Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Partij voor Socialisme en Ontwapening (PSO) Geschiedenis

Partijgeschiedenis

Uit: L. Koeneman, P. Lucardie en I. Noomen, 'Kroniek 1986. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1986' in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1986 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1987), 15-61, aldaar 44-45.

Partij voor Socialisme en Ontwapening

Naar aanleiding van het conflict over het lijsttrekkerschap hadden in december 1985 enkele honderden leden de PSP verla­ten. Zij vormden een nieuwe partij - de Partij voor Socialisme en Ontwapening - die op 18 januari haar oprichtingscongres hield. De voormalige PSP-fractievoorzitter Van der Spek trad tot de PSO toe en werd tijdens dit congres gekozen als lijst­trekker voor de Tweede Kamerverkiezingen in mei. Het Brabantse oud-PSP-Statenlid Sweep werd tot voorzitter benoemd. De onge­veer tweehonderd aanwezige leden stelden een beginselverkla­ring vast, waarin een 'onversneden' socialisme werd voorge­staan. Dit doel dreigde bij de PSP te verwateren, aldus de PSO-leden. Van der Spek toonde zich optimistisch over de kansen van zijn partij bij de verkiezingen. Eén, wellicht twee zetels zou de PSO behalen. Door het aanblijven van Van der Spek in de Tweede Kamer hoefde de PSO voor de deelname aan de Kamerverkiezingen geen waarborgsom te betalen. Dit zou de partij negentienduizend gulden besparen (vgl. art. G14 Kies­wet). Van der Spek ontkende echter dat financiële redenen een rol gespeeld hadden bij zijn beslissing om als Kamerlid aan te blijven. Hij was op persoonlijke titel lid van de Tweede Kamer gebleven en vertegenwoordigde daar niet de PSO. Toch zou de PSO niet profiteren van deze besparing. Begin april maakte Van der Spek bekend zich terug te trekken als lijsttrekker van de PSO en tevens zijn lidmaatschap op te zeggen. Aanleiding vormde een interne ruzie die leidde tot het royement van achttien leden door het partijbestuur. Van der Spek achtte royement een te zwaar middel om een geschil te beslechten. Tijdens een partijraadsvergadering op 5 april te Roermond werd dit royement niet ongedaan gemaakt. De vergadering van de pacifisten eindigde zelfs met een vechtpartij. Nadat Van der Spek zich teruggetrokken had, besloot in april de partij "om technische redenen" af te zien van deelneming aan de Tweede Kamerverkiezingen.

Naast deze interne perikelen was de PSO eerder al in aanvaring gekomen met het allang bestaande PSO, het Progressief Studen­ten Overleg, een fractie in de Universiteitsraad van Utrecht. Deze organisatie had in februari tegen de Partij voor Socia­lisme en Ontwapening een kort geding aangespannen. De Partij voor Socialisme en Ontwapening verloor het kort geding en zag zich genoodzaakt een andere afkorting te gebruiken. Dit werd PvSO. Na het besluit van de PvSO af te zien van deelname aan de Kamerverkiezingen, werd van de partij lange tijd niets meer gehoord. Op 18 oktober verscheen in De Volks­krant een bericht dat de partij zich wilde opheffen, maar de kosten van een daartoe noodzakelijk congres niet kon opbrengen. Als mogelijke electorale concurrent van de PSP speelde de partij in ieder geval geen rol van betekenis meer.

Laatst gewijzigd:06 februari 2023 15:24