OU 55+ jaaroverzicht 1996
Uit: J. Hippe, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman. 'Kroniek 1996. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1996' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 1996 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1997), 13-87, aldaar 55-57.
Inleiding
De Ouderen-Unie 55+ stelde in 1996 een nieuw partijprogram vast. Verder nam de Unie het initiatief om meer eenheid te brengen tussen de drie ouderenpartijen. Dit streven zou slechts ten dele succes hebben.
Algemene ledenvergadering
Op 8 juni vond de jaarlijkse algemene ledenvergadering in Nijkerk plaats. Het congres koos vier nieuwe leden in het hoofdbestuur, waaronder een nieuwe penningmeester, mevr. B. Nieuwenhout. Zij trad in de zomer al weer af, waarna haar voorganger, A.J. van Royen, haar functie waarnam.
Op de jaarvergadering werd voorts het ontwerp-partijprogram gepresenteerd, dat was geschreven door een commissie onder leiding van het Tweede-Kamerlid H.A. Leerkes.
Partijprogram
Het ontwerp-partijprogram was bedoeld als positiebepaling en als basis voor het volgende verkiezingsprogramma. Het werd na de presentatie op 8 juni in de kringen van de Unie besproken en vervolgens op een extra algemene ledenvergadering op 10 oktober in Nijkerk vastgesteld.
Uitgangspunten van het program waren: solidariteit in de samenleving, in het bijzonder met 'diegenen die geen uitzicht meer hebben op verbetering van hun inkomen resp. levenspositie', dat wil zeggen: ouderen, gehandicapten, werklozen, arbeidsongeschikten en vroeg-gepensioneerden. Bovendien vroeg de partij aandacht voor de Indische Nederlanders. Het huidige kabinet zou te weinig doen voor deze groepen. Kritiek uitte de Ouderen-Unie 55+ ook op de sociale partners, die een 'onevenredig grote vinger in de pap' zouden hebben en de niet-actieven zouden verwaarlozen. De partij pleitte voor een activerend stelsel van sociale zekerheid, waarbij alle Nederlanders vanaf achttien jaar een 'sober basisloon' van ongeveer 600 gulden per maand van de overheid zouden ontvangen maar voor extra uitkeringen een maatschappelijke tegenprestatie zouden moeten leveren. Voorts bleek de Unie voorstander van 'stapsgewijze regulering van de handel en verkoop van drugs onder strikte voorwaarden' en van opheffing van de principiële strafbaarheid van euthanasie, zij het dat men wel een vorm van toetsing door de rechter wilde handhaven.
Samenwerking tussen ouderenpartijen
Op uitnodiging van het hoofdbestuur van de Ouderen-Unie 55+ vond op 15 juni een gesprek plaats met de besturen van AOV en Senioren 2000. Een voorbereidingsgroep van de drie partijen, de zogenaamde Inventarisatiecommissie, zou een plan van aanpak voor verdergaande samenwerking opstellen. Het verzet van de Tweede-Kamerleden van het AOV wierp echter roet in het eten. Op 11 juli besloot het hoofdbestuur van de Unie van verdere gesprekken af te zien, aangezien men niet zonder het AOV met Senioren 2000 door wilde gaan. Unievoorzitter J.H.C. Goeman betreurde overigens wel dat 'een handvol AOV-leden in staat was deze beoogde samenwerking te saboteren' (Unie-vizier, aug./sep. 1996; zie in deze Kroniek verder onder AOV).
In september kwam niettemin samenwerking tussen de Tweede-Kamerfracties van het AOV en de Ouderen-Unie 55+ tot stand. Op provinciaal en lokaal niveau bleven de ouderenpartijen ook samenwerken. In oktober kwamen de Statenleden van de drie partijen op initiatief van het Limburgse Statenlid P.J.G.J. Veugen van het AOV in Arnhem bijeen om over modernisering van de ouderenzorg te spreken. Zij deden daarbij tevens een beroep op hun partijen om toch samen verder te gaan.
Bij de tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen in Zeeland wonnen AOV en Unie 55+ samen in Veere één en in Middelburg twee zetels. In Brabant namen de partijen niet deel aan de tussentijdse raadsverkiezingen, vooral door gebrek aan goede kandidaten.
Verwante instellingen en publicaties
In februari richtte een aantal vrouwelijke partijleden de werkgroep Landelijke Unie 55+ Vrouwen (LUV) op, met als doel oudere vrouwen meer politiek bewust te maken en bij de partij te betrekken. Zo'n 1.200 van de 3.400 Unieleden waren vrouw. Mevr. A. Bouwmans, lid van het hoofdbestuur, had de leiding over de werkgroep.
Het Politiek-Wetenschappelijk Instituut van de Ouderen-Unie 55+ publiceerde in mei 1996 de nota Thuiszorg zonder kopzorg van de hand van zijn medewerkster mevr. M. Verboom. Zij waarschuwde tegen toenemende marktwerking en pleitte voor een budgetverhoging van minstens vier procent per jaar voor de thuiszorg, zij het met strikte budgetnormering. Lagere inkomensgroepen zouden niet verplicht moeten worden een eigen bijdrage te betalen.
Laatst gewijzigd: | 06 februari 2023 15:03 |