursus, het doorspreken van problemen tijdens de cursus en feedback na een cursus.
Wordt er weer een beroep gedaan op de CMB voor het geven van cursussen op het gebied van het literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen, dan ligt er in ieder geval een goed voorbereide cursus klaar.

Conclusie

Het samenwerkingsproject voor het ontwikkelen en geven van een cursus Literatuurzoeken ter ondersteuning van het klinisch handelen’ aan medisch specialisten heeft zowel de beide bibliotheken als de beide vakreferenten mogelijkheden gegeven om hun deskundigheid op dit gebied intern en extern te tonen.

Anita Verhoeven is werkzaam als vakreferent Geneeskunde aan de Universiteitsbibliotheek Groningen

Links

  • Een van de vele websites over evidence-based medicine: www.uic.edu/depts/lib/lhsp/resources/medindex.shtml
  • en een boek:
    Offringa M, Assendelft WJJ, Scholten RJPM. Inleiding in evidence-based medicine: klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000.

Zie ook twee voorgaande publicaties in Pictogram:

Begin pagina

 


index Pictogram  5