PvdA jaaroverzicht 1986
Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en I. Noomen, 'Kroniek 1986. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1986' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1986 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1987), 15-61, aldaar 37-41.
Inleiding
De Partij van de Arbeid vierde in 1986 haar veertigjarig bestaan met hoopvolle verwachtingen over de verkiezingen en de kabinetsformatie. Daarin zou zij echter teleurgesteld worden.
Op de dag van haar veertigjarig bestaan, 9 februari, kon zij een aantal bekende politici afkomstig uit andere partijen als lid inschrijven: Jan Nico Scholten (ex-CDA), Rien Westrate (ex-EVP), Erik Jurgens en Harry van Doorn (beide ex-KVP èn ex-PPR). Op dezelfde dag verscheen bij de Arbeiderspers het gedenkboek Een partij in de tijd. Veertig jaar Partij van de Arbeid' geschreven door de journaliste Anet Bleich. Daarnaast richtte de jubilerende partij een stichting op, De Mei, die jonge kunstenaars steun zou gaan verlenen. Op 11 februari publiceerde de Wiardi Beckman Stichting het rapport Een wijs bestel, waarin gepleit werd vóór een derde televisienet op commerciële grondslag. Dit pleidooi oogste veel kritiek binnen de partij, uit de Tweede Kamerfractie en het partijbestuur; maar ook daarbuiten, met name van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Het ontving bijval van het VVD-Kamerlid Wim Keja.
Partijcongres
Het verkiezingscongres, dat op 13, 14 en 15 februari in Amsterdam gehouden werd, keerde zich tegen de strekking van het WBS-rapport. In het verkiezingsprogram dat dit congres behandelde werd een commercieel derde net vooralsnog afgewezen. Het congres volgde ook op de meeste andere punten het partijbestuur. Het wees plaatsing van kruisvluchtwapens (opnieuw) af, wenste arbeidstijdverkorting via een sociaal contract met de sociale partners en niet via een wet te regelen, verleende voorrang aan openbaar onderwijs, nam geen standpunt in ten aanzien van referenda en weigerde een lijstverbinding met kleine linkse partijen aan te gaan. Op enkele punten week het congres echter wel af van de lijn van het partijbestuur: het wilde de Eerste Kamer binnenkort afschaffen, de bijstandsuitkeringen van de gemeente volledig naar het Rijk overhevelen, de kerncentrales zo snel als technisch mogelijk sluiten, 21-jarigen al een minimumloon toekennen, een (netto-)maximum-inkomen tot driemaal de hoogte van het netto minimumloon beperken, 5 procent per jaar op defensie bezuinigen (ten opzichte van de door het kabinet begrootte uitgaven) en de koopkrachkt van de 'echte' minima handhaven. Over dit laatste punt heerste enige spraakverwarring, aangezien het partijbestuur deze uitspraak weliswaar overnam maar anders uitlegde: in de zin van huishoudens in plaats van individuen met een minimuminkomen. Tenslotte wees het congres bij acclamatie opnieuw Joop den Uyl als lijsttrekker aan. Deze stelde daarbij meteen Wim Kok als zijn opvolger voor. CDA en VVD reageerden zeer koel op de besluiten van het PvdA-congres, met name ten aanzien van defensie en overheidsuitgaven. In de opiniepeilingen kreeg de PvdA intussen 57 zetels toebedeeld - dus 10 meer dan ze werkelijk bekleedde.
Raadsverkiezingen
De gemeenteraadsverkiezingen leverden haar dan ook volgens verwachtingen veel winst op. De klap die haar politieke leider Den Uyl na een spreekbeurt in Utrecht op 15 maart opliep bleek dus geen slecht voorteken te zijn. Vooral in middelgrote steden in het Zuiden des Lands won de PvdA zoveel zetels dat zij het CDA van de eerste plaats verdrong. Bij de collegevorming toonde zij, duidelijker nog dan in 1982, een voorkeur voor programcolleges met CDA of VVD in plaats van met de kleine linkse partijen. Een uitzondering vormde de gemeente Den Haag.
Christelijk geloof
Op de ochtend van de eerste paasdag, 30 maart, liet lijstaanvoerder Den Uyl zich in een vraaggesprek voor de IKON-Radio kritisch uit over christelijke organisaties en het christelijk geloof. Hij zei onder meer: 'De christen voelt zich beter dan de heiden' en 'De jodenvervolging verdraagt geen godsidee'. Deze opmerkingen werden hem in christelijke kring, en met name in het CDA en de kleine christelijke partijen, niet in dank afgenomen. Zij ontlokten echter ook enige afkeuring van partijgenoten, met name de voorzitter van het Trefpunt voor Socialisme en Levensovertuiging in de PvdA, Harry de Lange. Later zou Den Uyl zijn uitspraken wel nuanceren maar niet herroepen.
Werk
In april verschenen twee sociaal-economische rapporten van PvdA-commissies, Werk Maken en Werk Delen. Werk Maken bevatte voorstellen voor selectieve stimulering van biotechnologie, informatie- en milieutechnologie in de industrie door de overheid. Daartoe zou een regeringscommissie overleg moeten voeren met de sociale partners (werkgevers en vakbeweging) en per jaar ca. fl. 1 miljard voor onderzoek en ontwikkeling en fl. 2 miljard voor eigen investeringen moeten uitgeven - zonder daarbij op de stoel van de ondernemer te gaan zitten'. Bedrijven zouden daarnaast meer aandacht aan de (om-)scholing van hun werknemers moeten besteden, bijvoorbeeld 5 procent van de normale werktijd. Aan de hand van dit rapport had een PvdA-delegatie met managers van twaalf grote bedrijven gesprekken gevoerd, die over het algemeen aan beide kanten positief gewaardeerd werden. In het rapport Werk Delen stond de arbeidstijdverkorting centraal. Door middel van vrijwillige afspraken en verlaging van sociale premies als 'beloning' hoopten de auteurs de werkweek in 1990 tot 32 uur beperkt te zien. Men zag daarbij af van volledige herbezetting. CDA en VVD lieten zich genuanceerd positief uit over beide rapporten; minder positief uitten zich de werkgeversorganisaties.
Tweede Kamerverkiezingen
Op 26 april opende lijsttrekker Den Uyl in Zwolle de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen. Hij voerde die campagne in nauwe samenwerking met zijn opvolger Kok. Beide trokken met hun team in een bus het land door, met als belangrijkste leuze: 'Kies de PvdA in een nieuwe regering'. De kruisvluchtwapens kregen vrij veel aandacht, maar werkloosheidsbestrijding en sociale zekerheid nog meer. Na de ramp bij Tsjernobyl zouden kerncentrales eveneens veel aandacht krijgen.
De verkiezingen brachten de PvdA veel minder winst dan zij op grond van peilingen en gemeenteraadsverkiezingen had verwacht. Nog teleurstellender voor de PvdA was het feit dat het CDA nu de grootste partij werd èn met de VVD een comfortabele meerderheid in de Tweede Kamer behield. Men sprak dan ook in PvdA-kringen van een 'overwinningsnederlaag'. Sommigen weten deze 'nederlaag' aan Den Uyl, die volgens opiniepeilingen als lijsttrekker minder kiezers trok dan Kok gedaan zou hebben. Laatstgenoemde had echter ondanks de aandrang van een actiecomité 'Kies Wim Kok' geen ambitie getoond voor het lijsttrekkerschap. Als 'lijstduwer' kreeg hij ruim 570.000 voorkeurstemmen. Op 27 mei werd hij tot vice-voorzitter van de Tweede Kamerfractie gekozen; op 21 juli volgde hij Den Uyl als fractievoorzitter op. Den Uyl bleef echter Kamerlid. PvdA-lid Dick Dolman bleef voorzitter van de Tweede Kamer - het CDA had het voorzitterschap als grootste fractie op kunnen eisen, maar zag daar van af in 'ruil' voor het voorzitterschap van enkele 'zware' commissies; en omdat de voorzitter van de Eerste Kamer ook tot het CDA behoorde.
Een eerste evaluatie van de verkiezingsresultaten geschiedde op de partijraad van 31 mei. In tegenstelling tot Jos van Kemenade en enkele andere partijleden voelden partijbestuur en partijraad niets voor een koerswijziging naar het politieke midden toe. Er werd een evaluatiecommissie ingesteld onder leiding van het partijbestuurslid Tineke Netelenbos. Ontevreden met deze gang van zaken trad Felix Rottenberg in juni uit het partijbestuur. Om soortgelijke redenen bedankte in juli de bekende opiniepeiler Maurice de Hond voor het lidmaatschap van de partij.
Het partijbestuur bezon zich in september op de evaluatie van de verkiezingen. De evaluatiecommissie onder voorzitterschap van Netelenbos had zich in een rapport beperkt tot kritiek op de gevoerde campagne en suggesties om meer maatschappelijke contacten buiten eigen kring te leggen. Het commissielid Paul Kalma had dieper willen graven, maar vond de rest van de commissie niet aan zijn zijde. Verscheidene leden van het partijbestuur en van de partij achtten het rapport echter eveneens teleurstellend. De partijraad, die op 26 en 27 september in Amsterdam bijeenkwam, sloot zich bij deze kritiek aan. Het partijbestuur zou de evaluatie voortzetten en in december drie commissies instellen die programma, strategie en organisatie van de partij moesten evalueren. Na de Provinciale Statenverkiezingen in maart 1987 zou de discussie daarover door de hele partij gevoerd dienen te worden.
Personalia
Op 5 juli kon de PvdA een feestelijker gebeurtenis vieren: Willem Drees Sr., minister-president en partijleider in de jaren 1948-1958, bereikte de eerbiedwaardige leeftijd van 100 jaar. Hoewel hij al sinds 1971 geen partijlid meer was - mede uit onvrede over de invloed van Nieuw Links - besloot de PvdA hem te eren met de instelling van een Willem Drees-beurs. Deze beurs van fl. 7500 zou eenmaal in de vier jaar toegekend worden ten behoeve van onderzoek aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam.
Op 19 augustus overleed op 81-jarige leeftijd minister van Staat Jaap Burger, oud-minister in oorlogstijd (1943-1945), PvdA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer (1951-1962), vervolgens lid van de Eerste Kamer (1963-1970) en van de Raad van State (1970-1979). In 1973 speelde hij nog een belangrijke rol als formateur van het kabinet-Den Uyl.
In de zomer vond overleg plaats tussen gewestelijke bestuurders en een speciale commissie over de keuze van een nieuwe partijvoorzitter. Max van den Berg had namelijk op 22 mei aangekondigd per 1 september te zullen aftreden en een directiefunctie bij de NOVIB te aanvaarden. Vice-voorzitter Poppe zou de voorzittersfunctie tot het congres in april 1987 waarnemen, waar dan een nieuwe voorzitter gekozen zou worden. Vele namen circuleerden in de pers. In september stelde de speciale commissie slechts één persoon als kandidaat voor: Marianne Sint, oud-partijbestuurder en uitgeefster. Oud-minister Jan Pronk, die zich eerder kandidaat had gesteld, zou zich in december terugtrekken. Hij had graag Tweede Kamerlid willen blijven, ook als hij tot partijvoorzitter gekozen zou worden. Dit voornemen stuitte binnen de partij echter op weerstand.
In oktober raakte de Groninger Gedeputeerde B. Bos in opspraak als voorzitter van het bestuur van het visafslagbedrijf in Lauwersoog. Zijn partijgenoot Rob Tazelaar had in de Tweede Kamer de visafslagbedrijven in Lauwersoog en Goedereede beschuldigd van fraude. Er werd een onderzoek ingesteld. Bos werd door zijn partij op een onverkiesbare plaats van de kandidatenlijst voor de Provinciale Staten gezet en trok zich daarop als kandidaat terug.
In november werd bekend dat Ien van den Heuvel, lid van het Europees Parlement en oud-partijvoorzitter (van 1975 tot 1979) voorzitter zou worden van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) als opvolgster van Jan van der Putten.
Partijraden
De partijraad van de PvdA kwam in 1986 bijeen op 31 mei, 14 juni en op 26-27 september. Op 31 mei werd, zoals hierboven reeds vermeld, een eerste reactie op de verkiezingsuitslagen gegeven. Op 14 juni kwamen huishoudelijke en vooral financiële zaken aan de orde. In september stond het evaluatierapport van de Commissie-Netelenbos op de agenda, dat ook al hierboven genoemd werd; maar ook huishoudelijke zaken, met name een opzet voor nieuwe statuten - die op het congres in april 1987 behandeld zouden worden. Tenslotte reageerde de partijraad ook op Troonrede en Miljoenennota. Het bezuinigingsbeleid van het tweede kabinet-Lubbers oogste weinig waardering binnen de PvdA. Kok, die op deze partijraad voor het eerst als politiek leider optrad, sloot zich bij de rij van critici aan en stelde met name het werkgelegenheidsbeleid van het nieuwe kabinet - of eigenlijk het ontbreken van zulk beleid - aan de kaak. Daarbij pleitte hij echter ook voor een minder polariserende toon en een redelijker opstelling van de PvdA tegenover de regeringspartijen, zonder de eigen beginselen los te laten.
Jonge Socialisten
Op 29 november hielden de Jonge Socialisten (JS) kun congres in Elst. Aangezien hun voorzitter, Franke Beiboer, na een handgemeen met een andere Jonge Socialist in september was afgetreden, moest een opvolger gekozen worden. Aanvankelijk stonden twee kandidaten vrij scherp tegenover elkaar, maar in oktober hadden zij een compromis bereikt. Erwino Ouwerkerk werd voorzitter, zijn tegenkandidaat M. Groene bleef politiek secretaris. Ouwerkerk, onder meer betrokken bij acties tegen bedrijven die de aanleg van een basis voor kruisvluchtwapens te Woensdrecht verzorgden, wilde de strijdbare opstelling van de JS handhaven. De Jonge Socialisten spraken zich op hun congres onder andere opnieuw uit voor opzegging van het Nederlands lidmaatschap van de NAVO.
Laatst gewijzigd: | 24 maart 2023 16:11 |