VVD jaaroverzicht 1992
Uit: P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman,'Kroniek 1992. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1992' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1992 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1993), 13-52, aldaar 48-52.
Inleiding
In 1992 veranderde de VVD van aanzien. Zo werden in mei huisstijl en logo van 'de enige liberale partij van Nederland' aangepast. De uit 1967 daterende 'chocoladeletters' maakten plaats voor een meer eigentijdse variant. Ook het partijorgaan werd in een nieuw jasje gestoken. De redactionele formule werd gewijzigd: minder aandacht voor partij-organisatorisch nieuws, meer opiniërende artikelen. Deze face-lift ging niet gepaard met een blijvende winst in de opiniepeilingen. Na een periode waarin zetelwinst werd voorspeld, zakte de VVD in de tweede helft van het jaar in de verkiezingsenquêtes weer terug naar haar oude niveau.
Talent-management
Aan het begin van 1992 werd het rapport 'Wel vrijwillig, niet vrijblijvend - talent-management bij de VVD' aangeboden aan het hoofdbestuur. Bedoeling van het rapport was de partijleiding methoden aan de hand te doen om latent politiek talent binnen en buiten de VVD op te sporen en te activeren. Zo hoopte men onder andere om het aantal liberalen in de besturen van maatschappelijke organisaties te vergroten.
Themadagen
Teneinde de inhoudelijke discussie in de partij te stimuleren, werd in 1992 een aantal themadagen georganiseerd. Op 25 april werd de themadag 'Keuzen in de zorg' gehouden, naar aanleiding van het rapport van de regeringscommissie-Dunning die in 1990 was ingesteld door staatssecretaris Hans Simons. Centraal stond de vraag welke voorzieningen deel uit zouden moeten maken van het basispakket in de gezondheidszorg.
Op 9 mei werd over Europa gediscussieerd (zie onder 'Europa').
De kwaliteit van het onderwijs was onderwerp van gesprek op de themadag van 31 oktober. De stellingen hiervoor waren voorbereid door een commissie onder leiding van oud-minister Neelie Kroes.
Partijraden
De uitkomsten van de themadagen werden op hun politieke merites beoordeeld door de partijraden. Vaker dan voorheen stonden deze bijeenkomsten in het teken van inhoudelijk-politieke discussies.
Het onderwerp 'Kerntaken van de overheid' stond centraal op de partijraad van 4 april. De VVD-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Frits Bolkestein hield een pleidooi om de pretenties van de politiek terug te schroeven. De stelling van de voorbereidingswerkgroep dat de provincie als bestuurslaag gedoemd was te verdwijnen, riep veel weerstand op. Een voorstel om dit omstreden punt in stemming te brengen werd ingetrokken, na de mededeling van partijvoorzitter Dian van Leeuwen-Schut dat de discussie binnen de VVD hierover zou voortgaan.
Op 13 juni boog de partijraad zich over de Europese integratie (zie onder 'Europa') en over besparingen in de gezondheidszorg. Wat dat laatste betreft, sprak de raad zich onder andere uit vóór een breed basispakket met een eigen risico.
Werd de partijraad na Prinsjesdag traditioneel uitsluitend aan Troonrede en Miljoenennota gewijd, dit keer stond (op 19 september) ook een ander punt op de agenda. Aan de hand van het pre-advies 'Defensie langs nieuwe lijnen' bezon de partijraad zich op de toekomst van de krijgsmacht. Voor handhaving van de dienstplicht in de gewijzigde internationale politieke omstandigheden voelde men weinig meer. De vergadering sprak zich uit voor een geleidelijke afschaffing en zette haar kaarten op een beroepsleger. Op deze bijeenkomst verdedigde partijvoorzitter Van Leeuwen-Schut zich tegen kritiek uit de partij op haar manier van leiding geven. Van 'geldingsdrang' was naar haar mening geen sprake, wel van 'dadendrang'.
De laatste partijraad van 1992 kwam bijeen op 12 december. Dit keer werd gediscussieerd over de industriepolitiek. Daarnaast besprak men de conclusies van de themadag over het onderwijs.
Algemene ledenvergadering
Op 22 en 23 mei hield de VVD haar jaarlijkse algemene vergadering. In zijn verslag wijdde de penningmeester lovende woorden aan de toegenomen financiële offerbereidheid van de achterban. Bezorgdheid bestond er bij hem over het tekort bij de D.W. Dettmeijerstichting, die Midden- en Oosteuropese zusterpartijen ondersteunt. De vergadering besloot de omvang van het hoofdbestuur met één zetel te verminderen tot twaalf om zo de slagvaardigheid te vergroten.
Partijvoorzitter Van Leeuwen-Schut kondigde aan dat de VVD van plan was om de Tweede-Kamerverkiezingen van 1994 met een kort program in te gaan. De 'standpunten-encyclopedie' van vroeger zou moeten plaatsmaken voor een bondig manifest van een tiental hoofdpunten. Politiek leider Bolkestein betoogde dat de met de verzorgingsstaat gepaard gaande 'ontspanningsmaatschappij' weer omgevormd moest worden tot een 'inspanningsmaatschappij'. Van het door de VVD onder één van zijn voorgangers Ed Nijpels gehuldigde motto 'Gewoon jezelf kunnen zijn' was hij niet gediend, omdat het te veel aan gemakzucht zou appelleren.
Europa
Op 9 mei hield de VVD een themadag over de institutionele aspecten van de Europese eenwording. In de voorbereidende stellingen werd gepleit voor een EG die 'zich ontwikkelt tot een unie op federatieve grondslag' (Vrijheid en Democratie, jan./feb. 1992). Daarbij werd onder meer aangetekend dat de besluitvorming democratisch moest verlopen en de nationale identiteit niet in het gedrang mocht komen. Belangrijk exponent van de federalisten binnen de VVD was oud-Europarlementariër Hans Nord. Partijleider Bolkestein had echter eerder laten blijken de voorkeur te geven aan een confederatie. Op de bijeenkomst kwam ook het vlak daarvoor verschenen geschrift van de Prof.Mr. B.M. Teldersstichting, Europa, een volgende akte, ter sprake. Het rapport van het aan de VVD gelieerde wetenschappelijk bureau nam in zekere zin een middenpositie in en wees de termen federaal en confederaal als te verwarrend van de hand.
De partijraad die op 13 juni bijeen kwam, sprak zich uit ten gunste van het Verdrag van Maastricht. De federale doelstellingen van de VVD werden door de raad afgezwakt. Voortaan was het ideaal een Unie waarin 'een aantal gemeenschappelijke aangelegenheden langs federale weg wordt behartigd' (NRC-Handelsblad, 15 juni 1992).
Minderheden
In het najaar van 1991 was door Bolkestein de problematiek rond de integratie van minderheden ter sprake gebracht. Hij gaf hiermee de aanzet tot het 'nationale minderhedendebat', dat in de eerste helft van 1992 op instigatie van PvdA-minister Ien Dales van Binnenlandse Zaken werd gevoerd. Het VVD-Tweede-Kamerlid Jan Franssen baarde opzien met zijn uitlating dat hij 'tamelijk geschokt' was over de groei van het aantal islamitische scholen. Minister Hedy d'Ancona van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (PvdA) vond mede naar aanleiding hiervan dat de VVD de discussie 'niet zindelijk' voerde. Bolkestein repliceerde met de opmerking dat de minister 'steeds achter de feiten heeft aangehold'. In maart bepleitte de liberale leider dat allochtonen die een misdrijf hebben begaan, na het uitzitten van hun straf, het land moeten worden uitgezet. In mei zei hij op een spreekbeurt in Groningen polygamie af te keuren. Van gezinshereniging op basis van polygamie kon geen sprake zijn. Van alle kanten kreeg de politiek leider van de VVD vervolgens kritiek. De JOVD, de liberale jongerenorganisatie, reageerde geïrriteerd en stelde dat Bolkestein een verkeerde toon aansloeg. De Islamitische Raad Nederland merkte op dat dergelijke uitlatingen voeding gaven aan 'anti-islamisme'. De Raad nodigde Bolkestein uit voor een debat, dat op 18 juni werd gehouden.
Ook in eigen kring werd het minderhedendebat gevoerd. In juni presenteerde de Teldersstichting een pre-advies, waarin positieve discriminatie als middel om de kansen van allochtonen op de arbeidsmarkt te vergroten, principieel werd afgewezen. Deze opstelling ging in tegen de Tweede-Kamerfractie van de VVD, die samen met D66 en Groen Links een wetsontwerp van die strekking had voorbereid. De voorzitter van de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad, A.L. van der Stoel, sprak zich uit vóór positieve discriminatie als instrument om maatschappelijke ongelijkheid te bestrijden. Op het symposium dat de Teldersstichting op 12 juni over het allochtonenbeleid hield, brak zij een lans voor een 'kansrijke' benadering van migranten in plaats van de 'probleemvolle' van de Teldersstichting.
Verwante instellingen en publikaties
De Organisatie Vrouwen in de VVD congresseerde op 14-15 februari. Het thema was de Europese integratie. Monique de Vries, voorzitter van de organisatie, stelde in haar rede dat de positie van vrouwen in de VVD nog steeds te wensen overliet. Gijs van Aardenne, voorzitter van de commissie die het partijbestuur moet adviseren bij het opstellen van de kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 1994, riep zijn gehoor op om zoveel mogelijk vrouwelijke kandidaten bij deze commissie voor te dragen.
De JOVD congresseerde op 20-21 juni en op 14-15 november. Op deze laatste bijeenkomst maakte voorzitter Cor Schagen plaats voor Koen Petersen.
De Prof.Mr. B.M. Teldersstichting organiseerde op 24-25 januari samen met de Vereniging van Staten- en Raadsleden, de Haya van Somerenstichting en het hoofdbestuur van de VVD een conferentie over de inrichting van het binnenlands bestuur. Een werkgroep onder leiding van de Groninger gedeputeerde Johan Remkes had een pre-advies opgesteld, getiteld 'Interlokaal en bovenlokaal'. De bijdragen van het symposium verschenen nadien in de bundel Bestuur in beweging.
De Vereniging van Staten- en Raadsleden hield op 6-7 november haar jaarlijkse vergadering. Besloten werd onder andere dat het lidmaatschap van de vereniging voortaan ook open zou staan voor bestuurders van waterschappen.
Personalia
Op 18 maart overleed Joke Corver-van Haaften, Tweede-Kamerlid voor de VVD van 1955 tot 1967 (haar parlementaire loopbaan begon zij onder de naam Stoffels-van Haaften). Later was zij burgemeester van achtereenvolgens Heiloo en Soest.
Dany Tuijnman, minister van Verkeer en Waterstaat in het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981), overleed op 25 april. Van 1963 tot zijn beëdiging als minister maakte hij deel uit van de Tweede-Kamerfractie van de VVD.
Op 5 oktober overleed Cees Berkhouwer. Naast tal van andere functies was hij lid van de Tweede Kamer van 1956 tot 1979 en van het Europees Parlement van 1963 tot 1984. In de jaren 1973 tot 1975 was hij parlementsvoorzitter in Straatsburg.
Oud-minister Hans de Koster overleed op 24 november. In het kabinet-De Jong (1967-1971) was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken; in de kabinetten-Biesheuvel (1971-1973) minister van Defensie. Na zijn terugtreden als bewindsman maakte hij tot 1977 deel uit van de Tweede Kamer. Daarna zat hij tot 1980 in de senaat.
In het najaar trad Lien Vos-van Gortel terug als burgemeester van Utrecht. Zij vervulde deze functie sinds 1981. Met ingang van 1 oktober werd zij benoemd tot lid van de Raad van State. Haar opvolger werd Ivo Opstelten, die op 2 november werd geïnstalleerd. Opstelten was achtereenvolgens burgemeester van Dalen, Doorn en Delfzijl. Vanaf 1987 was hij werkzaam op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Laatst gewijzigd: | 20 februari 2023 17:03 |