Nieuwe catalogus en trainingsmodule bij de RUG 

Fred Bosman f.e.bosman@ub.rug.nl 

September was een oogstmaand voor de bibliotheken van de RUG. Er werd een nieuwe catalogus in gebruik genomen en tegelijkertijd een trainingsmodule om beginnende studenten er effectief en efficiënt mee te leren zoeken. Het liep allemaal goed af. 

Nieuwe Web-catalogus 

Vrijwel zonder problemen is de RUG in september instellingsbreed overgegaan op de nieuwe Web-catalogus, in het bibliotheekjargon OPC4 geheten. De catalogus was vanaf november vorig jaar op proef alleen in de UB en later ook in de bibliotheek van Economie, Bedrijfskunde en Ruimtelijke Wetenschappen raadpleegbaar. 
Al snel werd duidelijk dat de nieuwe catalogus veel beter fungeerde dat de oude. De catalogus is uitgerust met de zoek-engine van Picarta (*1), werkt sneller, kent geen limitering in setgrootte en biedt zeer veel meer mogelijkheden om literatuur op onderwerp te zoeken. 
De oude Web-versie kende de mogelijkheid van het 'expert-zoeken'. Dat is het direct, met meerdere zoeksleutels tegelijk, vormen van sets. In de nieuwe catalogus kan met het gebruik van zoekcommando's in de invulbalk hetzelfde op een eenvoudiger wijze ook bereikt worden.
Interessant is de mogelijkheid in de nieuwe catalogus de resultaten naar relevantie, in plaats van naar jaar van uitgave, te sorteren. In het bijzonder bij het zoeken op onderwerp kan dat tot verrassende resultaten leiden. Voor deze vorm van presenteren bepaalt de computer onder meer de verhouding tussen de (lengte van de) gekozen zoektermen en alle titelelementen en houdt voorts rekening met de uniciteit van de zoektermen. 

De RUG is voorlopig de enige universiteit met deze nieuwe catalogus. Het omvangrijke werkprogramma van PICA (*2) en niet in het minst de krappe arbeidsmarkt voor IT-specialisten belemmert een snelle introductie van de catalogus bij andere instellingen. Helaas heeft dat ook gevolgen voor de verdere ontwikkeling ervan en voor het oplossen van enige bij de implementatie gebleken tekortkomingen. 

Het ontstaan van één zoek-engine en één interface voor allerlei PICA-catalogi leidt op termijn zonder twijfel tot een interessante discussie. Het gaat dan vooral om de vraag of en in welke mate nog behoefte blijft bestaan aan afzonderlijke catalogi van bibliotheken. Of dat, positiever gesteld, de gebruiker niet méér gebaat is bij een systeem waarin de catalogi van afzonderlijke universitaire instellingen, de Nederlandse Centrale Catalogus, het artikelenbestand Online Contents en de Internetbronnen van Picarta geïntegreerd zijn. In zo’n catalogus kan de gebruiker bijvoorbeeld eerst zoeken naar gedrukt, digitaal en audiovisueel materiaal dat direct beschikbaar is in of vanuit de eigen instelling. Zonder van systeem te wisselen kan daarna zonodig de zoekactie worden voortgezet in het veel omvangrijker, complete bestand. 
Dat alles is gemakkelijk te combineren met een snelle (eventueel digitale) levering van publicaties, direct naar het adres van de aanvrager. Op dit moment vindt dit al plaats, maar het kan op veel grotere schaal. Die opzet past veel beter bij de virtuele bibliotheek van de toekomst en levert het voordeel op dat de gebruiker niet voortdurend van catalogus moet wisselen. Of het allemaal lukt is niet zeker. Een meer vraaggestuurde dienstverlening en de bereidheid tot nog verdergaande samenwerking tussen bibliotheken vormen noodzakelijke randvoorwaarden. 

Begin pagina

Trainingsmodule voor de Web-catalogus

In september kreeg de RUG voor de bibliotheekinstructies tevens de beschikking over een trainingsmodule voor deze catalogus. Deze is gemaakt in een werkgroep van de universiteitsbibliotheken van de Katholieke Universiteit Nijmegen en de RUG, samen met PICA (*3). Het is uniek dat tegelijk met een nieuwe catalogus een compleet en goed functionerend oefensysteem beschikbaar is. De trainingsmodule voor OPC4 is ontwikkeld voor Internet Explorer 5.x en bestaat uit een verzameling HTML-pagina’s. De module wekt de indruk een op zichzelf staande applicatie te zijn, maar dat is slechts schijn. 
De (beginnende) student leert met de trainingsmodule de catalogus kennen door middel van tekst en uitleg, vragen over het geleerde en oefeningen met feedback. Dat alles geplaatst in schermvensters die over de catalogus heen vallen. Alleen bij de uitvoering van opdrachten is de (simulatie-versie van de) catalogus actief. Alle zaken die van belang zijn voor het catalogusgebruik komen aan bod. Bijzonder veel aandacht wordt besteed aan het leren zoeken van literatuur op onderwerp. Andere PICA-systemen, zoals de NCC, Online Contents en Picarta krijgen ook aandacht, zij het zonder oefeningen. 
Bij het ontwerpen van het systeem is veel zorg besteed aan het didactisch concept, de fraaie vormgeving en de voor de gebruiker heldere lijn in de module. Deze is in eerste instantie gemaakt voor Internet Explorer, mede omdat Netscape nog niet de vereiste faciliteiten bood. Er is geanticipeerd op de inzet van de module bij andere bibliotheken. De daarvoor vereiste aanpassingen blijven beperkt tot een enkele les en zijn binnen een dag te realiseren. 
Inmiddels hebben bij de UB en enkele Faculteitsbibliotheken al ongeveer 700 eerstejaarsstudenten een instructie gekregen met de trainingsmodule. Het eerste evaluatieonderzoek maakt duidelijk dat het systeem voldoet. En meer dan dat: het overgrote deel van de studenten geeft aan er veel van geleerd te hebben, het een nuttige training te vinden en te verwachten door de training goed met de catalogus te kunnen zoeken. Een ruime meerderheid vindt het zelfs een leuke en interessante training, een oordeel dat niet snel over bibliotheekinstructies wordt geveld. Het meest kritisch oordeelt een (kleine) meerderheid over de lengte van de training. De duur van een sessie, gemiddeld iets minder dan drie kwartier, is waarschijnlijk voor vrij inspannend lezen, doen en leren wat aan de lange kant. Na afsluiting van het lopende onderzoek zal bij aanpassingen de trainingsmodule op dergelijke punten nog verbeterd moeten worden. 

De trainingsmodule behoort duidelijk tot een nieuwe generatie van computerondersteunde onderwijssystemen op het gebied van de bibliotheekinstructie. Het overstijgt het drill and practice-karakter van de eerste generatie, biedt ruimschoots mogelijkheden tot interactie, daagt uit en is gericht op het leren begrijpen van de werking van de catalogus. Van groot belang is dat men vertrouwen krijgt in het werken met de catalogus en kennis maakt met meer mogelijkheden dan het simpele intikken van een woordje. Eveneens van betekenis is dat de module gemaakt is in samenwerking met de producent van bibliotheeksystemen PICA. Dit maakt de productie veel simpeler, biedt uitzicht op snellere updates en betekent een zeer aanmerkelijke kostenbesparing. 


Noten (*)

  1. Picarta is een geïntegreerd bestand van boeken, tijdschriften, tijdschriftartikelen en Internetbronnen. Het is in feite een samenvoeging van NCC, Online Contents en Netfirst. 
  2. PICA is een organisatie die diensten verleent op het gebied van de informatietechnologie aan onder meer Nederlandse bibliotheken. 
  3. De werkgroep bestond uit Harrie Knippenberg (KUN), Fred Bosman en Tineke van Stipriaan (RUG) en Michel Mudde, Hans Mugge en Rob Koopman (PICA).

Begin pagina


index Pictogram 5