Zal het buigen of barsten?
‘De staalindustrie staat aan de vooravond van grote veranderingen,’ vertelt Francesco Maresca, materiaalwetenschapper van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘We moeten opnieuw uitvinden hoe we staal produceren, en hoe we het gebruiken.’ Maresca is samen met RUG-materiaalwetenschappers Bart Kooi, Yutao Pei en Jan Post betrokken bij het project Groeien met Groen Staal dat 124 miljoen euro krijgt uit het Nationaal Groeifonds, en nog eens 53 miljoen uit private investeringen. Dit project wordt uitgevoerd door een groot consortium van bedrijven, universiteiten en hogescholen dat samen toewerkt naar een nieuwe, groenere levenscyclus voor staal.
FSE Science Newsroom | Charlotte Vlek
We produceren in Europa bijna een kilo nieuw staal per persoon per dag; al dat staal gaat naar dagelijkse gebruiksvoorwerpen zoals sleutels en paperclips, maar ook (medische) apparatuur, auto’s en gebouwen. Sinds jaar en dag gebeurt de productie van staal door ijzererts en cokes (steenkool) samen te verhitten. Dit onttrekt zuurstof aan de ijzererts, en geeft als restproduct CO2, wat de staalindustrie tot een van de grootste industriële vervuilers wereldwijd maakt.
Dat kan anders: door waterstof (H2) in plaats van steenkool te gebruiken, zou als restproduct water (stoom) ontstaan. Dat is beter voor de natuur, maar ook voor de omwonenden van de hoogovens. Alleen, een ander productieproces heeft ook een effect op de eigenschappen van dit groene staal.
Zelfde samenstelling, ander materiaal
Met dezelfde chemische samenstelling kan een materiaal toch heel verschillende eigenschappen hebben, omdat de atomaire structuur anders is
‘Met dezelfde chemische samenstelling kan een materiaal toch heel verschillende eigenschappen hebben, omdat de atomaire structuur anders is,’ vertelt Bart Kooi. ‘Staal is wat dat betreft een heel ingewikkeld materiaal.’ Maresca vult aan: ‘Vergelijk het met het koken van pasta. Hetzelfde merk pasta kan plakkerig of krokant worden, afhankelijk van hoe je het kookt. Uiteindelijk komt het aan op de microstructuur van het materiaal: hoe de moleculen aan elkaar binden in het kookproces.’
Daarom gaan de wetenschappers van de RUG en de andere partners samenwerken in een krachtige combinatie van experimenteel, fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek om uit te zoeken wat de beste manier is om op een milieuvriendelijkere manier staal te ‘koken’. Dit moet uiteindelijk leiden tot modellen die de materiaaleigenschappen van het groenere staal kunnen voorspellen en optimaliseren.
(Tekst gaat verder onder de foto's)
Observeren en modelleren
De productie van het groene staal zal in de laboratoria van Tata Steel Nederland of bij Alleima Zweden plaatsvinden. Daarna gaan de wetenschappers van de RUG ermee aan de slag: Bart Kooi kan onder zijn elektronenmicroscopen de atomaire structuur van het materiaal bekijken. Met deze informatie zal Francesco Maresca computermodellen ontwikkelen van de microstructuur van het materiaal, die weer worden gecheckt met observaties onder de microscoop.
Zal het eerder buigen of barsten onder hoge krachten?
Samen kunnen deze modellen en observaties voorspellen wat voor eigenschappen het materiaal zal hebben: hoe sterk zal het zijn, hoeveel plasticiteit heeft het, zal het eerder buigen of barsten onder hoge krachten?
Ontwikkelen en voorspellen
Ook de behandeling die nodig is om staal roestvast te maken, heeft effect op de materiaaleigenschappen: voor een roestvaste coating moet het geheel worden verhit. Yutao Pei gaat werken aan nieuwe coatings en coatingstechnieken. Hij zal daarbij nauw samenwerken met Bart Kooi en Francesco Maresca, die in de gaten zullen houden of het staal met de nieuwe coating de juiste structuur behoudt.
Jan Post, verbonden aan de RUG en Philips Drachten, is verantwoordelijk voor de gebruikers-fase van het gehele consortium. Hij ontwikkelt samen met andere instellingen en bedrijven modellen voor specifieke toepassingen, op basis van informatie uit de observaties en computermodellen van Kooi en Maresca. Met de modellen van Post is te voorspellen hoe bijvoorbeeld een scheermesje gemaakt van een nieuw type groen staal zich zal houden na veelvuldig gebruik, of een auto. Of hoe lang de lagers van een windturbine meegaan, of het landingsgestel van een vliegtuig.
Diamant en grafiet bestaan allebei uit pure koolstof, maar ze hebben toch heel verschillende eigenschappen. Dat komt door de microstructuur in het materiaal: in een diamant zitten de koolstofatomen bijvoorbeeld gerangschikt in een 3D-netwerk, wat het materiaal uiterst sterk maakt. Zo sterk, dat je ermee in beton kunt boren. Grafiet is juist georganiseerd in 2D vlakken die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, wat het geschikt maakt als smeermiddel.
‘Door bepaalde temperatuurbehandelingen, bijvoorbeeld verhitten en dan snel koelen, kunnen we structuur van een materiaal beïnvloeden,’ legt Bart Kooi uit. Dat proces wordt al gebruikt om heel sterk aluminium te produceren. Kooi: ‘Staal is en blijft een van de meest complexe materialen wanneer het op temperatuurbehandelingen aankomt, en zodoende is er dus nog meer dan genoeg te onderzoeken.’
Zijn transmissie-elektronenmicroscopen maakt de atomaire structuur van een materiaal zichtbaar door er met een straal van elektronen op te schieten. Door te meten hoe de elektronen van richting veranderen, kan Kooi de positie van de atomen afleiden. Kooi licht toe: ‘Het mooie van de verschillende elektronenmicroscopen die we hier hebben, is dat we de microstructuur op allerlei verschillende niveaus kunnen meten, van een millimeter nauwkeurig tot op atomaire schaal, wat tien miljoen keer kleiner is. Wanneer je de structuur weet kun je de eigenschappen bepalen, en weet je voor welke toepassingen het staal geschikt is.’
De microscoop levert een plaatje van het materiaal; met computermodellen kun je ook voorspellingen doen, of kijken wat het effect zal zijn van aanpassingen in het productieproces.
Francesco Maresca zal computermodellen ontwikkelen van de microstructuur van het groene staal. Maresca: ‘Met deze modellen kunnen we de materiaaleigenschappen voorspellen, zoals sterkte, hardheid, gevoeligheid voor corrosie en levensduur. Deze informatie geven we terug aan het productieproces, om dat te optimaliseren zodat we de beste eigenschappen krijgen.’
Om roestvast staal te maken wordt het door een groot bad van vloeibaar zink geleid. Het zink hecht zich aan het oppervlak en vormt een dunne coating die roest voorkomt. Dit proces vindt plaats bij een hoge temperatuur, rond de 460 graden Celcius. Yutao Pei: ‘Dat alles heeft een effect op de microstructuur van staal.’
In zijn onderzoek zal Pei nieuwe coatings ontwikkelen voor het groene staal, evenals energiezuinigere coatingstechnieken. Momenteel werkt hij voor andere toepassingen al met coatings die met stoom worden aangebracht in plaats van in een bad: op die manier wordt het staal minder verhit. Ook zal Pei bij het ontwikkelen van zijn coatings rekening houden met de hele levenscyclus van staal: bijvoorbeeld door een coating zo te maken dat die gemakkelijk te verwijderen is voor recycling.
‘Als je experimenteel wilt vaststellen hoe lang kogellagers of een auto of een scheermesje meegaan, ben je zo tien jaar verder,’ vertelt Jan Post. Je zou bij wijze van spreken een stel windmolens moeten bouwen en vijftien jaar in de gaten houden. Maar je kunt ook een computermodel maken van een product, waarin je de materiaaleigenschappen van het staal meeneemt: een digital twin.
Op basis van de computermodellen van Maresca, zal Jan Post zulke digital twins ontwikkelen voor verschillende toepassingen en productieprocessen van roestvast staal. Post: ‘Vroeger testte je dingen in een fabriek, maar nu gaat alles met digital twins. Dat scheelt enorm: dan hoef je in een latere fase niet meer bij te sturen. Zo hebben we bij Philips en de RUG procesmodellen gemaakt die de ontwikkeling van een nieuw Philips-product kunnen bekorten van tien naar slechts een paar jaar.’
Laatst gewijzigd: | 28 november 2024 15:30 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...