PPR jaaroverzicht 1985
Uit: L. Koeneman, en G. Voerman, ‘Het Partijgebeuren. Kroniek van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1985’ in: R. A. Koole en P. Lucardie (red.), Jaarboek 1985 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1986), 14-67, aldaar 43-46.
Samenwerking
Evenals EVP en PSP, besteedde de PPR in 1985 veel aandacht aan samenwerking tussen de kleine linkse partijen met als doel te komen tot een samenwerkingsakkoord bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1986. Vergeleken met EVP en PSP leverde deze discussie in de PPR echter minder interne conflicten op. Met overgrote meerderheid werd door het voorjaarscongres een motie aangenomen waarin het partijbestuur de opdracht kreeg "alles te doen om voor de Tweede Kamerverkiezingen 1986 een akkoord te realiseren van CPN, EVP, PPR, PSP, alsmede niet partijgebonden personen, platforms en groeperingen'. Eén gezamenlijke lijst zou hierbij de voorkeur hebben. Uit deze uitspraak zou men kunnen opmaken dat de in 1984 opgerichte 'Herkenningsgroep' weinig gehoor had gevonden onder de congresgangers. Vertegenwoordigers van deze groep waren namelijk verontrust over de PPR, aangezien deze partij "te veel de oren laat hangen naar socialistische ideologie en socialistische partijen'. Men bepleitte een PPR die zelfstandig werkt aan de eigen identiteit en die zeker niet een exclusief samenwerkingsverband met PSP en CPN aan zou gaan. Naar de mening van de Herkenningsgroep bevestigde de samenwerkingsmotie echter de 'klein-linkse' beeldvorming. De Tweede Kamerleden Lankhorst en Beckers steunden de motie van het partijbestuur. De versplintering binnen links werkte verlammend en weinig inspirerend; samenwerking was meer dan ooit gewenst, aldus Ria Beckers. "Wat heeft het voor zin je te blijven verschansen in politiek cynisme en in grote pretenties van het eigen gelijk? Je benut dan alleen de spreekruimte die rechts je toestaat."
De verkiezingsdeelname-motie deed geen uitspraak over wat er zou moeten gebeuren, indien één van de deelnemende partijen afhaakte, ondanks amendementen vanuit het congres in deze richting. Twee weken later verloor de PPR-motie reeds haar actualiteit, doordat de PSP niet deel wilde nemen aan een samenwerkingsakkoord. In een motie voor het najaarscongres zette het partijbestuur een forse stap terug: zelfstandig meedoen aan de verkiezingen met een eigen program, maar tegelijkertijd wel streven naar een akkoord met CPN en EVP (met steun van verwante groeperingen) over nauwe fractiesamenwerking, gezamenlijk optreden bij de kabinetsformatie en steun aan een eventuele progressieve regering. Met slechts een tiental stemmen tegen werd deze motie door het congres aangenomen. Het resultaat van de besprekingen en afspraken over een lijstverbinding zou aan een volgend congres in februari 1986 worden voorgelegd.
Dijkman
Op 18 april maakte - volkomen onverwacht - Stef Dijkman in de Tweede Kamer zijn toetreden bekend tot de PPR-fractie. Hiermee werd de PPR-fractie uitgebreid van twee tot drie zetels in het parlement. Vanaf december 1983 had Dijkman met Scholten de zelfstandige fractie Scholten/Dijkman gevormd. Met deze stap wilde Dijkman een einde maken aan de onduidelijkheid van zijn politieke positie. De fractie van de PPR ging 'in principe' akkoord. Achteraf zou verantwoording worden afgelegd aan de partij. Op 2 en 16 juni keurden kerngroep (= partijraad) respectievelijk congres de handelwijze van de fractie in dezen goed. Een minderheid van het congres had moeite met de gevolgde procedure, en had liever gezien dat Dijkman pas tot de fractie was toegetreden na goedkeuring door een (extra) congres.
Terwijl de ex-KVP'er Dijkman lid werd van de PPR, bedankte Roel van Duijn voor deze partij. Na "twaalf-en-een-half jaar stalwarmte en een goed organisatorisch kader" besloot deze ex-Provo- en ex-kabouter zijn lidmaatschap op te geven wegens gebrek aan 'voelbare' spiritualiteit, waardoor hij zich niet meer voldoende thuis voelde binnen de PPR. Hij werd vooralsnog niet lid van een andere politieke partij.
Congressen
De PPR congresseerde - zoals gebruikelijk - twee keer in dit jaar. Naast de al genoemde motie over deelname aan de verkiezingen besprak het voorjaarscongres een aantal stellingen, die als leidraad golden voor het nog te publiceren ontwerp-verkiezingsprogramma. In augustus werd dit ontwerp-program gepubliceerd en tijdens het najaarscongres vond de definitieve vaststelling plaats. Naast de bekende eisen als selectieve economische groei, invoering van het basisinkomen, milieuvriendelijke en kleinschalige economische ontwikkeling en afschaffing van alle kerntaken, bevatte het program ook een schets van PPR-politici. "Het moeten gewone mensen blijven en geen tot politieke dieren gereduceerde vakidioten die hun persoonlijkheid ondergeschikt maken aan hun functie of de cultuur van hun partij (...). Ze vergaderen niet tot de dood erop volgt, maar nemen tijd om gewoon te leven." Het partijcongres keurde het ontwerp-program Verzet en vernieuwing zonder veel wijzigingen goed. Discussie ontstond met name over het voorgestelde wetgevingsreferendum, waartoe de PPR-fractie stappen zou moeten ondernemen, maar na stemming bleef dit onderdeel in het program gehandhaafd. Het congres behandelde niet alle hoofdstukken. De kerngroep-vergadering op 7 december keurde de overgebleven hoofdstukken van het program goed. Het congres koos een nieuwe partijvoorzitter, Janneke van der Plaat, gemeenteraadslid te Zutphen, die hiermee Wim de Boer opvolgde. Het partijbestuur kreeg in een motie opdracht voorstellen te doen over vormen van geweldloos verzet en de discussie hierover te stimuleren. Dit in verband niet de kort daarvoor besloten plaatsing van de kruisraketten door de regering. Naar aanleiding van dit plaatsingsbesluit stelde Ria Beckers in haar congresrede vast dat de keuze na de verkiezingen nu lag tussen: of CDA-VVD of een progressief kabinet. ''Dat is de keuze die nù de Nederlandse bevolking moet worden voorgelegd." Alleen een progressief kabinet zou plaatsing van de kruisraketten nog kunnen voorkomen. De kruisraketten dienden tot inzet van de verkiezingen te worden gemaakt, aldus Beckers.
In november vonden ook de provinciale congressen plaats, waar adviezen werden opgesteld voor het landelijke gedeelte van de kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen. Het regionale gedeelte van de lijst (vanaf de elfde plaats) werd door deze congressen vastgesteld. Op alle advieslijsten stond Ria Beckers op de eerste plaats. De definitieve lijst zou begin '86 worden vastgesteld.
De opiniepeilingen tenslotte lieten over het gehele jaar een redelijk stabiel beeld zien: de partij behield bij de meeste onderzoeken haar twee zetels.
Laatst gewijzigd: | 29 januari 2024 15:31 |