Het vakgebied
De vroegmoderne geschiedenis (1500-1800) betreft een cruciale periode in zowel de Europese als de wereldgeschiedenis. Voor de Nederlandse geschiedenis is deze tijd van speciale betekenis, omdat Nederland (als republiek) een grote rol speelde op het wereldtoneel. In de loop van de vroegmoderne tijd veranderden in Europa de ideeën over godsdienst, natuur en samenleving. Er was sprake van hernieuwde aandacht voor de klassieken, voor de natuur zoals deze zich aan ons voordoet en voor de mens als individu. Kenmerkend voor de periode zijn staatsvorming, reformaties en confessionalisering, nieuwe opvattingen over de legitimering van gezag en soevereiniteit, de handelsrevolutie en de opkomst van nieuwe academische disciplines die we nu natuurwetenschappen noemen. In de vroegmoderne Europese cultuur ontstond bovendien de noodzaak tot het vreedzaam samenleven van verschillende levensbeschouwingen, wat de basis legde voor nieuwe ideeën over religieuze tolerantie. Fundamentele noties van de moderne samenleving, zoals het idee van de rechtsstaat, het respect voor minderheden, de scheiding tussen kerk en staat, en wetten van de natuur, waren al in de vroegmoderne periode aan de orde. Al deze zaken zijn ook vandaag hoogst actueel. Daarnaast is de rol van Nederlanders in de wereld van groot belang voor deze tijd. Onderzoek naar handelsorganisaties zoals de VOC en WIC verduidelijkt de samenhang van geweld door slavernij, handel en de opkomst van colonialisme in de atlantische en de aziatische wereld. De sectie Vroegmoderne Geschiedenis behandelt deze verschijnselen in onderwijs en onderzoek.
Wij hebben specifieke deskundigheid op het terrein van de geschiedenis van staatsvorming en politieke cultuur, met in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen politiek en geschiedschrijving, politiek en media, diplomatie en internationale rechtsgeschiedenis. Daarnaast doet de vakgroep onderzoek naar religieus conflict en verzoeningspolitiek in de nasleep van de godsdienstoorlogen. Andere pijlers betreffen onderzoek naar het slavernijverleden en cultureel erfgoed. Er is verder deskundigheid op het terrein van gender onderzoek, migratie van en naar Nederland, transregionale en transnationale cultuurcontacten, handelsgeschiedenis en de geschiedenis van wetenschap, geneeskunde, seksualiteit en gezondheid. Individuele onderzoeksbelangstelling is te vinden via de academische profielpagina’s (zie ook Onderzoek). Promovendi die belangstelling voor deze terreinen hebben, zijn van harte welkom.
De sectie organiseert regelmatig bijeenkomsten waarin promovendi, stafleden en genodigde academici hun onderzoek presenteren.
De vaste stafleden van de sectie participeren onder meer in het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen (ICOG), het Centrum voor Gender Studies, het Groningen Centre for Health and Humanities, de Aletta Jacobs School of Public Health, History, Health & Healing: the Dutch academic network for medical history, het Huizingainstituut, het N.W. Posthumusinstituut , en de Vlaams-Nederlandse Vereniging voor Nieuwe Geschiedenis. Wij werken verder samen met de Fryske Akademy (Leeuwarden), Tresoar (Literatuurmuseum, archief en bibliotheeek Fryslân, Leeuwarden), de Johannes a Lasco Bibliothek in Emden (Duitsland) het European University Institute, (Florence) en diverse andere internationale onderzoeksinstituten.
In welk soort werk kunnen afgestudeerden op onderwerpen uit de vroegmoderne tijd terechtkomen? Onze afgestudeerden treft men aan in de politiek, journalistiek, uitgeverij, de overheid, de cultuursector en het zakenleven. Zij vinden ook werk in musea, bibliotheken en archieven. Uiteraard zijn er afgestudeerden die docent worden in het middelbaar onderwijs (via de Educatieve Master ) en het wetenschappelijk onderwijs of historisch onderzoek doen (via de Researchmaster Classical, Medieval and Early Modern Studies of de Maatschappelijke Master Geschiedenis).
Internationaal gezien bestuderen Nederlandse historici van de vroegmoderne tijd een bijzonder tijdvak, omdat toen de Republiek een wereldmacht was waarvan de geschiedenis allerwegen de aandacht trekt. Zij kunnen gemakkelijker dan buitenlanders in de rijke Nederlandse archieven uit deze periode werken en na enige oefening het oude schrift lezen en begrijpen. In het verlengde hiervan ligt een baan als archivaris of vakreferent in een bibliotheek voor de hand. De verschillende Masterprogramma’s bieden een prima opstap voor een werkkring in bestuur en beleid bij de overheid en in bedrijven en instellingen, in de culturele sector, in de journalistiek en de politiek. Historisch onderzoek geeft ervaring in het ordenen en interpreteren van veel stukken en in het schrijven van begrijpelijke teksten. In veel banen is aan zulke deskundigheid grote behoefte. Historici die een verder maar ook vandaag relevant verleden bestuderen, kunnen het heden met distantie en analytisch inzicht onder de loep nemen.
Laatst gewijzigd: | 13 december 2023 14:27 |