SGP jaaroverzicht 1991
Uit: P. Lucardie, M. Nieboer en I. Noomen, 'Kroniek 1991. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1991' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1991 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1991), 14-61, aldaar 53-56.
Inleiding
Voor de SGP was het een rustig jaar van stabilisatie en lichte groei. Omdat de ledenaanwas in 1991 achterbleef bij vorige jaren, begon de partij in het najaar een ledenwerfactie. Een streefgetal wilde men bewust niet noemen.
Verkiezingen
De SGP ging met de leus 'Uw eigen provincie, uw eigen stem' de verkiezingscampagne voor de Provinciale Statenverkiezingen in. In vijf provincies kwam de partij met een eigen lijst uit, in zeven provincies in een samenwerkingsverband met GPV en/of RPF. Mede als gevolg van de extreem lage opkomst - die vaak in het voordeel werkt van de kleine christelijke partijen met hun trouwe achterban - boekte de SGP bij de Provinciale Statenverkiezingen van 6 maart een lichte winst en ging van 16 naar 21 zetels. In Friesland kwam voor het eerst in de geschiedenis een SGP-er in de Staten (in een tweemans-fractie met de RPF).
Als gevolg van de gunstige verkiezingsuitslag bij de Statenverkiezingen kon de SGP haar zetelaantal bij de Eerste Kamerverkiezingen in mei verdubbelen van één naar twee zetels. H.G. Barendregt - al vanaf 1983 SGP-senator - keerde terug. Hij kreeg gezelschap van G. Holdijk, die zijn rentree maakte: in de jaren 1986-1987 had hij ook deel uitgemaakt van de Eerste Kamer.
Tijdens de onderhandelingen over de collegevorming in de Staten van Zeeland leek het er even op dat de SGP een Gedeputeerde zou leveren. De SGP was echter niet bereid om een college te steunen waarin het CDA geen zitting had, waardoor zij uiteindelijk uit de boot viel.
Algemene Vergadering
Op 23 februari hield de SGP haar Algemene Vergadering te Utrecht. B.J. van der Vlies sprak als voorzitter van de Tweede Kamerfractie de jaarlijkse partijrede uit, getiteld 'Door geen aards vermogen'. Bij de verkiezing van de leden van het hoofdbestuur werden met een grote meerderheid W.Chr.J. Hovius, J. Pijl en P.H.D. van Ree herkozen.
De vraag welke personen lid van de SGP kunnen zijn, kwam op twee verschillende manieren aan de orde op deze partijdag. De kiesvereniging Genemuiden legde het hoofdbestuur de vraag voor of leden van de SGP die vasthielden aan het oude beginselprogramma en tegelijk het nieuwe (dat na veel discussie in november 1989 was vastgesteld) afwezen, nog lid van de partij konden blijven. Het antwoord luidde dat naar de mening van het hoofdbestuur het de kiesverenigingen vrij stond om personen die tegen onderdelen van het program van beginselen bezwaar hadden, lid te laten blijven. Ook de vraag of vrouwen als lid deel konden uitmaken van de SGP kwam aan de orde. Het hoofdbestuur deelde mee dat men ernaar streefde de plaatselijke kiesverenigingen nog voor de zomer schriftelijk duidelijkheid te verschaffen over de betrokkenheid van vrouwen bij de partij (zie hieronder ook 'vrouwen en de SGP').
Tijdens de vergadering bood C.S.L. Janse, voorzitter van de Stichting Studiecentrum SGP (SSC), Europarlementariër L. van der Waal het eerste exemplaar aan van de nota Nationale soevereiniteit. De publikatie - geschreven door een werkgroep onder leiding van J.J. Tigchelaar - behelsde een studie over het belang van de nationale soevereiniteit in het licht van de Europese integratie.
Vrouwen en de SGP
De vraag of het partijlidmaatschap ook voor vrouwen was weggelegd speelde al jaren in de SGP. In 1983 had de kiesvereniging Den Haag het hoofdbestuur om advies gevraagd toen het eerste vrouwelijke lid zich aanmeldde. Het hoofdbestuur had indertijd geantwoord dat de kiesvereniging eventuele toelating zelf kon bepalen. De Haagse ledenvergadering had vervolgens besloten de bepaling dat alleen mannen lid konden zijn van de SGP, uit het plaatselijke reglement te schrappen. Omdat dit binnen de partij voor de nodige onrust bleef zorgen, zond het hoofdbestuur na rijp beraad in augustus een brief over deze kwestie aan de kiesverenigingen. In het rondschrijven keerde het hoofdbestuur zich unaniem tegen het partijlidmaatschap van vrouwen, mede omdat 'naar onze diepste overtuiging, gebonden aan Gods woord, het regeerambt niet tot de roeping van de vrouw behoort'. De kiesvereniging Den Haag werd gevraagd de tien vrouwen die inmiddels als lid waren toegetreden weer te royeren. De Landelijke Stichting ter Bevordering van de Staatkundig Gereformeerde Beginselen (een conservatieve groep van (ex-)leden van de SGP) drong er naar aanleiding van deze kwestie op aan om ook de statuten van de partij dusdanig aan te passen dat lidmaatschap van vrouwen werd uitgesloten.
Nevenorganisaties en publikaties
De SSC (het wetenschappelijk bureau van de SGP) koos een nieuwe voorzitter, C.L.S. Janse. Hij volgde Tigchelaar op, die statutair aftredend en niet meer herkiesbaar was.
Op 15 juni organiseerde de SSC in Gouda een congres over de aard en omvang van de overheidstaak. De aanwezigen bogen zich over de vraag welke kerntaken voor een terugtredende overheid bewaard moesten blijven.
In juni verscheen een nota van het Studiecentrum over emancipatie, waarin actuele zaken op dit gebied werden getoetst aan Gods Woord.
Evenals de SSC kreeg het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen (LVSGS/SGP-jongeren) in 1991 een nieuwe voorzitter. J.P. Tanis volgde G.R.J. van Heukelom, die vijftien jaar deel van het bestuur had uitgemaakt, als voorzitter op. In het najaar hield het LVSGS/SGP-jongeren zijn vierde SGP-jongerendag, die in het teken stond van de zorg voor de naaste. Tijdens de bijeenkomst overhandigde A.P. de Jong, voorzitter van de sectie 'Info-zaken' van het LVSGS/SGP-jongeren, Van der Vlies het nieuwste infokatern Denken over theocratie.
In oktober boden de jongerenorganisaties van SGP, GPV en RPF een milieumanifest aan minister J.G.M. Alders van VROM aan, waarin ze hun grote bezorgdheid uitspraken over de voortschrijdende vernietiging van natuur en milieu.
Het Landelijk Verband van SGP-gemeentebestuurders hield twee bijeenkomsten. In april wisselde men van gedachten over de vraag of grote stedelijke gebieden in de toekomst tussen provincie en gemeente een nieuwe bestuurslaag zouden moeten vormen; in september besprak men de gevolgen van Tussenbalans en rijksbegroting voor de gemeenten.
Laatst gewijzigd: | 09 mei 2023 10:30 |