Leefbaar Nederland jaaroverzicht 2001
Uit: P. Lucardie, I. Noomen en G. Voerman, 'Kroniek 2001. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2001' in: G. Voerman (red.), Jaarboek 2001 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2003), 15-95, aldaar 21-23.
Inleiding
In maart 1999 werd voor de notaris de partij Leefbaar Nederland opgericht (zie in dit Jaarboek ook het artikel van Ph. van Praag). Aan de basis stonden J. Nagel – fractievoorzitter van Leefbaar Hilversum – en H. Westbroek – fractievoorzitter van Leefbaar Utrecht –, die respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter werden. Bij de oprichting was ook de gewezen discjockey en zakenman W. van Kooten betrokken. De initiatiefnemers waren geïnspireerd door het succes van de lokale partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen in de jaren negentig. Zij waren ontevreden over de gevestigde landelijke politieke partijen, die het slechts om de macht zou gaan. Bovendien zouden de ‘Haagse’ partijen de lokale groeperingen weren uit het bestuur van de gemeenten en elkaar de baantjes toeschuiven. Leefbaar Nederland was van plan mee te doen aan de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002. Mocht de partij bij die gelegenheid minder dan tien zetels halen, dan zouden Nagel, Westbroek, Van Kooten en de andere bestuursleden hun functies neerleggen. Op het eerste congres op 10 juni 2001 kwam Leefbaar Nederland officieel tot stand. Nagel werd tot voorzitter gekozen.
Al op 14 juni 1999 had Leefbaar Nederland een voorlopig plan van 25 punten gepresenteerd, een mengeling van een aantal linkse en rechtse standpunten. Enerzijds werd gepleit voor de opheffing van de Eerste Kamer en de invoering van de gekozen burgemeester; anderzijds keerde het program zich tegen de afschaffing van de hypotheekrente-aftrek en sprak het van een ‘plicht tot inburgeren’ voor nieuwkomers. Op basis van dit concept publiceerde het partijbestuur op 25 oktober 2001 het ontwerpverkiezingsprogram. Het partijcongres van 25 november stelde dit program vast. Met een kleine meerderheid wees het congres het voorstel om het aantal asielzoekers te beperken tot 10.000 van de hand.
Een van de hoofddoelstellingen van Leefbaar Nederland was het ‘dichterbij brengen’ van de politiek naar de kiezer. Dit voornemen vormde ook het uitgangspunt bij de interne kandidaatstelling voor de Tweede-Kamerverkiezingen. De lijsttrekker diende door het landelijk partijcongres te worden gekozen. Voor de volgende posities op de lijst zouden de kandidaten zoveel mogelijk in voorverkiezingen per kieskring via internet moeten worden aangewezen, enigszins naar het voorbeeld van de primaries in de Verenigde Staten. Voordeel van deze procedure zou zijn dat de band tussen kiezer en gekozene werd versterkt. Het oprichtingscongres van Leefbaar Nederland besloot hiertoe, wanneer de uitvoering tenminste technisch mogelijk zou zijn. In september 2001 bleek dat dat laatste niet het geval was: fraude was niet uitgesloten en de kosten werden veel te hoog.
Fortuyn
Inmiddels was Leefbaar Nederland op zoek gegaan naar een lijsttrekker. De populaire Westbroek zei geen interesse te hebben, en ook Nagel hield de boot af. In de zomer van 2001 kwam de socioloog en publicist W.S.P. (Pim) Fortuyn in beeld. In zijn boeken en columns voor het weekblad Elsevier nam hij regelmatig de gevestigde partijen zwaar onder vuur. Van de politieke cultuur van het Nederlandse poldermodel – het ‘schikken en plooien’ – moest hij niets hebben. Ook meende Fortuyn dat Nederland ‘vol’ was, en noemde hij de islam een ‘achterlijke cultuur’. Het partijbestuur van Leefbaar Nederland droeg Fortuyn op 23 oktober unaniem voor als lijstaanvoerder. Partijvoorzitter Nagel maakte dit bekend tijdens de presentatie van zijn autobiografie Boven het maaiveld. Tegen de kandidatuur van Fortuyn was inmiddels al binnen de partij verzet gerezen, zowel vanwege de gevolgde procedure als vanwege zijn standpunten. M. Kneepkens, dichter en leider van de Stadspartij Leefbaar Rotterdam, hekelde de ‘vreselijk ongenuanceerde, extreem-rechtse uitspraken’ van de kandidaat-lijsttrekker (de Volkskrant, 31 augustus 2001). De partijleiding van Leefbaar Nederland erkende dat Fortuyn een ‘non-conformist’ was, maar meende dat hij zich zou houden aan het partijprogram. In ieder geval zou Fortuyn niet meer mogen zeggen dat Nederland ‘vol’ was. Na de terreuraanslagen in Amerika op 11 september verklaarde de kandidaat-lijsttrekker dat een ‘koude oorlog’ tegen de islam onontkoombaar was. Naar aanleiding hiervan klaagden drie migrantenorganisaties Fortuyn aan wegens discriminatoire uitlatingen over moslims en de islam.
Naast Fortuyn hadden zich een twintigtal andere personen kandidaat voor het lijsttrekkerschap gesteld. Nadat het partijbestuur Fortuyn unaniem als kandidaat had aangewezen, vond er overleg plaats tussen vijftien van de andere kandidaten. Zij waren verontwaardigd over de handelwijze van het bestuur van Leefbaar Nederland. Besloten werd dat er tegen Fortuyn drie tegenkandidaten in het krijt zouden treden: D. Pinto, bijzonder hoogleraar Interculturele Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam (achtereenvolgens eerder lid van de PvdA, D66 en de VVD), de organisatieadviseur G. de Haan (die lid was geweest van D66 en de SP) en A. Smit-Boerma, in de periode 1995-1999 lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland namens De Groenen (en eerder lid van de VVD). Later voegde Sj. Lammers (die lid was geweest van de CPN en de SP) zich hierbij als vierde tegenkandidaat.
Congres
Inmiddels was gebleken dat Fortuyn electoraal gezien aansloeg. In de zomer van 2001 stond Leefbaar Nederland in de opiniepeilingen op drie zetels. Nadat het partijbestuur Fortuyn als kandidaat-lijsttrekker had aangewezen, begon Leefbaar Nederland in de peilingen flink te stijgen, tot tien zetels aan de vooravond van het partijcongres op 25 november 2001. Ook het ledental steeg in deze periode, van 800 naar 1.300 (de Volkskrant, 24 november 2001). Op het congres werd Fortuyn met 394 van de 445 geldig uitgebrachte stemmen tot lijstaanvoerder verkozen. “Ik heb er zin in; at your service”; zo aanvaardde hij het lijsttrekkerschap (Leesbaar Nederland, december 2001). In zijn speech brak Fortuyn een lans voor meer openheid en duidelijkheid in de politiek. Critici van de kandidatuur van Fortuyn kregen geen voet aan de grond. Een aantal van hen stapte op en was later – evenals Kneepkens, die al eerder zijn lidmaatschap had opgezegd – betrokken bij de oprichting op 16 december van de partij Duurzaam Nederland.
Op het partijcongres werd ook het verkiezingsprogramma van Leefbaar Nederland vrijwel geheel vastgesteld. In het ontwerp was Fortuyns invloed zichtbaar, onder meer in het voorstel de immigratie te beperken door jaarlijks maximaal 10.000 asielaanvragen in behandeling te nemen. Een kleine meerderheid van het congres (216 tegen 209 stemmen) was tegen een dergelijke beperking en schrapte het quotum. Fortuyn, die eerder zoals reeds vermeld van het partijbestuur te horen had gekregen dat hij niet meer mocht zeggen dat Nederland ‘vol’ was, liet het congres weten dat hij zich enige ruimte permitteerde ten aanzien van het program: “U heeft mij gekozen, maar u heeft niet geëist dat ik mijn verstand zou inleveren. En dat ben ik zeker niet van plan” (Trouw, 26 november 2001).
Omdat de oorspronkelijke plannen voor de kandidaatstelling voor de Tweede-Kamerverkiezingen technisch en financieel niet uitvoerbaar bleken, besloot het partijcongres tot een procedure waarin de volgorde van de kandidaten op de lijst van een kiesdistrict (met uitzondering van nummer één) door de verschillende districtsledenvergaderingen werd bepaald. Het partijbestuur kreeg expliciet de mogelijkheid een eigen voorstel met betrekking tot de volgorde aan het partijcongres voor te leggen. Dit extra congres, dat op 10 maart 2002 zou worden gehouden, diende dan de definitieve volgorde vast te stellen. Tegelijk zou het nog enkele amendementen op het verkiezingsprogram moeten afhandelen.
Laatst gewijzigd: | 06 februari 2023 15:10 |