Europese verkiezingen 2004
Uit: J. Hippe, R. Kroeze, P. Lucardie en G. Voerman, 'Kroniek 2004. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2004' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2004 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2005), 14-105, aldaar 15-18.
Europese Parlementsverkiezingen 2004
Op 10 juni hadden de verkiezingen voor het Europees Parlement plaats. Onder de wat vage leus ‘Europa. Best belangrijk’ had het kabinet in televisiespots en op affiches de kiezers aangespoord te gaan stemmen. De opkomst steeg inderdaad: van slechts 29,9 procent in 1999 naar 39,3 procent in 2004. De vraag is of de regeringscampagne hiervoor verantwoordelijk was; in analyses van de verkiezingsuitslag werd vooral de nadruk gelegd op de toegenomen belangstelling voor politiek sinds de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002. Het aantal zetels dat de Nederlandse partijen in het Europees Parlement konden bezetten, was vanwege de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004 met tien landen gereduceerd van 31 tot 27.
Aanvankelijk leek het erop dat tegelijk met de Europese verkiezingen een referendum zou worden gehouden over de Europese grondwet (die was ontworpen door de Europese conventie). Een voorstel tot een volksraadpleging van regeringspartij D66 en de beide oppositiepartijen GroenLinks en de PvdA was in november 2003 door de Tweede Kamer aanvaard – ondanks de afhoudende opstelling van het kabinet (zie Jaarboek 2003 DNPP, blz. 33). De voorstanders van het referendum hoopten dat de combinatie van de volksraadpleging en de Europese verkiezingen op één dag de kiezersopkomst zou verhogen. Toen in december 2003 de Europese top van regeringsleiders over het grondwettelijk verdrag mislukte, werd het referendum tot nader order uitgesteld.
In de aanloop naar de Europese verkiezingen deden de PvdA en de andere linkse oppositiepartijen pogingen om de campagne in het binnenlands-politieke domein te trekken. Zij kantten zich tegen het bezuinigingsbeleid van het kabinet-Balkenende en riepen de kiezers op zich hiertegen uit te spreken. Ook de mogelijke verlenging van de aanwezigheid van Nederlandse militairen in Irak speelde een rol in de verkiezingsstrijd. Daarnaast poogden de lijsttrekkers van de gevestigde partijen nadrukkelijk hun programmatische onderlinge verschillen ten aanzien van Europa te verhelderen. Door onderling de confrontatie te zoeken, wilden zij bij de kiezers belangstelling wekken voor de verkiezingen, wat dan tot een hogere opkomst moest leiden. ‘De Eurocampagnes moeten gepolitiseerd worden’, zo meende J.C. van Balen, Tweede-Kamerlid voor de VVD (NRC Handelsblad, 25 mei 2004).
In deze opzet zouden de partijen niet echt zijn geslaagd; zo sprak het NRC Handelsblad bijvoorbeeld over een ‘tam verlopende verkiezingsstrijd’ (25 mei 2004) – ook al omdat de meeste partijen in principe positief stonden ten aanzien van de Europese samenwerking. Het meest enthousiast was D66, dat met de toegenomen euroscepcis niets op had: ‘boe roepen is makkelijk’, zo stond op het verkiezingsaffiche. Bijna even positief was de PvdA, die echter wel meende dat de Europese Unie te weinig aandacht had voor werkgelegenheid en sociaal beleid. GroenLinks, die zich ‘kritisch en constructief’ tegenover de Europese Unie opstelde, bepleitte onder meer een ‘groener’ Europa. Het CDA was eveneens voorstander van een sterk en federaal Europa, maar benadrukte het behoud van de Nederlands identiteit, getuige de verkiezingsleus: ‘voor een eigen plek in Europa’. Kritischer was de VVD, die campagne voerde onder de slogan ‘Voor Europa. Maar er zijn wel grenzen’. Die grenzen sloegen zowel op de uitbreiding van de Unie in geografisch opzicht als wat betreft haar bevoegdheden.
Vergeleken bij de Europese verkiezingen van 1999 verloren alle pro-Europese partijen in 2004, behalve de PvdA (zie tabel 1). De meeste partijen die kritisch of sceptisch tegenover de Europese Unie stonden, wonnen. De SP ging de verkiezingsstrijd in met de leus ‘stuur een waakhond naar Brussel’ en won er een zetel bij. Europa Transparant was echter de onbetwiste winnaar. Deze partij was in april 2004 opgericht door de ambtenaar van de Europese Commissie P.K.T.J. van Buitenen. Hij kreeg in 1998 als klokkenluider grote bekendheid toen hij fraude en vriendjespolitiek binnen de Europese Commissie aan de kaak stelde. Van Buitenen werd door de Commissie tijdelijk op non-actief gesteld, maar zijn onthullingen leidden uiteindelijk mede tot de val van de Europese Commissie in januari 1999. Europa Transparant wilde zich inzetten voor een scherpere controle en beter toezicht op het Europese bestuur, met als doel verspilling, fraude en corruptie te voorkomen. De debutant behaalde 7,3 procent van de stemmen, goed voor twee zetels in het Europees Parlement. ‘Het zijn onze stemmen’, zo merkte LPF-leider Herben op (NRC Handelsblad, 11 juni 2004); zijn partij bleef met 2,6 procent met lege handen staan. De nieuwkomer Partij voor de Dieren deed het met 3,2 procent beter, maar kwam ook net te kort voor een zetel.
Tabel uitslag Europese verkiezingen 2004
|
1999 |
2004 |
||
|
% |
zetels |
% |
zetels |
CDA |
26,9 |
9 |
24,4 |
7 |
PvdA |
20,1 |
6 |
23,6 |
7 |
VVD |
19,7 |
6 |
13,2 |
4 |
GroenLinks |
11,9 |
4 |
7,4 |
2 |
Europa Transparant |
- | - | 7,3 | 2 |
SP |
5,0 | 1 | 7,0 | 2 |
ChristenUnie/ SGP*) |
8,7 |
3 |
5,9 |
2 |
D66 |
5,8 |
2 |
4,2 |
1 |
Partij voor de Dieren |
- |
- |
3,2 |
0 |
LPF |
- |
- |
2,6 |
0 |
Partij voor het Noorden |
- |
- |
0,4 |
0 |
Nieuw Rechts |
- |
- |
0,3 |
0 |
Leefbaar Europa |
- |
- |
0,2 |
0 |
Democratisch Europa |
- |
- |
0,2 |
0 |
Respect.Nu |
- |
- |
0,1 |
0 |
Overige |
1,9 |
0 |
- |
- |
Totaal |
100,0% |
31 |
100,0% |
27 |
Opkomst |
29,9% |
|
39,3% |
|
*) De ChristenUnie is een fusie van Gereformeerd Politiek Verbond en Reformatorische Politieke Federatie, die in 1999 nog zelfstandig waren maar wel samen met de SGP een gezamenlijke lijst voor het Europees Parlement indienden.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kiesraad), 15 juni 2004.
Opvallend was het ruime verlies van de ChristenUnie/SGP. Uitsluitend dankzij de lijstverbinding met het CDA behaalde de combinatie twee zetels. Naar alle waarschijnlijkheid was een deel van de orthodox-protestantse kiezers afgeschrikt door de commotie rond de onkostenvergoedingen van de europarlementariërs. Vlak voor de verkiezingen werd bekend dat de vertegenwoordigers van de ChristenUnie/SGP met hun onkostendeclaraties waren afgeweken van de door alle Nederlandse europarlementariërs afgesproken gedragscode (zie verder in deze Kroniek onder ChristenUnie).
Laatst gewijzigd: | 06 februari 2023 14:57 |